De Martinuskerk van Gennep in Madurodam

In 2006 berichtte ik op deze site dat een maquette van onze Martinuskerk in Madurodam staat. Maar ook dat die maquette niet echt op onze vertrouwde kerk in Gennep lijkt. Harrie-Jan Metselaars is in de geschiedenis gedoken en heeft het volgende verhaal geschreven.

De St. Martinuskerk van Gennep in Madurodam

En tijd lang heeft er in Madurodam een maquette gestaan van de Gennepse St. Martinuskerk in Gennep. Maar die leek helemaal niet op het echte gebouw. Hij is inmiddels dan ook verwijderd. Maar hoe kan het dan dat er toch een dergelijk bouwsel heeft gestaan.

Harrie-Jan Metselaars vond in het boek ‘Ware schoonheid of louter praal. De bisschoppelijke bouwcommissie van Roermond en de katholieke kunst van Limburg in de twintigste eeuw‘ van Jos Pouls de verklaring.

Het model dat in Madurodam stond is gemaakt op basis van het eerste ontwerp van de kerk uit 1949 van de hand van architect Nico van der Laan. Het toenmalige kerkbestuur onder leiding van deken W. Janssen heeft dit plan toen goedgekeurd. Als dit plan verwezenlijkt was had het terrein aan de Zuid-oostwal waar de kerk staat er nu heel anders uitgezien. Tussen de kerk, met drie aparte puntdaken, en de vierkante toren, niet links, maar rechts van de kerk, was een kloosterachtig gebouw geprojecteerd. De foto van de in Madurodam geplaatste maquette geeft daarvan een mooi beeld.

Hoe en wanneer men er toe is gekomen om een model van de Gennepse kerk in Madurodam te plaatsen is niet bekend. Misschien is toentertijd het initiatief van het architectenbureau uitgegaan en heeft men daar gebruik gemaakt van de oorspronkelijke plannen en niet de uitgevoerde plannen.

Dt gebouw is er niet gekomen. Uiteindelijk kon pas in 1953 met de bouw van de huidige kerk worden begonnen, nadat er nog enkele andere ontwerpen waren afgekeurd. Financiële problemen speelden daarbij een rol, maar daarnaast vooral bezwaren van de Bouwcommissie van het bisdom Roermond. Zonder diens goedkeuring mochten er geen katholieke kerken in Limburg worden gebouwd.

Wat waren die bezwaren?

De architect die deken Janssen in 1948 had uitgezocht, Nico van der Laan, was geen Limburger, maar kwam uit Leiden. Samen met zijn broer, de benedictijn Hans van der Laan, leidde hij in Den Bosch een cursus voor katholieke architecten, vooral op het gebied van kerkenbouw. De bouwstijl die daaruit voortkwam wordt aangeduid als de Bossche School. Die was toen, eind jaren veertig, nog tamelijk traditioneel en gebaseerd op het model van de vroeg christelijke basilieken in Ravenna en Rome. Veel kerken die in die tijd in Nederland werden gebouwd waren in die stijl.

Zo niet in Limburg. De toenmalige leden van de bisschoppelijke bouwcommissie hielden er niet van. Ze vonden die niet eigentijds genoeg, en vooral veel te Hollands sober en te weinig Limburgs zwierig. Dit kwam voort uit het idee, dat in kerkelijke kring breed leefde, dat er een aparte katholieke Limburgse cultuur bestond, die afweek van die van de rest van Nederland. Ook in de kerkenbouw moest dat tot uitdrukking komen. Steun vond dat ook bij veel Limburgse architecten, die geen concurrentie van buiten wilden.

In 1951 maakte Van der Laan een nieuw ontwerp. Dat is ook in het boek van Pouls afgedrukt. In dit ontwerp zouden er balustrades boven de zijbeuken komen. Maar ook deze opzet vond de Bouwcommissie nog te traditioneel en te weinig streekeigen. Dat eigene moest onder andere tot uitdrukking komen door het gebruik van natuursteen of mergel.

