Page 237 - Voorwerk.indd
P. 237

Ergens in Midden-Europa
                      Bij degenen die niet meteen zijn vergast was dat moeilijker. Met name bij hen die
                  in de primitieve en vaak tijdelijke werkkampen van de Organisation Schmelt terecht
                  waren gekomen. Van Sjuul Andriesse en Werner Hertog waren de sterfdata wel in be-
                  waarde kampadministraties te vinden, maar van Walther Andriesse niet. In zijn overlij-
                  densakte staat Midden-Europa, 31 maart 1943. Dat is geen exacte datum, maar de da-
                  tum waarop hij zeker niet meer in leven was. In zijn vermistendossier bij Justitie staat:

                      Concrete gegevens omtrent betrokkene’s lot na zijn deportatie zijn niet
                      aanwezig, zodat als conclusie gesteld moet worden, dat betrokkene
                      uiterlijk 30-4-1943 in één der kampen in Silezië (Midden-Europa) is
                      overleden.



                      In Auschwitz-Birkenau
                      Zoiets geldt ook voor de datum 30 september 1942, die vaak wordt genoemd voor
                  degenen die al in een vroeg stadium naar Auschwitz zijn gedeporteerd, daar wel bij
                  binnenkomst zijn ingeschreven, maar waarvan geen overlijdensregistratie bestaat. Hoe
                  en wanneer precies ze gestorven zijn is niet bekend. Dit geldt eveneens voor Sientje
                  Andriesse.
                      Dat Hildegard  Andriesse, Hedwig Bock en Helene Hes meteen na aankomst in
                  Auschwitz zijn vergast, bleek uit het feit dat hun namen niet voorkwamen in de lijsten
                  van ingeschrevenen met hun nummers in de administratie van Auschwitz. Zoals hier-
                  voor is aangegeven, kan worden aangenomen dat hun vergassing in de ochtend van
                  30 augustus 1942 heeft plaats gevonden. Toch staat in hun overlijdensakte als sterf-
                  datum 31 augustus. Dit is een gevolg ervan, dat ook bij deportaties naar Auschwitz
                  uitgegaan werd van een reistijd van drie dagen.

                      Geen overlijdensakte voor Ellen Hoffmann
                  Voor Ellen van Leeuwen-Hoffmann heeft een procedure zoals die op basis van de
                  regeling van 1949 mogelijk was niet  plaats gevonden, evenmin als voor Hedwig Köl-
                  ling-Hirschberg. In beide gevallen, omdat ze niet vanuit Nederland waren gedeporteerd.
                  Op de persoonskaart in het Bevolkingsregister van Hedwig is wel aangetekend, dat zij is
                  overleden, maar dit is niet gebeurd volgens de procedure van de regeling uit 1949.
                      Van Ellen Hoffmann is het overlijden in het geheel niet vermeld. Nadat de getuige-
                  nissen van Lore Kann en Hanne Löw in 1948 het huwelijk van Arthur van Leeuwen met
                  Netje Citroen mogelijk hadden gemaakt, zijn deze verder niet gebruikt om het overlij-
                  den van Ellen Hoffmann te formaliseren. Kennelijk waren bij het derde huwelijk van
                  Arthur in 1950, na de echtscheiding van Netje Citroen, dergelijke getuigenissen niet
                  meer nodig.
                      In 1953 is er met het oog op Wiedergutmachung geprobeerd via de stad Düsseldorf
                  nadere informatie over haar overlijden te verkrijgen. Die informatie was daar niet en toen




                  | HOOF DS TU K 8 | N A DE OO RL O G |                                       239



       Hfdst-8.indd   239                                                                   22-10-18   09:42
   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242