Page 173 - Voorwerk.indd
P. 173
Later op die maandag kwam het tweede transport aan, dat die ochtend uit Vught
was vertrokken, 1400 mannen, vrouwen en kinderen. Daarbij Nanny en Selly en hun
moeders. Van hen zal hetzelfde gezegd zijn als van het eerste transport. Ze werden in
Westerbork zo goed mogelijk geholpen en van eten voorzien.
Vroeg in de morgen van de volgende dag, dinsdag 8 juni, kregen de mensen die
uit Vught waren aangekomen bevel, dat ze zich gereed moesten maken voor vertrek.
Mechanicus zag hen naar de trein lopen, nu binnen het kamp, en schreef erover:
Ze zijn moe en uitgeput, ziek en vervuild. Ze zijn voor een deel met
gesnauw, gedonder en slagen en stompen overgeheveld in de vuile vee-
en goederenwagons, die hen naar het oosten overbrengen.
Jopie Rood
De gang van zaken rond wat de geschiedenis is ingegaan als het Kindertransport,
dat nog jaarlijks in het Nationaal Monument Kamp Vught wordt herdacht, was des te
tragischer omdat de mannen die aan de Moerdijk werkten niets wisten van het vertrek
van hun vrouwen en kinderen.
Na 8 juni 1943 waren alleen het echtpaar Sam en Johanna Andriesse-Jesse, Harry
Andriesse en Jöbke Kaufman, deze twee laatsten zonder echtgenote, nog in Vught. Dat
wil zeggen, ze waren sinds eind mei werkzaam aan de Moerdijk. Toen ze begin april in
Vught aankwamen bevond zich daar al hun neef Jopie Rood (7.4.2) uit Amsterdam. Zijn
moeder was een zuster van Bertha, Sjuul, Sam en Harry Andriesse. In 1938 heeft Jopie
een tijdje bij Harry gewoond, net als zijn nichtje Selma Lijmer, dochter van een andere
zuster.
Jopie en zijn vrouw hebben overleefd en in 1947 hebben zij beiden aan het toenmalige
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) gerapporteerd hoe het hen is vergaan.
Jopie was verloofd met de dochter van zijn chef, Rachel van de Kar. Hij kreeg een oproep
naar een werkkamp te gaan. Dit gebeurde vanaf begin 1942 en betekende nog geen de-
portatie naar Duitsland of Polen, maar een kamp in Nederland. Hoewel hij niet meer in de
zaak werkte kreeg hij door bemiddeling van zijn schoonvader een sperre, omdat diens be-
drijf ‘Kriegswichtig’ was. Het bedrijf deed in lompen en metalen. Jopie (24 jaar) en Rachel
(19) trouwden op 30 juli 1942, toen de transporten waren begonnen. In maart 1943 kwam
aan die sperre een einde. Met 500 lotgenoten kwam de familie Van de Kar, inclusief Jopie,
op 13 maart 1943 in Vught. Jopies ouders, Mozes Rood en Cornelia Andriesse, waren al
begin september 1942 gedeporteerd en vermoord. Hij kwam in Vught, via kennissen die
er al waren, in de Ordedienst. Zijn taak was transporten van de trein afhalen.
Op zeker moment moest hij op transport. Het bleek dat dit niet naar Polen ging,
maar naar de Moerdijk, waar tankgrachten gegraven moesten worden. Jopie zag er be-
hoorlijk goed uit (in witte trui en rijbroek) en de volgende dag werd hij tot Lagerälteste
aangewezen. In die positie heeft hij zijn ooms goede baantjes kunnen geven, waardoor
174 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-5.indd 174 21-10-18 16:39