Page 344 - Voorwerk.indd
P. 344
kon worden gefotografeerd en niet alles meer met potlood hoefde te worden
overgeschreven, zoals bij het CABR nog wel het geval is. Op de dag dat ik dit schrijf,
wordt in De Volkskrant gepleit voor volledige openstelling van het vier kilometer
lange archiefbestand van het CABR.
De in het Nationaal Archief door mij gebruikte archieven bevatten vooral naoor-
logse dossiers. Maar daarin zijn veel gegevens over wat erin de oorlog is gebeurd
te vinden. Om de voornaamste zaken te noemen die een plaats in dit boek hebben
gevon-den: de gang van zaken rond DACO en Kann en Co in 1940 en de afwikkeling
daarvan na de bezetting, hetzelfde wat betreft de in Gennep verkochte Joodse huizen,
het beheer van de vermogens van de niet-teruggekeerde Joden, de wijze waarop aan
hun ‘vermis-sing’ een einde kwam, soms ook met nadere gegevens over hoe zij om
het leven zijn gekomen, de bizarre gang van zaken rond de ontvijanding van enkele
Duitse Joden, zoals Paul David. Helaas zijn er over de Gennepse joden nauwelijks
dossiers die inzicht geven over hun vroegere sociaal-economische positie.
Gelukkig had ik al in een vroeg stadium contact met het Informatie Centrum van het
Rode Kruis. Mijn onderzoek beperkte zich toen nog tot de families Andriesse en
Kaufman. Ik heb toen de Joodse Raad kaarten van al die familieleden, ook die buiten
Gennep, kun-nen inzien. Daaraan heb ik de nodige gegevens ontleend, zoals de
datums waarop zij in Westerbork zijn gekomen en die waarop zij van daar uit zijn
gedeporteerd. In enkele gevallen kon ik die via informatie uit kamp Westerbork
aanvullen. Daar werd altijd snel gereageerd. Thans berust het Rode Kruis archief in het
Nationaal Archief en wordt daar toegankelijk gemaakt.
Uiteraard is ook het Regionaal Historisch Centrum Limburg een instelling waar gege-
vens over Gennep zijn te vinden. Gelukkig hoefde ik daar niet vanuit Amsterdam gere-
geld naar toe te reizen. Mijn oud-collega Jacques van Rensch was zo goed, als ik hem
met een vraag benaderde, telkens de daarvoor in aanmerking komende stukken bijna
per omgaande in kopie aan mij toe te sturen
Ook op een van mijn oude werkplekken, het Noord-Hollands Archief, vond ik
hulp, die veel tijd bespaarde. Zo kon ik daar digitaal de kadastrale bescheiden van
Gennep bekijken, die ook inzicht gaven in de verkoop en teruggave van Joodse
panden. Ook vond ik er in het archief van de rechtbank Amsterdam nieuwe informatie
over de ‘ver-missing’ van Ellen Hoffmann. Een van de dossiers in het archief van de
Commissie Oor-logspleegkinderen leverde een treffend beeld op van de pijnlijke
kwesties die na de bezetting konden ontstaan rond de plaatsing van oorlogswezen.
En tenslotte ben ik natuurlijk geregeld naar het NIOD gefietst voor allerhande details,
onder andere over Bertha Andriesse en Hedwig Hirschberg. Ook kon ik er enkele na-
oorlogse verslagen van overlevenden inzien, die een beeld gaven van transporten
naar Auschwitz, onder andere dat van 28 augustus 1942 met de zes Gennepenaren.
Over hen zelf helaas geen details. De service is bij het NIOD vrij informeel en er zeer
op gericht onderzoekers verder te helpen.
348 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Bijlagen.indd 348 22-10-18 12:04