Page 126 - Voorwerk.indd
P. 126
Zoals vele anderen vertrouwde hij dat niet en dook onder. Daarbij had hij de hulp van
het Gennepse georganiseerde verzet. Hij werd door een Genneps schoolmeisje, Joosje
van Riet, op de fiets daar naar het Oost-Brabantse Langenboom gebracht. In juli 1945
kwam hij terug in Ottersum.
Als eerste Sientje Andriesse
De eerste trein uit Westerbork vertrok op 15 juli 1942. Daags daarna gingen er nog
twee treinen. Tot dat tweede transport behoorde ook een lid van de familie Andriesse,
dat het grootste deel van haar leven in Gennep had gewoond, de 39-jarige Sientje, zus-
ter van Bertha, Sjuul, Sam en Harry. Op 15 juli stapte ze met haar echtgenoot Josef Behr
in de trein naar Hooghalen, vijf kilometer van kamp Westerbork. De volgende dag al
liepen ze vroeg in de morgen de vijf kilometer van het kamp Westerbork terug naar het
station Hooghalen, waar twee treinen, bestaande uit goederenwagons, gereed ston-
den. Daarin zouden 2000 mensen, 1303 mannen en jongens, 697 vrouwen en meisjes
plaats moeten vinden met hun bagage, zeventig mensen per wagon. De trein kwam op
17 juli laat in de avond of nacht op een goederenperron buiten het kamp Birkenau aan.
Onderweg was vaak gestopt en één keer was gelegenheid gegeven om zijn behoeften
te doen. Het was in de wagens zo benauwd dat voortdurend vrouwen flauw vielen.
En ook op de roep om water werd niet gereageerd.
Bij aankomst op een houten perron werd bevel gegeven de koffers te laten vallen
en werden en mannen en vrouwen onmiddellijk gescheiden. Daarna volgde een verdere
selectie. De meeste mannen werden tot het kamp toegelaten, ze kregen de nummers
47088-47687 op hun arm getatoeëerd. Van de vrouwen werd een minderheid opge-
nomen, Zij gingen naar het vrouwenkamp in Auschwitz I en kregen daar de nummers
8801-8999. De overige 449 gedeporteerden werden onmiddellijk vergast in een van de
twee recentelijk tot gaskamer omgebouwde boerderijen, achter het kamp. Sientje en
Josef behoorden tot degenen die een tatoeage kregen.
Sientje ging naar het vrouwenkamp in Auschwitz I. Daar heerste een verschrik-
kelijke toestand. Veel vrouwen kregen tyfus en werden soms met fenol gedood. Rond
1 september is dit vrouwenkamp opgeheven. Een deel van de vrouwen werd in kamp
Birkenau onder gebracht, de rest werd daar vergast. Voor Sientje is als sterfdatum
30 september 1942 aangegeven. Het kan dus zijn dat ze nog korte tijd in Birkenau heeft
geleefd. Voor haar man Josef Behr is als sterfdatum 10 september 1942 geregistreerd.
Deportaties uit de drie grote steden
Vanaf 15 juli tot en met maandag 24 augustus 1942 zijn er twee keer per week, dinsdag
en vrijdag, en in het geheel dertien transporten uit Westerbork naar Auschwitz vertrokken,
voornamelijk met joodse inwoners van de drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den
Haag. Dat waren in totaal 11075 mensen. Bijna een kwart daarvan waren minderjarigen.
Tot de eerste groep Rotterdammers behoorden Joachim Kaufman met zijn echtgenote
Vrouwtje van den Berg en hun elfjarig dochtertje Betti Bertha. Joachim was een neef van de
families Kaufman en Andriesse. Zijn vader was een broer van Abraham Kaufman en Carolina
126 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-4.indd 126 21-10-18 16:22