Hoogwater in het stadje Gennep

Door Wiel van Dinter, 12 aug 2020

Klimaat
Wij leven in een tijd waarin 'klimaatverandering' een globaal gebruikt begrip is. Gemiddelde jaartemperatuur stijgt, gletsjers worden kleiner, smeltende ijsplateaus op de Zuidpool breken af. De zomers worden heter, winters milder. Meren en rivieren drogen op. Viervoeters en vogels verhuizen naar nieuwe voedselgebieden. Dat zijn opvallende verschijnselen in onze tijd.

Extreem
In de periode van ongeveer 1450 tot 1850 gebeurde echter het omgekeerde. Onderzoekers noemen die periode de Kleine IJstijd. Jaren met koudegolven overheersten de tijdvakken met wat mildere temperatuur. Gemiddeld waren de koude jaren 2 graden lager. IJsmassa's in de bergen groeiden aan omdat de winters langer duurden en de kou extremer was. Rivieren als Rijn, Waal en Maas vroren 's winters dicht. En als de tempera tuur in maart dan steeg, moesten zij enorme hoeveelheden smeltwater (Alpen, NO. Frankrijk, Ardennen) verwerken.

IJsdam
Tijdens de lange, strenge winters (nov. – maart) vroren deze rivieren dus dicht. Bleef in febr./maart de dagtemperatuur lang boven nul, dan
veranderde de ijsrivier in drijvende ijsschotsen. Deze vormden bij vernauwingen en scherpe bochten in de rivier kolossale ijsdammen. Het alsmaar afkomende smelt- en regenwater hoopte zich op, brak door aanwezige dijken heen of stroomde ongehinderd het aangrenzende land binnen.

Onheil
Een dergelijke situatie deed zich Anno 1658 bij Gennep voor. Veerbaas Bothalen van het Oeffelts veerhuis hoorde begin maart 1658 van een postiljon dat stroomafwaarts in de Maas het kruiend ijs zich ophoopte en er een ijsdam ging vormen. De Maas raakte dan afgesloten. De veerbaas wist genoeg: hij waarschuwde de schout van Oeffelt en Gennep. Er kondigde zich bij deze massale aanvoer van water een grote overstroming aan. De schout van Gennep riep de schepenen, de raadslieden bijeen voor een crisisberaad en waarschuwde de pastoor en de dominee. Het dreigend onheil ging als een lopend vuurtje door Gennep heen. Een ongekende wateroverlast tekende zich af. De koeharten dreven het vee uit de stadsboerderijen naar de hoog gelegen heidevelden in de Looi en het Hezeland.

Niersbrug
Twee dagen na de waarschuwing steeg het water met drijfijs zeer snel. Het geblokkeerde water zocht zich een weg richting het stadje. Het Maaswater werd de Niers opgestuwd, wat tot voorbij Goch merkbaar was. Buiten de Nierspoort vernielden de aandrijvende ijsschollen de houten pijlers van de Niersbrug en het gangwerk van de daar aanwezige korenwatermolen en walkmolen. De overbrugging werd door het kruiend ijs oostwaarts meegesleurd. Voor het stadje Gennep met zijn 600 inwoners voltrok zich een ware catastrofe.

Aak
Het water drong van twee kanten Gennep binnen: het Maaswater vanuit het westen, het Nierswater via het oosten. In de laag gelegen zijstraten van de op de oude Maasduinenrij liggende Zandstraat stond het water al gauw een meter hoog. Kelders liepen vol, het woongedeelte van de huizen volgde, mens en dier moesten naar boven. Bewoners van kleine huisjes zochten een goed heenkomen. Het alsmaar stijgende water spoelde nu ook over de hele Zandstraat. Iets wat sinds het hoogwater van 1643 noch in de decennia daarvoor gebeurd was. Ook de daar wonende patriciërs moesten hun heil zoeken op de bovenverdieping. Het stadsbestuur besloot een aak met sterke mannen langs de huizen te laten varen om waar nodig brood uit te delen.

1787: Prent van Bulthuis van de Nierspoort

Vlot
De bewoners van het gemeentelijk gasthuis in de Houtstraat waren geëvacueerd, het Gildehuis op de Zandstraat ontruimd. In de Martinuskerk stond het water meer dan een meter hoog, de diensten opgeschort. De aak met voedsel kon makkelijk op de Markt voor het nieuwe stadhuis aanmeren. Een boot die vastlegt op de Markt aan de verkoopbank van de wekelijkse vis; dat was nog nooit vertoond. Het openbare leven in Gennep stond stil. Een vlot van twee lege biertonnen was het enige verkeer in de verdronken Zandstraat. De drie stadspoorten stonden wijd open.

Gedenksteen
Deze watersnood is de ergste, bekend in de Gennepse geschiedenis. Rudolf Vogelvangers, kerkmeester van de Martinuskerk, trachtte deze watervloed voor het nageslacht vast te legen. Hij liet een Gennepse steenhouwer een vierkante steen vervaardigen met de inscriptie:

Anno 1658 op Merts dagh
Doen men het water aen desen steen sach

Hij liet de steen op het waterpeil aan de Nierspoort in de muur metselen. Begin 1800 werden de Zand- en Nierspoort afgebroken en verdween de steen spoorloos. De poorten werden afgebroken in de Franse tijd. Het poortgeld werd afgeschaft, waarmee de poorten nutteloos werden. De Maaspoort werd pas later afgebroken, want daarin woonde begin 1800 nog een Genneps gezin.