Deken Janssen voelde zich ‘als simpele bouwpastoor', zoals hij zich zelf noemde, verstrikt in deze ideologische strijd. Waarschijnlijk zal hij Gennep ook niet als echt Limburgs beschouwd hebben. Maar vooral ging deze slepende kwestie volgens hem ten koste van de zielzorg en het godsdienstig leven in Gennep. Er moest, zes jaar na de bevrijding, nog steeds gekerkt worden in de noodkerk bij het spoor, een voormalige loods van de NBDS en latere drukkerij Janssen.

In het boek staat een derde ontwerp uit 1952 dat de voorgevel laat zien zoals wij die nu kennen. Er is daarbij voor de buitenkant een compromis gevonden. Er is zowel baksteen als mergel gebruikt. Het principe van de vroeg-christelijke basilica is, zowel binnen als buiten, gehandhaafd.

Op 23 maart 1953 vond eindelijk de aanbesteding plaats. De CAGO was met 341 883 gulden de laagste inschrijver. De nieuwe kerk werd met Kerstmis 1954, bijna tien jaar na de verwoesting van de vorige, in gebruik genomen. Dat was eigenlijk nog te vroeg, zoals blijkt uit de memoires van Thom van Kalmthout, want de vloer was nog niet droog en moest daarna opnieuw gelegd worden. De pastorie, ook van de Bossche School, is in 1955 gebouwd.

Pouls geeft aan dat er na die in Gennep in Limburg verder geen parochiekerken in de stijl van de Bossche School zijn gebouwd. Maar tegelijkertijd vond er, vermoedelijk ook onder invloed van de gang van zaken in Gennep, wel een ontwikkeling plaats binnen de Bossche School. Die werd steeds minder traditioneel en richtte zich steeds meer op ‘objectieve schoonheid'. Als hoogtepunt daarvan kan wel gelden de nieuwbouw van de bendedictijnerabdij in Mamelis in 1966, van Nico van der Laans broer Hans, uitgerekend ook in Limburg. Hans was ook al nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de Gennepse kerk. Hij heeft de banken ontworpen en bemoeide zich ook met de ramen. Die werden gemaakt door Marius de Leeuw uit Vught. De familie Peters had toegezegd de ramen van de doopkapel te zullen betalen. Maar zij zag daar uiteindelijk van af toen die in haar ogen veel te modern waren.

HJ Metselaars, september 2019

 

Harm: Hieronder nog een aantal afbeeldingen van de Martinuskerk van deze website:

In 1953 werd de grond waar de kerk gebouwd ging worden ingewijd met een viering
Het bouwterrein ligt gereed, met op de achtergrond de kerk van Ottersum
Het betonwerk van de onderkerk vordert al aardig
In 1955 is de kerk gereed. De pastorie moet nog gebouwd worden en er is ook nog geen Niersdijk
Op deze luchtfoto's is de pastorie en is de dijk gereed. De tramrail liggen er nog, waarover het zand met kiepkarretjes helemaal uit Gennep-zuid was aangevoerd. Tot 1993 was de kerk tegen hoogwater beschermd.
In 1954 werd in het hele bisdom "Maria sterre der zee" gevierd. Zo ook in Gennep. Maar omdat de kerk nog niet gereed was gebeurde dat in de onderkerk, waarna men in processie naar de Markt trok.
In 1967 werd de koepel boven het priesterkoor geschilder door door Théodore Stravinsky , zoon van de bekende komponist Igor Stravinsky
een redelijk recente schets van de Martinuskerk. Inmiddels zijn huizen gebouwd aan de overzijde van de Zuid-Oostwal
Een droge SIEP

Dory stuurde vanochtend (1 sept 2019) deze foto van de Siep, waaraan te zien is dat het wel heel erg droog is en dat ondanks de hevige bui van gisteravond. Een slecht vooruitzicht zo voor diegenen die hopen deze winter op de Siep te kunnen schaatsen.

