Page 35 - Voorwerk.indd
P. 35
Familie de Vries
In de 19 eeuw woonde ook nog gedurende meerdere generaties de familie
e
De Vries in Gennep. Uit het huwelijk van Marcus de Vries (1831-1906) en Sara Schwartz
(1830-1903) werden in de periode 1859-1876 acht kinderen geboren, van wie er geen in
Gennep is blijven wonen.
Nieuwe joodse families in de jaren dertig
Vanaf 1933 kwamen er uit Duitsland joodse families, die nog niet in Gennep had-
den gewoond en ook niet verwant waren aan Gennepse Joden. Hier worden de families
en personen behandeld die er in1940 nog waren.
Textielfabrieken Kann en Co en DACO
Begin jaren 1930 werd er door joodse firmanten twee textielfabrieken opgericht,
die nauw gingen samenwerken en voor de werkgelegenheid in Gennep en de regio van
grote betekenis waren.
Op 1 mei 1932 richtte Ernst Kann, die toen nog in Goch woonde, in de Molenstraat
een fabriek op voor tricot en overhemden. Dat werd op 12 juni 1933 de confectiefabriek
E. Kann en Co. De compagnon was de 28-jarige Walter Levis, wonend in de Emmastraat
en geboren in Dortmund. Levis trad in maart 1934 terug, waarna Paul David toetrad als
medevennoot van N.V. Kann en Co. en als mede-directeur. In 1935 trad David terug als
directeur en kwam in zijn plaats dr. Louis Herzberg, in 1894 geboren in Berlijn. Hij werd
voor de helft aandeelhouder, Ernst Kann en Paul David hadden ieder een kwart.
Paul David richtte in oktober 1933 samen met Karl Jordan de DACO Tricotage fa-
briek op, een vennootschap onder firma, waarbij Paul David zestig procent van de aan-
delen had en Karl Jordan veertig.
In 1933 kochten Kann en David terreinen voor het bouwen van hun fabrieken op de
Zandberg, toen genaamd Duinweg. Later werd dit Burgemeester Woltersstraat.
Om de vestiging van industrie in Gennep aantrekkelijk te maken verkocht de ge-
meente de grond op die plek voor een zeer laag bedrag, vier cent per vierkante meter.
Het personeel werd voor een groot deel uit de omliggende regio in een straal van tien
kilometer betrokken. Het was ongeschoold werk en de mensen werden in de fabrieken
zelf opgeleid in het omgaan met de machines. Het personeel bestond grotendeels uit
jonge vrouwen.
In de vroege ochtend van donderdag 10 oktober 1935, dus vlak voor de Gennepse
Kermis, werd door het personeel van Kann en Co brand ontdekt in de fabriek. Die bleek
uitgebroken in het magazijn, waar voor het winterseizoen nog een grote partij winter-
goed lag. Het middengedeelte van de fabriek brandde geheel uit en enkele weefma-
chines gingen verloren. Op dat moment waren er 63 meisjes werkzaam bij het bedrijf.
De verzekering dekte de schade en er vond snel wederopbouw plaats, zodat het perso-
neel na korte tijd weer aan het werk kon. Begin 1936 ging de gemeenteraad van Gennep
akkoord met grondverkoop voor verdere uitbreiding. In 1937 werd aan de handelsnaam
van Kann en Co. toegevoegd ‘export van bovenkleding en ondergoed.’ Die export gold
34 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-1.indd 34 21-10-18 17:18