Page 228 - Voorwerk.indd
P. 228
ten in het Bevolkingsregister van Gennep was daarom aangetekend VOW, de afkorting
voor Vertrokken, onbekend waarheen. Bij degenen, die op 25 augustus 1942 naar
Maastricht waren gegaan, was dat aan het einde van het jaar 1942 gebeurd. Voor de-
genen, die op 9 april 1943 naar Vught waren ‘verhuisd’, gebeurde dat op 19 mei 1943.
Men wist dat ze naar Maastricht (1942) of Vught (1943) waren vertrokken. Men wist
ook, dat ze via Westerbork naar Duitsland waren getransporteerd. Maar waar ze daar
terecht gekomen waren en wat er met hen gebeurd was, was onbekend. Nimmer werd
enig bericht van hen ontvangen, zo schreef burgemeester van Banning over de in
Sobibor vergaste familie Andriesse-Jakobsohn in oktober 1945 aan de procureur-
gene-raal in Den Bosch. Zolang niet meer bekend was, golden zij als vermist. Aan die
situatie zou pas een einde komen als ze toch nog terugkeerden, of als hun overlijden
formeel was vastgesteld en in de registers van de Burgerlijke Stand was
ingeschreven.
Bewindvoering
In de tijd, dat de gedeporteerden als vermist golden, moest hun eventueel aanwe-zige
vermogen beheerd worden. Die taak was wettelijk opgedragen aan het Nederlands
Beheers Instituut (NBI), een onderdeel van de afdeling Beheer van de Raad voor
het Rechtsherstel. Het NBI had daarnaast ook nog tot taak de vermogens te beheren
van degenen die beschuldigd werden van collaboratie met de vijand en van die vijand
zelf, dat wil zeggen de Duitse staat en Duitse onderdanen. Als er van een vermiste
inderdaad vermogen bleek te bestaan waar rechten en plichten, zoals belasting
betalen, aan wa-ren verbonden, dan oefende het NBI het beheer van dat vermogen
niet zelf uit. Het NBI benoemde dan een bewindvoerder, die jaarlijks verantwoording
over dat beheer moest afleggen aan het NBI. Bewindvoerders werden voornamelijk
gezocht in de kring van de nog levende meest nabije familieleden. Voor de
Gennepse vermiste Joden waren die niet gemakkelijk te vinden. Van de broers en
zusters van de families Andriesse, Bock en Kaufman was vrijwel niemand meer over.
Wie waren er nog?
Van de tien broers en zusters Andriesse en hun partners die in 1942 in Nederland
leefden, waren in 1945 alleenBertha en haar oudste zusteRegina (Gien) gered.
r
Die laatste omdat zij in Rotterdam met een katholieke man was getrouwd. Van de
volgende generatie in Nederland,30 personen, leefden er nogzes. Daaronder Greta
Andriesse, dochter van Sjuul, Jopie Rood, zoon van Cor Rood-Andriesse, en zijn vrouw
Rachel van de Kar, en twee dochters van de in 1926 overleden Emanuel Andriesse,
Else Bouscher- Andriesse met partner Willi Bouscher, en tenslotte Ruth Andriesse. Greta
trouwde in 1948 in Kerkrade met een andere overlevende, Josef Keller en ging kort
daarna met hem naar Amerika (waar zij in 2005 is overleden). Korte tijd was zij
bewindvoerder voor haar vader, maar na haar vertrek moest Bertha dat overnemen. Dat
gold ook voor de vermogens van haar andere twee Gennepse broers, Harry en Sam. Dit
nadat Jopie Rood was afgehaakt, omdat die in Amsterdam bezig was het bedrijf van
zijn vermoorde schoonvader weer op gang te brengen.
230 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-8.indd 230 22-10-18 09:42