Page 122 - Voorwerk.indd
P. 122
Kerkelijk protest
Anders dan de voorafgaande maatregelen tegen de Joden werd het voornemen
hen uit Nederland te verdrijven niet in de pers bekend gemaakt. De Joden zelf kregen
de informatie via de Joodse Raad. De rest van de bevolking was van Duitse zijde slechts
zijdelings geïnformeerd en wel door de berichtgeving in sommige kranten over de toe-
spraak van Generalkommissar Schmidt op 29 juni. Inmiddels ontstonden er wel de no-
dige geruchten, ook onder de niet-joodse bevolking. Toen de regering in Londen er op
zaterdag 25 juli 1942 van hoorde sprak minister-president Gerbrandy er ’s avonds voor
Radio Oranje over.
Maar Radio Oranje had maar een beperkt bereik onder de bevolking. Het katho-
lieke volksdeel, waartoe de meeste Gennepenaren behoorden, werd de volgende dag,
26 juli, in de zondagsmis op indringende wijze geïnformeerd door een herderlijk schrij-
ven van de Nederlandse bisschoppen, dat in alle katholieke kerken en kapellen werd
voorgelezen, in Gennep in de St. Martinuskerk en in de kapellen van de Zusters van
Liefde en de Paters van de Heilige Geest. Anders dan hun Duitse collega’s protesteer-
den de Nederlandse bisschoppen wel tegen de deportaties van de Joden. In de kan-
selboodschap lieten de bisschoppen de kerkgangers weten, dat zij al op 11 juli samen
met negen andere kerkgenootschappen telegrafisch het volgende te kennen hadden
gegeven aan de hoogste bezettingsautoriteiten.
De () Nederlandsche Kerken, reeds diep geschokt door de maatrege-
len tegen de Joden in Nederland, waardoor zij uitgesloten werden van
deelname aan het normale volksleven, hebben met ontzetting kennis
genomen van de nieuwe maatregelen, waardoor mannen, vrouwen,
kinderen en gele gezinnen worden weggevoerd naar het Duitsche rijks-
gebied en onderhorigheden. Het leed dat hierdoor over tienduizenden
gebracht wordt, de wetenschap dat deze maatregelen tegen het diep-
ste zedelijke besef van het Nederlandsche volk strijden, bovenal het
indruischen van deze maatregelen tegen hetgeen ons van Godswege
als eis van gerechtigheid en barmhartigheid gesteld wordt, nopen de
kerken tot u de dringende bede te richten, aan deze maatregelen geen
uitvoering te geven. Voor de christenen onder de Joden wordt ons deze
dringende bede tot u bovendien nog ingegeven door de overweging,
dat hun door deze maatregelen het deelnemen aan het kerkelijk leven
wordt afgesneden.
Zij hadden aangegeven dit telegram op zondag 26 juli vanaf de kansel te zullen voor-
lezen. Nadat het telegram was ontvangen had Generalkommissar Schmidt, opnieuw
in een toespraak, toespeling gemaakt dat de christelijke Joden van deportatie zouden
worden vrijgesteld. De Duitse autoriteiten vroegen op basis van deze toezegging de
kerken om het telegram niet openbaar te maken. De Nederlands-Hervormde Kerk liet
122 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-4.indd 122 21-10-18 16:22