Page 15 - Voorwerk.indd
P. 15

hun Gennepse vaders, die allen als slager of veehandelaar werkzaam waren geweest.
                       De mannen die in Gennep waren gebleven, volgden hun vaders wel op in die beroepen.
                       Gennep behoorde daarmee niet tot die kleine gemeenten waar tussen 1880 en 1930 de
                       joodse gemeenschap geheel verdween.

                           Kleinere gezinnen
                           Een andere ontwikkeling, die zich in de halve eeuw tussen 1880 en 1930  voordeed,
                       was dat het relatieve aandeel van Joden in de Nederlandse bevolking daalde; vanaf
                       1920  daalde  hun  aandeel  ook  in  absolute  getallen.  De oornaamste  oorzaak hiervan
                                                                  v
                       was dat bij Joden veel eerder dan bij het christelijke deel van de bevolking de gezinnen
                       kleiner werden. Deze tendens was niet alleen in Nederland, maar ook onder Joden in de
                       rest van Europa zichtbaar. Nog in het midden van de negentiende eeuw hadden Joden
                       zeer grote gezinnen, groter zelfs  dan  in katholieke en orthodox-protestante milieus.
                       Maar bij huwelijken die vanaf het begin van de twintigste eeuw werden gesloten daalde
                       het kindertal drastisch.
                           De meer moderne opvattingen over gezinsplanning drongen in joodse kring dus
                       eerder door dan daarbuiten. De uit Gennep afkomstige socioloog Bert Felling heeft ge-
                       steld  dat  lage  geboortecijfers  aangeven  dat  er  sprake  is  van  overgang  naar  een
                       ‘mo-dern-dynamisch  cultuurpatroon’.  Bij  Joden  zou  dat  dus  al  vroeg  het  geval
                       zijn .  In  andere  milieus,  behalve  bij  de  vrijzinnig  protestanten,  verliep  die
                       ontwikkeling  trager.  Felling  stelde  vast  dat  het  katholieke  Limburg  opmerkelijk
                       achterliep bij deze ontwik-keling in de gezinsplanning tussen 1900 en 1950. Limburg
                       had toen een voor Nederland en zelfs voor Europa uitzonderlijk hoog geboortecijfer.
                           De praktijk van de Gennepse joodse families ten aanzien van gezinsplanning sloot
                       geheel aan bij die van de Joden in de rest van Europa. Onder de leden van die families
                       die hier vanaf het einde van de negentiende eeuw huwden, kwamen gezinnen met meer
                       dan  drie  kinderen  nauwelijks  nog  voor.  Zoals  hierboven  is  aangegeven  bestond  het
                       gezin van Abraham Kaufman uit negen, dat van zijn zuster Carolina Andriesse-Kaufman
                       uit  zestien  kinderen,  evenals  het  gezin  van  Isaak  Bock.  Van  deze  in  totaal  41  tussen
                       1870 en 1903 uit drie huwelijken geboren kinderen trouwden er twintig. Deze twintig
                       kregen in de perio-de 1918-1937 gezamenlijk dertig kinderen, dat wil zeggen anderhalf
                       kind  per  echtpaar.    In  Limburg  kregen  echtparen  die  in  de  jaren  1920  trouwden,
                       gemiddeld vijf kinderen per gezin. In het traditionele Noord-Limburg lag dat aantal zelfs
                       nog iets hoger.
                           Voor  een  deel  werd  dit  lage  kindertal  onder  Joden  ook  veroorzaakt  doordat
                       som-mige  leden  van  die  families  laat  trouwden.  En  dat  kwam  weer  omdat  het  in  de
                       kleine  joodse  gemeenschap  van  Gennep  moeilijk  of  zelfs  onmogelijk  was  een
                       huwelijkspartner te vinden, tenminste, als die huwelijkspartner ook joods moest zijn en
                       liefst niet uit de eigen familiekring.

                           Duitse immigranten
                       In de jaren 1930 veranderde de situatie ten opzichte van de voorafgaande jaren. Het
                       aantal Joden in Nederland groeide weer, niet door grotere gezinnen, maar als ge-


           14                      | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |



       Hfdst-1.indd   14                                                                    21-10-18   17:18
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20