Page 151 - Voorwerk.indd
P. 151

Uiteindelijk  werden  zeven  personen  op  woensdag  11  november  op  transport  naar
                  Westerbork gesteld. Daaronder was de familie Sajet, die in juni 1941 vanuit Gennep
                  naar Valkenburg was verhuisd, waar Levie Sajet in dezelfde functie was benoemd als
                  in Gennep.
                      Al op maandag 16 november 1942 zaten zij in de trein naar Auschwitz. Levie en
                  Grietje werden meteen vergast. Zoon Benny, 16 jaar oud, moest in Cosel uitstappen en
                  kwam in de werkkampen terecht. Als zijn overlijdensdatum geldt 31 maart 1944, ergens
                  in Midden-Europa. Dit zou kunnen betekenen dat hij op 1 april 1944 niet in Blechham-
                  mer is geregistreerd en dat hij ergens in de voorafgaande periode is omgekomen. Zijn
                  zus Sara werkte als verpleegster in De Joodsche Invalide in Amsterdam (die op 3 maart
                  1943 is ontruimd). Zij ging mee met het transport van 18 mei 1943 naar Sobibor.

                      Leeghalen joodse inrichtingen
                      Vanaf eind 1942 werd overal in het land begonnen met het deporteren van de be-
                  woners van joodse inrichtingen voor ouderen en gehandicapten. Onder de slachtoffers
                  bevonden zich twee leden van de Gennepse families.

                      Johanna Bock, Apeldoornsche Bosch
                      Op 21 januari 1943 werd de joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche
                  Bos leeggehaald. Daar bevond zich sinds 1918 Johanna Bock, een zuster van Max, nu
                  64 jaar oud. De patiënten werden door de Joodse Ordedienst op vrachtwagens geladen,
                  waarmee ze naar het station in Apeldoorn werden gereden. Daar werden ze door de
                  Duitse politie en in een goederentrein gedreven die op het station in Apeldoorn klaar
                  stond. Vandaar gingen ze rechtstreeks naar Auschwitz, waar ze onmiddellijk werden
                  vergast.


                      David Kauffman, Joodsche Invalide
                      Op 2 maart 1943 was De Joodsche Invalide in Amsterdam aan de beurt. Daar ver-
                  bleef David Kauffman, een jongere broer van de vader van Jöbke Kaufman. Hij was in
                  1862 in Gennep geboren, woonde het grootste deel van zijn leven in Rotterdam en lag
                  sinds eind 1941 als hulpbehoevende bejaarde in De Joodsche Invalide.
                      Daar overleefde hij zijn achterkleinkind Grietje de Wit, dochtertje van zijn klein-
                  kind Victoria.  Grietje  was  begin  1941  geboren,  kwam  op  5  oktober  1942  in Wester-
                  bork en vertrok van daar met haar grootouders, 20 maanden oud, op 16 oktober naar
                  Auschwitz, met hetzelfde transport als Selma Lijmer.
                      David Kauffman bleef een week in Westerbork en ging op dinsdag 10 maart 1943
                  op transport naar Sobibor. Hij was toen 80 jaar oud.












                  | HOOF DS TU K 4 | DE DE PO R T A T I E S I N 1942 |                        151



       Hfdst-4.indd   151                                                                   21-10-18   16:22
   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156