Page 71 - Voorwerk.indd
P. 71
In de grote steden, met name in Amsterdam, behoorde het grootste deel van de joodse
bevolking echter tot de lagere en arbeidersklasse en op hen had het socialisme een
steeds grotere aantrekkingskracht. Door al deze ontwikkelingen vervreemdde een
groot deel van de joodse bevolkingsgroep zich rond 1900 van het religieuze leven, maar
men bleef zich meestal wel joods voelen. Dat uitte zich bijvoorbeeld in het feit dat in de
jaren dertig nog altijd meer dan 90 procent van de Joden, ook in Amsterdam, een joodse
huwelijkspartner vond en het huwelijk ook in de synagoge liet inzegenen. Ook hielden
de meeste Joden de sabbatgebruiken met de vrijdagavondmaaltijd in huiselijke kring in
ere, zij het vaak zonder de oorspronkelijke religieuze connotatie.
In de jaren dertig versterkten de Jodenvervolgingen in Duitsland en het toenemend
antisemitisme het gevoel van eenheid binnen de joodse gemeenschap. Formeel bleven
Joden Joden ongeacht van het wel of niet vervreemd zijn van het religieuze leven.
De meesten Joden bleven als ‘Nederlandsch Israëlitisch’ geregistreerd in het
Bevol-kingsregister. Dit hoever ze godsdienstig ook van het Jodendom afstonden. Die
formele registratie gaf hun wel het recht op een plek op een joodse begraafplaats.
Specifiek joodse instellingen
Er waren slechts enkele gebieden waarvoor ook specifiek joodse instellingen beston-
den, met name in de zieken- en bejaardenzorg. Die hadden meestal een landelijke
wer-kingskring, zoals De joodsche Invalide op het Weesperplein in Amsterdam en de
psy-chiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch aan de Zutphenseweg in
Apeldoorn. Bij bruiloften, ook in de Gennepse families, werd daar wel voor
gecollecteerd. Specifiek joodse vakorganisaties zijn niet blijvend van de grond
gekomen. Ook deberoemde Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond
(ANDB), waarvan de leden in overgro-te meerderheid Joden waren, was formeel een
neutrale vereniging.
In de grote gemeenten waren er joodse instellin-
gen voor lager en voortgezet onderwijs. Maar de
meeste joodse kinderen gingen naar openbare
scholen. Godsdienstlessen vonden buiten die
scholen plaats. Op lokaal of regionaal niveau
waren er soms culturele verenigingen waarvan
specifiek Joden lid waren. Zo werd er in 1918 in
Boxmeer de joodse toneelclub Juliana opgericht
met leden uit Boxmeer, Cuijk, Vierlingsbeek en Gennep. Jöbke Kaufman was penning-
meester.
Joods leven in Gennep
Hoe zag nu binnen dit bestel het joodse leven er in Gennep uit in de decennia
voor de Tweede Wereldoorlog? Het is opmerkelijk dat Wiel van Dinter hierover in zijn
verschillende boeken weinig zegt en dat ook in andere bronnen weinig te vinden is.
70 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-2.indd 70 21-10-18 17:21