HOLLAND FIRST!

een bijdrage van Wiel van Dinter.

De laatste jaren is weer een oud probleem actueel: de beteugeling van de extreem hoge waterstand van de Maas. Dat was enkele eeuwen geleden ook al een probleem. De Staten van Holland braken het hoofd over deze zaak. Na lange debatten riep de voorzitter Tromp: “Mijne heren, Holland first!” En het besluit viel in het donkere zuiden bij Cuijk/Linden een lage oeverwal aan te wijzen waarover bij heel hoge waterstand het Maaswater in het achtergelegen land kon stromen. Zo'n 40 kilometers verderop zou het in de Dieze terecht komen. Stroomafwaarts bleef het waterpeil zodoende laag en hield Holland droge voeten.

Kanonschot
Op die manier ontstond de Beerse Overlaat. Men creëerde hier een tijdelijke Maasarm, die daarom ook wel de Beerse Maas werd genoemd. Het dunbevolkte stroomgebied van de Overlaat werd door een kanoschot gewaarschuwd, dat het water er aankwam. De armelui's koe, de geit, werd met de kippen op zolder gezet. De paar koeien dreef men naar een hoger gelegen heivlakte. Of op een terp bij het dorpskerkje. Deze verfoeide ‘oplossing' bleef eeuwenlang bestaan (tot 1942). En Holland bleef droog.

Holland first
Soms herleven oude tijden. Na de ervaringen van de watersnood van 1993,en opnieuw twee jaar later, kwam het probleem van het heel hoog Maaswaterpeil weer op de agenda. De overheid formeerde een projectgroep met als opdracht: kom met maatregelen tegen extreem hoge waterstand van de Maas en houdt daarbij als achterliggende gedachte: Holland first!

Binnenmeer
De groep kwam met maatregelen als: rechttrekken Maas, nevengeul, uitdiepen, hogere dijken, enz. Totdat één lid van het team riep: “Eureka, ik heb het!” Hij herinnerde het team eraan, dat tussen Mook en Gennep een duizenden jaren oude Rijnbedding lag van na de laatste IJstijd. De stuwwal van die laatste ijstijd lag er nog (het Rijkswald). Tussen de stuwwal en de Maasduinenrij was met weinig kosten een waterbekken, een binnenmeer te maken. Een mooiere waterberging voor het te parkeren Maaswater was niet te vinden.

Het lob
“We moeten dit wel elegant formuleren”, aldus de voorzitter. “We kunnen het niet bekken, kuip, kom noemen. Nee, bassin ook niet. Het moet minder bedreigend overkomen. Na veel hersenbreken en meerdere suggesties wordt men het eens: lob . Voetbalfans zullen misschien aan een boogbal denken. Maar dat woord ‘lob' is op papier neutraal. En toen een lid voorzichtig opmerkte wat voor consequenties zo'n lob voor de woonkernen in die lob had, kapte de teamleider een discussie hierover meteen af. Onze opdracht is: maatregelen voorstellen om extreme waterhoogte richting Holland af te zwakken. Voor gevolgen van onze maatregelen moet er een nieuwe commissie komen.
Zo werd de ‘Lob van Gennep' geboren. En herleven oude tijden.

Wiel van Dinter

de LOB nog maar weer eens.

Het is bij wet vastgelegd dat de lob van Gennep stroomgebied van de Maas is en dus gewoon onder water gaat bij hoog water volgens de huidige regelingen en inzichten. Dit blijkt onder andere in het Waterbesluit van 2009. Daar worden op de kaarten van bijlage IV van dat besluit aangegeven

waar binnen het stroomgebied van de Maas de beperkingen voor activiteiten, zoals bouwen of bodemactiviteiten NIET gelden. Die zones zijn aangegeven in het geel. In de woonkernen gelden de beperkingen voor het bouwen in het "stroomgebied" van de Maas dus niet, in de rest van de lob wel.Maar de kernen worden wel degelijk beschouwd als stroomgebied van de Maas.

