Page 194 - Voorwerk.indd
P. 194

6  De Gennepse Joden elders







                  Van de Duits-joodse families die in de jaren 1930 naar Gennep waren gekomen, verlie-
                  ten begin 1941 enkele Gennep, met name die van de drie eigenaren van de fabrieken,
                  Kann, David en Jordan. Kann en David gingen eerst nog in hun flats in Zandvoort, maar
                  daar konden ze uiteindelijk niet blijven. Alle drie de families trokken naar plaatsen in
                  het Gooi waar een grote joodse gemeenschap woonde, die nog werd vergroot doordat
                  ook veel uit Duitsland gevluchte Joden zich er vestigden. De familie David ging naar
                  Bussum, Kann ging naar Naarden en Jordan naar Hilversum, alle drie met hun schoon-
                  moeders. Ook de ouders van Karl Jordan kwamen naar Hilversum. In november 1941
                  werd Joden die voor 10 mei 1940 naar Nederland waren gevlucht en geen Nederlander
                  waren geworden, zoals de familie Kann, de Duitse nationaliteit ontnomen. Ze werden
                  daardoor statenloos. Dit trof dus zowel de familie David als Jordan.

                      Jordan
                      Begin 1942 werd er een begin gemaakt met de gedwongen verhuizing van Joden
                  uit verschillende steden naar Amsterdam of het vluchtelingenkamp Westerbork. Al snel
                  was Hilversum aan de beurt. Daar moesten op 29 januari 1942 een vijftigtal voormali-
                  ge Duits-joodse, maar nu statenloze families, in totaal 137 personen naar Westerbork,
                  ‘om daar te verblijven’. Onder hen Karl en Irmgard Jordan, Moeder Bertha Blumenthal
                  mocht wegens ziekte achterblijven. Degenen die moesten vertrekken, mochten meene-
                  men wat draagbaar vervoerd kon worden.
                      Westerbork was toen nog een kamp voor de opvang van legale joodse vluchtelin-
                  gen, die daar verbleven in ruim 200 kleine woninkjes. Het stond nog onder supervisie
                  van het ministerie van Justitie. In 1941 verbleven er 2000 mensen.  Toen Karl en Irm-
                  gard Jordan er begin 1942 aankwamen hadden de Duitsers al besloten dat Westerbork
                  het doorgangskamp zou worden voor de transporten naar de vernietigingslampen. En
                  het was de bedoeling dat de uitvoering van het hele proces in Westerbork door joods
                  personeel zou gebeuren. Om te beginnen door de groep Duitse Joden waartoe Karl en
                  Irmgard ook behoorden, de zogenaamde ‘alte Kampeinsassen’. Op 1 juli 1942 werd
                  Westerbork  overgenomen  door  de  Sicherheitsdienst  en  werd  het  in  gereedheid  ge-
                  bracht voor de opvang van degenen die wachtten op hun transport vandaar naar het
                  oosten. De alte Kampeinsassen werden daar van vrijgesteld. Er bestond dus hoop dat
                  ze daar konden blijven.












                  | HOOF DS TU K 6 | DE G E N N E PS E JO DE N E LDE R S |                    195



       Hfdst-6.indd   195                                                                   21-10-18   16:48
   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199