Page 14 - Voorwerk.indd
P. 14
1 Joodse families in Gennep
Ontwikkelingen 1880-1940
Trek naar elders
Van de 112.000 Joden die Nederland in 1930 telde, woonde driekwart in de drie
grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Het andere kwart woonde in 407 van
de 1078 gemeenten die Nederland toen kende. In tachtig procent van die 407 gemeen-
ten lag het aantal Joden beneden de vijftig personen. Daar vormden zij dus een
zeer kleine minderheid. Meestal ging het dan omenkele families die eral
verschillende generaties woonden en grotendeels werkzaam waren in een beperkt
aantal beroepen: veehandel, slagerij of textielhandel. Gennep was zo’n plaats waar
dit het geval was. De Joden die in 1930 in Gennep woonden, behoorden tot vier
families: Andriesse, Bock, Kaufman en Van Leeuwen, in totaal ongeveer 25 personen,
allen in de bovengenoemde beroepen.
Een halve eeuw eerder, in 1880 lagen die cijfers in Nederland nog anders. Toen
woonde nog meer dan een derde van de Joden buiten de drie grote steden, en was ook
het aantal plaatsen waar Joden woonden groter. Deze verandering is voornamelijk een
gevolg van interne migratie binnen Nederland. Veel Joden verhuisden om economische
redenen uit kleine plaatsen naar de grote steden en plaatsen waar industrie op gang
kwam.
Ook in Gennep was al vroeg een trek naar elders te zien. Joachim Kaufman en Rachel
Cohn kregen tussen 1850 en1867 tien kinderen, van wie er twee in Gennepnage-
slacht hadden, Abraham en Carolina. Van de negen kinderen die Abraham Kaufman en
Johanna de Winter tussen 1885 en 1902 kregen, bleef uiteindelijk alleen Jacob (Jöbke)
in Gennep. Abrahams zuster Carolina kreeg uit haar huwelijk met Joseph Andriesse tus-
sen 1879 en 1903 zestien kinderen. Van hen verhuisden de meeste op vroege leeftijd
naar elders, enkelen kwamen terug. Uiteindelijk woonden er in 1940 nog vier in Gen-
nep. Hetzelfde deed zich in deze generatie voor bij de familie Bock. Uit het huwelijk
van Isaak Bock en Sara Bock werden tussen 1870 en 1890 zestien kinderen geboren.
Van hen was alleen Max in 1930nog in Gennep. In 1939 kwamen daar drievan zijn
ongehuwde zusters bij, die uit Duitsland hadden moeten vluchten. In de gezinnen van
Joachim de Vries (1802-1889) en zijn zoon Marcus (1831-1906) werden veel kinderen ge-
boren, maar na de dood van de laatste in 1906 verdween de familie De Vries uit Gennep.
Van de 52 in de periode 1859-1903 in Gennep geboren joodse kinderen woonden
er in 1925 dus nog maar zeven in Gennep. Zij hadden op dat moment geen nageslacht.
Van degenen die naar elders waren gegaan, kwameen groot deel in grotere steden
terecht: Amsterdam, Rotterdam, Arnhem,Nijmegen. En ook in andere beroepen dan
| HOOF DS TU K 1 | JOO DS E F A M I L I E S I N G E N N E P | 13
Hfdst-1.indd 13 21-10-18 17:18