Page 225 - Voorwerk.indd

Laatste twee bladzijden uit het dagboek, dat Arthur van Leeuwen had bijgehouden: “thuis”.

deren geld in bewaring te nemen. Lenie nam contact op met iemand van de groep die
voor Anneke een onderduikplek had gevonden in Friesland. Die persoon was inmiddels
werkzaam bij de Voogdijcommissie Oorlogspleegkinderen.

Voogdijcommissie Oorlogspleegkinderen
Deze commissie had de wettelijke zorg voor kinderen van ouders die (nog) niet
waren terug gekomen. Zij moest ook adviseren of een kind terug kon naar de wel terug
gekeerde ouders. Het was niet de bedoeling dat degene bij wie een kind was onderge-
doken dit buiten de Voogdijcommissie meegaf aan een ouder of een ander familielid.
Men wilde eerst weten of de betreffende ouder die zorg wel (weer) aankon. En bij fami-
lieleden van de kinderen werd de vraag gesteld of het niet beter was dat het kind bij de
pleegouders bleef. Deze regelgeving heeft tot pijnlijke situaties geleid en ondervond
bittere kritiek in de joodse gemeenschap. Er bestond namelijk de neiging de voogdij
over kinderen van wie de ouders niet waren teruggekeerd en van wie alleen verre ver-
wanten nog leefden bij de christelijke pleegouders te laten. Dit terwijl men binnen het
kleine restant van wat er aan Joden in Nederland was overgebleven juist wilde, dat die
kinderen binnen de joodse religie- en cultuursfeer zouden opgroeien, eventueel zelfs
in joodse kindertehuizen.

| HOOF DS TU K 8 | N A DE OO RL O G | 227

Hfdst-8.indd 227 22-10-18 09:42