Page 245 - Voorwerk.indd
P. 245
Heijenseweg 86 en 88 voor de oorlog. De beltmolen die schuin achter de woningen stond is in de oorlog vernield.
Uiteindelijk werd Jan E. toch als eigenaar beschouwd. Die bevond zich in Oostenrijk.
Hij was daar enige tijd door de Amerikanen geïnterneerd geweest, maar het was hem
gelukt weer vrij te komen. Begin 1950 werd hij bij verstek in Nederland tot zes jaar
internering veroordeeld, met aftrek van de periode dat hij in Oostenrijk geïnterneerd
was geweest. Bij zijn terugkeer eind 1950 werd hij onmiddellijk gearresteerd om zijn
opgelegde straf te ondergaan.
Inmiddels hadden op 4 januari 1950 uiteindelijk de minnelijke regelingen plaats
gevonden over drie Gennepse panden. Paul David sloot die toen met de
vertegenwoordigster van de nog afwezige Jan E over zijn vroegere woonhuis
Zandstraat 25, dat hij na zijn vertrek naar Bussum aan oud-wethouder Alphons Peters
had verhuurd, en over Heijenseweg 88, waar de familie Van Kalmthout als huurder
woonde. Ernst Kann deed het zelfde met het pand Heijenseweg 86, waar Marius
Maertens had gewoond, die inmiddels naar Nijmegen was verhuisd.
Hoe zag zo’n ‘minnelijke regeling' er nu uit? Als voorbeeld de regeling over het
pand Zandstraat 25, eigendom van Paul David. De verkoop in april 1943 werd
nietig ver-klaard. Jan E. hield een claim op de aan de NGV betaalde koopsom, die hij
daar moest terugeisen. De huur die Alphons Peters sinds de koop in 1943 aan E. had
betaald moest aan David worden terugbetaald. E. draaide op voor kosten van de
hele procedure. Om er zeker van te zijn dat die werden betaald, hoefde David de door
E. aan de NGV betaalde koopsom pas aan E terug te betalen wanneer die kosten
inderdaad waren betaald. Dat alles gebeurde wel uit en aan het vermogen van E,
maar kwam niet in zijn handen. Zijn vermogen stond uiteraard onder beheer van het
Nederlands Beheersinsti-tuut. Jan E. zou overigens eind 1951 weer vrij komen.
| HOOF DS TU K 8 | N A DE OO RL O G | 247
Hfdst-8.indd 247 22-10-18 09:42