Page 147 - Voorwerk.indd
P. 147

Dat had gekund. In Westerbork was op 26 en 27 augustus nog gelegenheid om brieven
                  te schrijven en aan iemand mee te geven. Het is ook bekend dat er gelegenheid werd
                  gegeven in de trein naar Auschwitz kaarten naar huis te sturen. Bedoeling daarvan
                  was om de gedeporteerden de illusie te geven, dat ze contact zouden houden met het
                  thuisfront. Maar de kaarten werden vervolgens niet bezorgd. Ook uit de werkkampen
                  zijn er brieven in Nederland aangekomen, meestal bij de Joodse Raad, die voor verdere
                  verspreiding zorg droeg.
                      Zeker in het geval van Werner Hertog was dat goed mogelijk geweest. Maar hij
                  wist natuurlijk niet waar zijn familie of relaties, zoals bijvoorbeeld de familie Kann, ver-
                  bleven en of ze nog leefden. In ieder geval niet meer op hun oude adres. Het kan zijn dat
                  er brieven uit de kampen bij familieleden zijn binnen gekomen. Maar omdat die later
                  ook zijn gedeporteerd en niet zijn terug gekeerd, zijn die berichten verloren gegaan.

                      Familie Kölling
                      Na  25  augustus  1942  bleven  er  dus  nog  19  Joden  in  Gennep.  Een  van  hen  was
                  Hedwig Kölling-Hirschberg. Op 12 september 1942 werd bekend gemaakt dat de joodse
                  partij in een gemengd huwelijk van 15 tot 25 september de gelegenheid kreeg een ver-
                  klaring voor de vaststelling van een gemengd huwelijk af te leggen. Dat moest gebeuren
                  op het stadhuis ten overstaan van de burgemeester. Bewijsstukken dat inderdaad sprake
                  was van een gemengd huwelijk, zoals trouwboekje en persoonsbewijs, moesten worden
                  overlegd. Op basis van deze verklaring kon vrijstelling van tewerkstelling in Duitsland
                  verkregen worden. De betrokkene zou wel de Jodenster moeten blijven dragen en ook de
                  voorschriften omtrent het verkeer van Joden in het openbaar’ moeten blijven nakomen.

                                   Hedwig Kölling heeft deze  verklaring  afgelegd en gold vanaf
                                   12 oktober 1942 als vrijgesteld van tewerkstelling in Duitsland.
                                   Kennelijk is kort daarna bepaald dat deze gemengd gehuwden
                                   een  open  J  in  hun persoonsbewijs kregen en niet langer  de Jo-
                                   denster  hoefden  te dragen,  tenminste  als ze  konden aantonen
                                   dat ze  onvruchtbaar waren.  In veel gevallen  betekende  dit dat
                                   zij zich moesten laten steriliseren. Vrouwen die ouder waren dan
                                   45 jaar golden zonder meer als onvruchtbaar. Deze regeling gold
                  Hedwig Kölling   dus ook voor Hedwig Kölling.
                      Bernd Kölling
                  Inmiddels ondervond de zoon van Hedwig, Bernd Kölling ook de nodige proble-men.
                  Als half-Jood was hij getrouwd met een kwart-joodse. Bovendien was hij Duitser, en
                  viel daardoor onder de Duitse wetgeving wat betreft gemengde huwelijken. Die be-
                  paalde dat dergelijke huwelijken verboden waren. Dit echtpaar was echter in 1938
                  in Nederland getrouwd. Op  15 augustus 1942  moest  hij zich in verband daarmee  bij
                  de  Gestapo in Den Bosch melden. Daarbij gaf hij aan dat hij lid was van Deutsche
                  Arbeits-front (D.A.F.), wat niet waar was, maar wel zorgde dat hij vrijgelaten werd.




                  | HOOF DS TU K 4 | DE DE PO R T A T I E S I N 1942 |                        147



       Hfdst-4.indd   147                                                                   21-10-18   16:22
   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152