Page 202 - Voorwerk.indd
P. 202

Op 29 december 1942 liet hij dit weten aan Jordaan, een van de Twentenaren die in 1940
                  DACO had gekocht. Hij voegde er aan toe:

                      Ik waardeer dit des te meer, omdat ik dezen stempel verkregen heb
                      zonder medewerking van den Joodschen raad, met welke instantie
                      ik uit principiële redenen en wegens de bespottelijke, voor een groote
                      groep gelijke lotgenoten tragische handelswijze op voet van oorlog sta.



                  Hij bedankte Jordaan voor de steun die hij gedurende het afgelopen jaar had gekregen
                  in de vorm van de uitkering die in december 1940 was afgesproken.  Hij hoopte dat hij
                  in het komende jaar een tegenprestatie kon leveren met de verdere hulp van Boelen. Hij
                  wachtte alleen nog op een langdurige reisvergunning, waar op dat moment moeite voor
                  werd gedaan, om zijn onderbroken werkzaamheden te hervatten. Uit het naoorlogse
                  dossier over de teruggave van zijn fabriek valt op te maken dat het hier ging om de inzet
                  van David als deskundige bij de aankoop van machines voor Gentricot en LTC, waarvoor
                  hij ook zou moeten reizen.
                      De familie David woonde toen niet meer in Willem Bilderdijklaan, maar op een
                  ander adres in Bussum. Net als de huizen in Gennep was de villa in Bussum inmiddels
                  onder beheer gekomen van de ANBO. Op 25 september 1942 werd het verkocht aan
                  de directeur van de uitgeverij ‘Onze werkers” van het Deutsche Arbeits Front, die kort
                  daarvoor vanuit Leipzig in Amsterdam was gekomen.  In januari 1943 betrok deze met
                  zijn vrouw en twee kleine kinderen het huis. Nog in september 1944 vroeg dit gezin in de
                  ‘Deutsche Zeitung in den Niederlanden’ om een ‘kinderlieb’ dienstmeisje.

                  Paul  en  Ilse  David  zijn  in  1943  in  Amsterdam  opgepakt  en  overgebracht  naar  de
                  Hollandsche  Schouwburg,  de  verzamelplaats  van  waaruit  de  gearresteerde  Amster-
                  damse Joden naar Westerbork gingen Zij hebben daaruit zien te ontkomen en zijn toen
                  met valse legitimatiebewijzen in Bussum ondergedoken. Onder de naam Van Zanten
                  sloot David zich bij het verzet aan. Na de oorlog zouden verschillende verzetslieden
                  daarover verklaringen afleggen. Zo fungeerde hij als contactpersoon bij voorbereidin-
                  gen van illegale besprekingen, waardoor twee verraders werden ontmaskerd en betrok-
                  ken organisaties en personen konden worden gewaarschuwd. Hij speelde als lid van de
                  Knokploegen (KP) een hoofdrol bij een gewapende nachtelijke inbraak bij een NSB-er
                  ‘tot leeniging van den honger van behoeftigen en illegale werkers’. Hij luisterde ook
                  naar de Engelse zender en bouwde zelf een ontvangst toestel, waar hij ook anderen
                  naar liet luisteren. Ook is sprake van financiële steun aan verzetsbewegingen, ondanks
                  zijn eigen precaire financiële positie. Hij nam ook nog onderduikers op. Op hun onder-
                  duikadres  kreeg  hij  enkele  keren  bezoek  van  zijn  vroegere  Gennepse  werknemer
                  Bernd  Kölling.  Intussen  plaatste  een  bij  het  verzet  betrokken  politieman  de
                  cartotheek-kaar-ten van Paul en Ilse onder de rubriek ‘afwezige vreemdelingen’. Ook
                  Ilses moeder heeft de oorlog overleefd. Zij stierf in 1946 in Bussum.




                  | HOOF DS TU K 6 | DE G E N N E PS E JO DE N E LDE R S |                    203



       Hfdst-6.indd   203                                                                   21-10-18   16:48
   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207