Page 262 - Voorwerk.indd
P. 262

Bernd Kölling
                           Bernd  Kolling  verkeerde  in  een  moeilijke  positie.  Hij  was  Duitser,  hij  was  (ge-
                       dwongen) lid geweest van het Deutsche Arbeitsfront, maar zijn moeder was als Jodin
                       in Auschwitz omgekomen, zijn vader was ernstig verzwakt uit Dachau teruggekeerd en
                       zelf had hij als half-Jood tijdens de bezetting ook bloot gestaan aan vervolging. Na de
                       bevrijding is hij als Duitser enige tijd geïnterneerd geweest in Kamp Steijl. Daar wer-
                       den niet alleen collaborateurs vast gehouden maar ook Duitsers, zelfs teruggekeerde
                       Duitse Joden. Die zaten daar dan opgesloten te midden van hun vroegere vervolgers.
                           In januari 1946 werd een actie gestart om hem te ‘ontvijanden’. Een groot aantal
                       personen in Gennep legde gunstige verklaringen af over zijn gedrag tijdens de oorlog,
                       waaronder collega’s bij Gentricot, overbuurmannen kapelaan Miedema en Jan Mooren,
                       Jan van Kempen en Piet Geurts namens het voormalig verzet en Paul David, bij wie
                       Bernd verschillende keren op bezoek was geweest op diens onderduikadres.




































                       Verklaringen kapelaan Miedema en personeel Gentricot.


                       Enigszins merkwaardig doet de informatie aan die Van Banning op 17 september 1946
                       aan het NBI in Venlo stuurde:







           264                     | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |



       Hfdst-8.indd   264                                                                   22-10-18   09:42
   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267