Page 40 - Voorwerk.indd
P. 40

In 1938 woonde korte tijd Max Koppel, een broer van Hedwig Kann met vrouw en zoon
                  in Gennep. Zij kwamen toen uit Berlijn en zouden zich kort daarna in Helmond vestigen.
                  In de periode 1941/42 heeft Hedwig Kanns moeder Klara Koppel-Leijser bij dit gezin
                  gewoond, totdat het gezin 28 augustus 1942, in het kader van de deportaties uit Noord-
                  Brabant, naar Westerbork moest. Vandaar is het op 30 augustus 1942 gedeporteerd.
                  Moeder en zoon zijn daar onmiddellijk vermoord. Max heeft nog enkele maanden in
                  de zogenaamde Schmelt kampen gewerkt. Over die kampen in hoofdstuk 4 meer.
                      Eind 1938 kwam de zuster van Ilse David-Haas, Erna Haas (1899) met haar man
                  Hugo Nachmann en dochter Hannelore naar Gennep. Zij hadden in Karlsruhe gewoond,
                  waar Hugo samen met zijn broer Otto een firma in ijzer en metaal had. In 1937 waren de
                  broers gearresteerd en pas toen ze erin toestemden hun zaak te verkopen werden ze vrij
                  gelaten. In augustus 1938 besloot Hugo met zijn gezin naar Amerika te gaan, maar de
                  aanvraag hiertoe werd afgewezen. Hij hoopte vanuit Gennep wel een visum te krijgen,
                  maar ook dat lukte niet. Vanuit Gennep is het gezin in 1939 naar Amsterdam gegaan. In
                  1942 zijn ze in Westerbork terecht gekomen. Ze kwamen daar op een Palestina-lijst, maar
                  zijn uiteindelijk niet naar het Austauschkamp Bergen-Belsen, maar op 8 februari 1944
                  naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord. Begin 1939 zijn ook de ouders van Karl
                  Jordan, Arthur Jordan en Wilhelmine Cahn uit Keulen naar Nederland gekomen. Ze gingen
                  in Alkmaar wonen en werden door Karl onderhouden.






                  Rolf  Weinberg

                  Van september 1937 tot juni 1938 heeft er   kon nog net op tijd naar Hamburg vluch-
                  bij DACO een Duitse Jood gewerkt die la-  ten en daar de boot nemen naar Monte-
                  ter een beroemde verzetsheld is geworden,   video. Daar  werd hij  benaderd door de
                  Rolf Weinberg ( 1919-2011). Hij werd ge-  Britten om valse informatie te geven aan
                  boren in Herford in Westfalen. Zijn vader   de bemanning van het Duitse oorlogsschip
                  was daar eigenaar van de plaatselijke cho-  Admiral Graf Spree. Dit schip speelde een
                  coladefabriek. In Stuttgart leerde hij het   belangrijke rol in de slag in de Rio Plata
                  textielvak en kwam, vermoedelijk als sta-  en werd mede als gevolg van deze infor-
                  giair in 1937 bij DACO. In die tijd woon-  matie vernietigd. Naderhand voegde hij
                  de hij in huis bij Bernd Kölling, ook een   zich bij de Vrije Fransen onder de naam
                  werknemer  bij  die  fabriek.  In juni  1938   Henri Rovey  en  vocht  aan verschillende
                  vertrok  hij  naar Veldhoven.  Daar is  hij   fronten.,  met name in  Noord-Afrika  te-
                  ziek  geworden  en  met  een  ziekenwagen   gen het Duitse Afrika Korps. Hij ontving
                  naar Keulen  gebracht.  Hij  kreeg  een  tip   het Croix de Guerre en was ridder in het
                  dat de Gestapo hem wilde arresteren en   Legion d’Honneur.







                  | HOOF DS TU K 1 | JOO DS E F A M I L I E S I N G E N N E P  |              39



       Hfdst-1.indd   39                                                                    21-10-18   17:18
   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45