Page 232 - Voorwerk.indd
P. 232
Aangifte van overlijden
Het doen van aangifte van iemands overlijden viel inmiddels niet mee. Daarvoor was
nodig dat plaats en datum van overlijden bekend waren. Het werd steeds duide-lijker
dat de bestaande wetgeving niet was ingericht op het formaliseren van de over-
lijdens van de meer danhonderdduizend Joden die buiten Nederlandzonder enige
formaliteit waren gestorven. Krachtens het Burgerlijk Wetboek kon een verklaring van
vermoedelijk overlijden worden afgegeven, maar dan moest gedurende tien jaar on-
zekerheid zijn geweest over ‘het bestaan van de afwezige’. En daarna zou het dan nog
twintig jaar duren, voordat de erfenis vrij kwam. Op grond van deze regelgeving konden
nauwelijks aangiften van overlijden worden gedaan. De benodigde gegevens daarvoor,
zoals plaats en datum van overlijden, waren door de aangever niet te achterhalen. En
zolang er geen overlijdensakte bestond, was veel niet mogelijk. Er konden geen erf-
genamen worden benoemd, geen verzekeringspolissen en pensioenen worden uitge-
keerd en er kon niet worden hertrouwd.
Huwelijk Arthur van Leeuwen in 1948
Dat laatste was waarArthur van Leeuwen tegenaan liep toen hij in 1948in
Amsterdam wilde hertrouwen met Netje Citroen. Zij was in juni 1945 uit Theresienstadt
teruggekeerd. Daarheen was zij begin april 1944 met haar man Jacques Fortuin vanuit
Westerbork gedeporteerd. Het is mogelijkdat zij daar EllenHoffmann en Lore Kann
heeft ontmoet. De man van Netje was vanuit Theresienstadt via Auschwitz in Dachau
terecht gekomen, net als Karl Jordan, en is daar 4 januari 1945 gestorven. Zijn dood was
inmiddels wel vast gesteld, maar die van Ellen Hoffmann nog niet. De ambtenaar van
de Burgerlijke Stand in Amsterdam moest op grond daarvan weigeren het huwelijk af
te kondigen en te voltrekken. Het aanstaande echtpaar moest eerst op basis van
getui-genverklaringen aantonen dat Ellen Hoffmann was overleden en een rekest
indienen bij de rechtbank in Amsterdam. Die kon dan al of niet vaststellen dat de voor
het huwe-lijk ingeleverde stukken ‘genoegzaam’ waren en het huwelijk kon doorgaan.
De in dit soort zaken ervaren advocate Reine Friedmann-van der Heide werd belast
met het vinden van de nodige getuigenverklaringen. De gemeentesecretaris van Gennep
verklaarde dat Ellen Hoffmann wegens vertrek met onbekende bestemming in mei 1943 uit
het Bevolkingsregister van Gennep was afgevoerd. Hein Bertissen legde een verklaring af
over de wijze waarop hij geholpen had Arthur en Ellen over de Duitse grens te smokkelen.
De verklaring van Lore Kann
Een andere getuige was Lore Kann, de dochter van Ernst Kann, die van Ellen bij
haar vertrek uit Theresienstadt naar Auschwitz afscheid had genomen. Haar verklaring
luidde:
Ik ken Ellen Hoffmann al van klein kind af. Later heb ik haar na haar
huwelijk weer in Gennep ontmoet. Aangezien ik Jodin was, ben ik, na
door de Duitsers gearresteerd te zijn, op 6 of 7 September 1944 naar
234 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-8.indd 234 22-10-18 09:42