Page 266 - Voorwerk.indd
P. 266
Herdenkingscultuur
Ook in Gennep laat de wijze waarop in de naoorlogse jaren de uit Gennep verdwe-nen
Joden zijn herdacht toont hoe er door de jaren heen verandering is gekomen in het
beeld dat men van de Holocaust had.
Het eerste monument
Zoals in de meeste plaatsen in Nederland kwam ook in Gennep enkele jaren na de
bevrijding een oorlogsmonument tot stand. Het initiatief ertoe ging in 1952 uit van het
voormalig verzet en in eerste instantie was het ook de bedoeling dat het vooral een
herdenkingsmonument moest worden ter ere van de gevallenen in het verzet.
Uiteindelijk werd besloten dat het een bredere betekenis moest krijgen. Het moest
een eerbewijs zijn voor alle slachtoffers van wat er in de oorlogsperiode was gebeurd,
en tevens voor de twee Gennepse gevallenen tijdens de politionele acties in Indië.
Er werden verschillende categorieën slachtoffers onderscheiden: vier omgekomen
verzetslieden, vijf militairen die bij oorlogshandelingen waren gesneuveld, 24 omgeko-
menen in concentratiekampen en twintig burgers die het oorlogsgeweld in 1944 en
1945 niet hadden overleefd. In totaal 53 personen. Aan de omgekomen verzetslieden
werd de eerder in hoofdstuk 3 van dit boek besproken Ferry Hendriks nog toegevoegd.
De 22 vermoorde Joden werden niet als een aparte groep opgevat. Ze werden als een
subgroep ondergebracht binnen de groep van omgekomenen in concentratiekampen.
Dat gebeurde geheel in de lijn van het nog steeds door de overheid ingenomen stand-
punt dat tussen Joden en niet-Joden geen onderscheid meer mocht worden gemaakt.
De achtergrond daarvan is aan het begin van dit hoofdstuk beschreven.
De Barmhartige Samaritaan
De opdracht tot het maken van het monument kreeg de beeldhouwer Jacques
Maris (1900-1996), die vanaf 1926 tot zijn dood in Heumen woonde. Hij maakte veel
religieuze kunst en was in 1938 overgegaan tot het katholicisme. Na de oorlog werd hij
als oud-ver-zetsman veel gevraagd om herdenkingsmonumenten te maken. De
kunstenaar koos als thema voor het monument deparabel van de barmhartige
Samaritaan uit het Nieuwe Testament. Hij zag een gelijkenis tussen hoe de
verzetslieden zich hadden opgesteld en de houding van deze Samaritaan, die zich had
bekommerd om een gewonde vreemdeling, nadat anderen hem langs de weg hadden
laten liggen. Kennelijk is de kunstenaar daarbij uitgegaan van de oorspronkelijke
bedoeling van het monument, het eren van de verzetsstrijders. Dit sluit niet goed aan
bij het gegeven dat verreweg het grootste deel van degenen voor wie het monument
uiteindelijk werd opgericht zelf niet actief hadden gehandeld; ze waren geheel buiten
hun wil slachtoffer geworden. Het monument werd bekostigd uit schenkingen vanuit
verschillende verenigingen en bedrijven en door een inzamelingsactie onder de
bevolking. Paul David behoorde tot de schenkers. De gemeente richtte een plantsoen
in bij de Niersbrug, waar het beeld werd geplaatst op een door de gemeente
bekostigde sokkel.
268 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-8.indd 268 22-10-18 09:42