Hieronder heb ik ook de kaarten voor Heijen en voor Mook/Middelaar/Plasmolen gezet evenals een combinatiekaart, waar ik die 3 kaarten aan elkaar heb geplakt.

Grote vraag, die bij mij opkomt bij het zien van die kaarten in het Waterbesluit: Is het gedeelte van Gennep ten noorden van de Brabantweg nu wel of niet onderdeel van de lob van Gennep? Want aangezien de oude kern van Gennep geel gemarkeerd is, kan worden afgeleid dat die beschouwd wordt als stroomgebied van de Maas.

In het MIRT onderzoek en in de huidige plannen lijkt de kern Gennep echter buiten de lob van Gennep te vallen. Dus hoe zit dat dan? En als de kern Gennep er buiten valt, zou dan die kaart van het Waterbesluit niet moeten worden aangepast en de kern Gennep zelf gewoon door dijken beschermd? Of wordt ook de kern Gennep bij heel hoog water geïnundeerd? Of stromen de dijjken over, zoals in een groot deel van Limburg?

kaartdeel Heijen in bijlage IV vn het Waterbesluit van 2009

kaartdeel Mook?middelaar/Plasmolen in bijlage IV vn het Waterbesluit van 2009

rechts de combinatiekaart.

De LOB van Gennep

Het onderwerp dat de gemoederen in de Gennepse kerkdorpen hoog doet oplopen en zelfs geleid tot de oprichting van de actiegroep "nee tegen de vloedgolf". Onderstaande plaatjes komen uit het Mirt rapport "lob van Gennep" en laten de 3 alternatieven zien, die resulteren uit dat MIRT onderzoek. Ik heb daarin gearceerd welk gedeelte onder water gezet zou worden dmv schuiven bij de inlaat bij de driekronen.

Bedijkt ("wettelijke normdijken")
Kleine badkuip ("dubbele dijken")
Grote badkuip ("verbindende dijken")

Gennep en het water van de Maas en de Niers zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Eeuwen geleden werd al melding gemaakt van overstromingen, zodat het water tot bij het stadhuis en bij het altaar van de Martinuskerk stond. Befaamd zijn de overstromingen van 1926 en meer recent van 1993 en 1995 toen allerlei nooddijken werden aangelegd. Voor de dorpen in de lob van Gennep geldt hetzelfde. Deze liggen in een heel oude rivierbedding van de Rijn. De Rijn stroomde in de laatste ijstijd namelijk net ten noorden van Gennep samen met de Maas. En daar begint het probleem. De kern Gennep geldt inmiddels als bedijkt gebied. De overheid beschouwt de lob van Gennep echter nog steeds als (winter)bedding van de Maas, die bij hoogwater soulaas biedt om al dat maaswater kwijt te kunnen. Voor de bewoners van dat gebied is het een ander verhaal. Die hebben dit meestal niet of onvoldoende in de gaten en menen (op dit moment onterecht) dat ze net als anderen beschermd zijn tegen hoog water. Het is zelfs wettelijk vastgelegd dat de lob van Gennep inundatiegebied is. Dat niet alleen, de lob van Gennep is veruit het grootste en meest belangrijke inundatiegebied langs de Maas.

En dan moeten er plannen gemaakt worden om het gehele stroomgebid van de Maas toekomstgericht nog veiliger te maken en wordt voor ons gebied een MIRT onderzoek Lob van Gennep uitgevoerd, die leidt tot 3 oplossingsrichtingen.

Die 3 oplossingsrichtingen krijgen namen, die op zijn best "mistig" genoemd moeten worden. Ikzelf geef er voor de duidelijkheid dus maar andere namen aan. Ikzelf zou de 3 varianten genoemd hebben: bedijkt ("normdijken" in het MIRT rapport), kleine badkuip ("dubbele dijken" in het MIRT rapport) en grote badkuip ("verbindende dijken" in het MIRT rapport). Dat is tenminste helder.

