Page 248 - Voorwerk.indd
P. 248
Norbertushuis jaren 1950.
vastgesteld dat er daardoor geen wijziging in de eigendomsrechten van de Israëlitische
gemeente, nu die van Venlo, was gekomen. De Israëlitische gemeente was nog
steeds eigenaar van de grond waarop nu een deel van het bejaardentehuis stond.
Met de Zusters van Liefde moest nu onderhandeld worden over de koopprijs
die zij alsnog moesten betalen. Dat gebeurde in 1960. De koopprijs werd 900 gulden,
het bedrag dat Bart van D. toentertijd had betaald, verhoogd met 300 gulden voor de
kosten die de Israëlitische gemeente had moeten maken voor de gevoerde rechtsher-
stelprocedure. En bovendien moesten de Zusters 364 gulden rentevergoeding betalen
‘wegens aanvaarding van het verkochte perceel in de loop van de jaren 1950’.
Notaris Fenseling
Bart van D. had overigens ook de synagoge in Boxmeer gekocht. Ook via notaris
Fenseling in Cuijk. Zijn bedoeling was geweest het af te breken en er huizen te bouwen.
Het is helaas op dit moment moeilijk vast te stellen wat de positie van deze Cuijkse
notaris bij al die verkopen door de NGV was. Collaboreerde hij, of stond hij onder
druk van de familie E.? Na de oorlog is het notariaat wel aangesproken op de rol
die het had gespeeld bij de verkoop van joods onroerend goed. En sommige
notarissen zijn daarvoor ook uit het ambt gezet of in ieder geval berispt. Maar
Fenseling is in oktober 1944 komen te overlijden. Hoe er over hem geoordeeld zou zijn,
is nog niet achterhaald.
Geld en waardevolle zaken
Krachtens de twee Liro-verordeningen hadden Joden geld en waardevolle zaken
moeten inleveren bij de Liro-bank. Die werd nu tot een vijandelijke instelling
verklaard
250 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-8.indd 250 22-10-18 09:42