Page 250 - Voorwerk.indd
P. 250

totale bedrag slechts iets meer dan 113 miljoen. En last but not least voegde de rege-
                       ring er, nadat het bedrag al in het verdrag was vastgelegd, ook nog verzetsstrijders als
                       groep aan toe. De joodse organisaties konden daar moeilijk nee tegen zeggen, toen dit
                       aan hen werd voorgelegd. Ja hebben ze echter ook niet gezegd. De verdeling onder de
                       individuele personen die in aanmerking kwamen ging volgens een puntenstelsel. Voor
                       iedere vorm van vervolging die onder de regeling viel werd een aantal punten gegeven:

                       1    voor vrijheidsberoving gedurende drie maanden of langer: één punt per week;
                       2     voor de verplichting de Jodenster te dragen gedurende zes maanden of langer:
                           een punt per drie weken;
                       3   gedwongen sterilisatie: 50 punten;
                       4   invaliditeit: 50 punten
                       5   overlijden: 100 punten; aanvragen konden alleen overlevende kinderen doen.

                       Toen  alle aanvragen  binnen waren  bleek  dat  er 3.599.377  punten  te verdelen waren.
                       Dat betekende dat uiteindelijk 31,40 gulden per punt kon worden uitgekeerd.
                           Anneke van Leeuwen zou dus 3140 gulden moeten krijgen vanwege het overlij-
                       den van haar moeder Ellen. Of dat ook daadwerkelijk is gebeurd, is de vraag. In 1961
                       berichtte het Rode Kruis wel dat Ellen uiterlijk 15 februari 1945 is gestorven, maar dat
                       dit nog niet formeel was vastgesteld. Er kon dus ook geen overlijdensakte kon worden
                       overlegd. Die zou door de belanghebbende moeten worden aangevraagd. Kennelijk is
                       dat niet gebeurd. Arthur van Leeuwen en Bertha Andriesse moeten bedragen hebben
                       gekregen vanwege het dragen van de ster. Simon van Leeuwen was toen al overleden.
                       De  kinderen  van  Hedwig  Kölling  kregen  niets  omdat  zij  op  5  mei  1945  alle
                       meerderjarig (toen nog 21 jaar) waren.


                       Isaac Lipschitz zegt in De kleine Sjoa , dat de naoorlogse behandeling van de Joden fel
                       bekritiseert, over dit puntenstelsel:

                           Het door de Commissie Drees ontwikkelde puntenstelsel was hardvoch-
                           tig en miste ieder gevoel van meeleven of zich inleven. Het stelsel
                           werkte niet bepaald als balsem voor de opgelopen oorlogstrauma’s. De
                           verplichte exercitie van het invullen van de formulieren om voor
                           smartengeld in aanmerking te komen, was een van de dieptepunten
                           van de kleine sjoa.

                           De twee fabrieken Kann en Co en David
                           Over de eenmansbedrijven die in Gennep waren geliquideerd valt in dit verband
                       weinig te vertellen. Voor zover van teruggave sprake kon zijn, was dit een aangelegen-
                       heid van de niet in Gennep woonachtige erfgenamen. Onderzoek daarnaar was te tijd-
                       rovend. De gang van zaken rond de fabrieken Kann en Co en DACO, die niet geariseerd
                       waren, maar wel onder bedreiging van Duitse maatregelen in 1940 waren verkocht viel




           252                     | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |



       Hfdst-8.indd   252                                                                   22-10-18   09:42
   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255