Wat ik daarnaast ook kwalijk vind, is dat deze principiële veiligheids-discussie onduidelijk gemaakt wordt door het te verweven met allerlei "leuke" zaken die dan tevens gerealiseerd kunnen worden. Dit zorgt voor het onduidelijk worden van de primaire discussie en geeft mij de indruk van een doekje voor het bloeden.

Hou het simpel met de keuzes dijk, kleine badkuip en grote badkuip, want daar gaat het primair om en dat is wat de meeste mensen bezig houdt.

Ik heb in het verleden diverse inspraak-avonden van de gemeente bijgewoond en daarbij is me opgevallen dat je nooit over zaken mocht beginnen ten gevolge van het project dat besproken werd, maar die elders vielen, buiten het projectgebied zelf. Het antwoord was dan standaard dat men zich moest beperken tot het project zelf. En als we dat doen, dan wordt het heel simpel. Dit is overigens ook de opzet van het MIRT rapport.

Er zijn 3 mogelijkheden: a) het gehele gebied voorzien van "normdijken": kosten 115 miljoen, b) het beschermen van de kernen met (dubbele) dijken (de kleine badkuip), kosten 178 miljoen en c) de volledige lob gebruiken als inundatiegebied (de grote badkuip), kosten 155 miljoen. Deze gegevens komen rechtstreeks uit het MIRT onderzoek Lob van Gennep.

Een keuze lijkt mij dan zeer gemakkelijk: oplossing a) is veruit het goedkoopst en het gebied wordt dan niet meer gebruikt als waterberging, waardoor discussie over schadevergoeding enz enz niet meer nodig is. Lijkt een vrij simpele keus.

Ik heb wat informatie in de vorm van overheidsrapporten, publicaties en presentaties voor u op een rijtje gezet. En omdat dat wel heel saal wordt, ook wat afbeeldingen van hoog water in het Gennepse. Let wel op: vooral die "inspiratie-atlas voor de Gennepse gemeenteraad is wel heeeeeel erg groot)

MIRT onderzoek Lob van Gennep - mei 2018

Inspiratie-atlas gemeenteraad - mei 2018

presentatie aan gemeenteraad - mrt 2018

2016 grondslagen hoogwaterbescherming

2016 rapport verbetering systeemwerking Maas

2017 deltaprogramma Maas- factsheet Lob van Gennep

2017 productieberekening Maas

2019 participatieplan

2019 beleidskader hoogwaterveiligheid Gennep

2007 rapport Maaskemp (Drift)

1910: Genneperhuisweg. Het torentje van de Martinuskerk is een torentje van de nieuwe sacristie die in 1908 gebouwd is
1914: voor in de Emmastraat. Foto is gemaakt richting Zandstraat
1926: ook in de Emmastraat, maar dan voorbij de kruising met de Kruisstraat. Foto richting Bergstraat. Het water staat een stuk hoger dan in 1914
Luchtfoto uit 1926. In het midden zien we de Zandstraat/Spoorstraat bij de kruising met Middelweg en Emmastraat. Linksboven zien we de Martinusschool in de Brugstraat (toen Schoolstraat) in het water staan
1926 Middelweg
1926: de fotograaf stond achter het stadhuis en maakt een foto richting de Niersstraat. De winkel op de hoek is de manufacturenwinkel van Andriesse (het gehele gezin zou in 1943 in Sobibor vergast worden)
1926: foto tpv bloemensalon van Riet richting de stadsherberg. Links zien we de sigarenfabriek van van Sambeek
1926: foto vanaf smederij Beckers (nu Jan Lindersplein) richting Zuidwal. De bomenrij markeren de Maasweg
1926: foto van de Zandsstraat naar het zuiden.
Kerst 1993 begaf de Niersdijk het op 2 plaatsen. De ene plek was achter Picamare, de 2e plek was achter basisschool Maria Goretti, zodat de gehele benedenverdieping onder water kwam te staan en ook de peuterspeelzaal op de speelplaats van de school kwam te drijven (en gesloopt moest worden)
Mooi plaatje uit 2002. De rondweg beschermt Gennep tegen het hoge water
Ook 2002: toen het water begon te zakken moest het over de zomerdijk aan de brabantse kant terugstromen.
Pottenbakker Jan Essing in de Zandstraat

