Page 346 - Voorwerk.indd
P. 346
meer te vinden. Dat is in een enkel geval gelukt, maar niet op een schaal als zij hadden
gehoopt. Voor de foto’s geldt hetzelfde als voor de persoonlijke gegevens van de leden
van de vooroorlogse Joodse gemeenschap. Nieuw materiaal is niet tevoorschijn geko-
men. Ook de weinige nabestaanden konden ons niet verder helpen. Misschien kan het
verschijnen van dit boek toch nog wat opleveren. Het zou mooi zijn als de Gennepse
joden niet alleen door de stolpersteine en door de verhalen in dit boek, maar ook met
hun portretten weer in de Gennepse gemeenschap konden terugkeren.
Een van de meest bijzondere bronnen waarover men in Gennep beschikt is de zoge-
naamde Jetten-film. Een fragment van vijftien seconden waarin het vertrek van de
Joden op 9 april 1943 is te zien. Die beelden worden wel eens in een verkeerde context
gebruikt. De oorzaak daarvan is dat moeilijk is voor te stellen wat hier aan de hand
is: joden die zonder politiebewaking naar de trein lopen, waarmee ze naar een
con-centratielamp zullen gaan en daarbij naar hun buren zwaaien. Hoe dat mogelijk
was probeert dit boek te verklaren. De getoonde stills in het boek zijn niet erg scherp,
maar wel scherper dan wat met woorden kan worden gezegd. En dat geldt voor meer
beeld-materiaal.
In dit boek staan ook afbeeldingen die al eerder elders zijn gepubliceerd. De afbeeldin-
gen van de Duitse kampen zijn meestal afkomstig van Yad Vashem in Jerusalem en de
US Holocaust Memorial Museum in Washington. De tekeningen en plattegronden van
Sobibor zijn vooral ontleend aan het boek “De Nazi Moordfabrieken” van Ton Rooze-
boom. We hebben getracht zo zorgvuldig als mogelijk te zijn wat betreft de herkomst
van beeldmateriaal. De rechten van de oorspronkelijke bron en/of eigenaar dienen zo-
veel mogelijk gerespecteerd te worden voor wat betreft gebruik en verdere versprei-
ding van beeldmateriaal in dit boek.
De inhoud van dit boek is niet alleen op literatuur, papieren of digitale archieven en
beeldmateriaal gebaseerd. Ook langs mondelinge weg is informatie verkregen. Harm
Teunissen heeft daar een belangrijke bijdrage aan geleverd, zoals hij in hoofdstuk 9
vertelt. Dat kon echter slechts op bescheiden voet, omdat er nog slechts weinig Gen-
nepenaren zijn die de jaren dertig en veertig bewust hebben mee gemaakt. Waar in dit
boek sprake is van langs mondelinge weg verkregen informatie wordt de verstrekker
ervan in de meeste gevallen met naam genoemd. Wanneer die informatie zodanig is
dat die moeilijk door andere bronnen kan worden ondersteund wordt dat aangegeven.
350 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Bijlagen.indd 350 22-10-18 12:04