In het begin van de 19e eeuw woonde pottenbakker Jan Essing in de Zandstraat in Gennep op de plek, waar nu het pand van bakker Nillessen gesloopt wordt. Op de kadastrale kaart uit de Franse tijd, zo rond 1810, is rond 1840 nummering aangebracht en is een lijst gemaakt van de eigenaren en het beroep van alle percelen en panden. Op nummer 551 vinden we Jan Eswsing, die zijn pottenbakkerij achter zijn woning had (nummer 1072 op de kaart). Dat klopt ook wel want toen de wal verbreed is werd precies achter het perceel van Nillessen een dikke laag potscherven gevonden. Dat was het afval en de misbaksels van de pottenbakker, die dat achter op zijn perceel in de grond stopte. En ook bij het uitgraven van de groene gracht zijn ter hoogte van het perceel veel potscherven gevonden.

Het pand van Nillessen wordt nu gesloopt om plaats te maken voor appartementen, zowel aan de voorzijde aan de Zandstraat, als aan de achterzijde aan de Wal. Zoals ook op de kadastrale tekening uit 1810 te zien is was er links (ten zuiden) van het pand van Essing een steeg, zoals er toendertijd zo vele waren vanaf de Zandstraat. In 1926 heeft Nillessen zijn winkel uitgebreid richting het huidige pand van Bosten en is die steeg dichtgebouwd. Daarbij is op de verdieping die karakteristieke uitbouw gemaakt, waaraan het pand van Nillessen makkelijk te herkennen was.

Het linker gedeelte met de uitgebouwde erker op de 1e verdieping is dus in 1926 gebouwd. Daar was vroeger een steeg.
Het sloopwerk gaat grotendeels met de hand. Men wil de naastgelegen panden natuurlijk niet beschadigen.

Bij dat slopen komt van alles tevoorschijn. De begane grond blijkt erg hoog te zijn, wel 4 meter. En er verschijnt ook nog ouderwets bloemetjes-behang, zoals op de foto rechts te zien is. Dat bloemetjesbehang is trouwens voorzichtig verwijderd omdat iemand dat een 2e leven wilde geven. Het pand had ook een heel grote verrassing: er bleek een geheime ruimte te zijn, groot genoeg voor tenminste 2 personen om zich in te verbergen. Daarover een later keer meer.

Als het pand helemaal gesloopt is kan een aanvang genomen worden met de nieuwbouw. Hoe dat zal gaan is nog een beetje de vraag. Als men dieper dan 30cm de grond in gaat, dan moet eerst archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Mede om dat te omzeilen wil men schroefboorpalen gebruiken, wat ook weleens lastig kan blijken te zijn, want onder het pand zit nog een gewelfkelder in de grond. Ik ben benieuwd.

Tenslotte nog iets anders: de NS heeft aangegeven zeer te betreuren dat men in de oorlog Joden en anderen naar de concentratiekampen vervoerd heeft en wil een uitkering geven aan de getroffenen of hun nabestaanden. Daarvoor kan vanaf 5 augustus tot 5 augustus 2020 een claim ingediend worden bij de "commissie individuele tegemoetkoming slachtoffers WOII transporten NS. Daarvoor kan me de volgende link gebruiken: Link naar aanvraag tegemoetkoming slachtoffers WOII transporten NS

Blijf deze website volgen voor nieuwe updates en plaatjes en verhalen over het Gennepse