Gravure van A Rademaker (rond 1700)

Bron: Chr. Creemers: Bescheiden betreffende Gennep. Maastricht 1895.
DE WATERSNOOD VAN 1740-41

door: Wiel van Dinter, 5 augustus 2020

Watervloed

In zijn artikel van24 juli jl. op deze website laat Harm Teunissen zien hoe de watervloed van 1740 het lage gebied langs de Brabantse kant van de Maas en het Land van Maas en Waal overweldigde (zie de gravure bij zijn artikel). Het Maaswater bereikte toen bijna het hoogste ooit gemeten peil van 1658.

 

Overstromingen
De ramp van 1740-41 was dermate groot, dat de omvang ervan op tal van kaarten en platen werd vastgelegd. De gravure bij bovenbedoeld artikel geeft de situatie weer voor Noordoost Brabant en deels de Betuwe. Door talloze dijkdoorbraken stroomden uitgebreide laag gelegen gronden in het stroomgebied van de Maas onder.

Noodscenario
Dit betekent niet dat in de regio Gennep de Maas in 1740 geen overlast veroorzaakte. Het journael van destijds de Gennepse pastoor Schuurckens en het oud archief van de gemeente Gennep tonen een noodscenario. Het jaar 1740 was uitzonderlijk nat. In augustus waren de weilanden aan Maas en Niers al ondergelopen en moesten de boeren hun vee op de hogere heidevelden brengen. En de rivieren zakten maar niet. Het bleef regenen. Langzaam maar zeker drong het water ook het stadje en de omliggende dorpen binnen.

Kerkdiensten
Half december 1740 staat het water ook in de Gennepse Martinuskerk tot aan het priesterkoor en vallen de Missen uit. De 18e kan de Mis weer aan het altaar opgedragen worden. Maar drie dagen later is het water ‘s nachts weer zo gewassen, dat diensten weer onmogelijk zijn. Met Kerstmis en de dagen daarna lezen pastoor en kapelaan de H. Missen boven in het stadhuis. Binnen de stadsmuren staat het water in alle woningen. Kelders zijn ondergelopen en de wintervoorraad aan voedsel ligt er te bederven. Veel inwoners zijn bij hoger gelegen woningen ingetrokken of naar familie en vrienden elders gegaan. Een deel van de stadsmuur (nu: de Haspel) verzakt en stort in.
ter illustratie: foto van het inwendig van de Martinuskerk na de overstroming van 1926

Spookgebied
Van Bergen tot Mook is de overzijde van de Maas spookgebied geworden. De laatste decemberweek is de toestand daar onhoudbaar. In Gennep hoort men er de noodklok in Beugen en Oeffelt luiden. In Oeffelt verdrinken vier personen, hoort men later. De mensen vluchten in allerijl richting Haps en verder voor het alsmaar stijgende water. Vee wordt op de hoogste plekken achter gelaten of verdrinkt.

Waterwolf
Gennep en de waterwolf zijn altijd in strijd met elkaar geweest. In 1910, 1920, 1926, 1993 en 1995 had hij het stadje in zijn greep. In deze eeuw lijkt het alsof hij een vriend gevonden heeft: de Rijksoverheid. Wanneer de wolf weer bovenmatig zijn best zal doen, zet de minister de schuiven in de Maasdijk open en biedt hij de waterwolf zijn prooi aan: de Lob van Gennep . En dan geen gravure, maar een YouTube film.

(Bron: Chr. Creemers, Bescheiden betreffende Gennep. Maastricht 1896)

Veerpontje over de Niers

Ik kreeg een vraag hoe dat veerpontje, of beter trekpontje, over de Niers van voor WOII er nu uitgezien had. Nou, zo dus!

eigenlijk wel een goed idee om dat in 2020 weer in ere te herstellen.

de lob laaggelegen?

Een jaar geleden alweer heb ik aangetoond dat de lob van Gennep niet het laaggelegen gebied is, zoals werd gesteld door de overheid, maar dat het werkelijke laag gelegen gebied aan de Brabantse kant van de Maas ligt. Inmiddels lijkt ook de projectgroep wel van dit feit doordrongen. Ik kwam deze week een kaart tegen bij "de Romein", die deze, mooi ingelijst, boven in zijn huis heeft hangen. Het is een gravure, waarop de overstromingen van 1740 en 1741 zijn aangegeven. Leuk om die gravure hier te tonen. Ik heb op een 2e prent hetgeen op die gravure als overstroomd gebied is aangegeven blauw ingekleurd. Zo wordt overduidelijk wordt welk gebied overstroomd was en welk gebied niet. Voor de duidelijkheid, als er daadwerkelijk 4200 m3 of meer water per seconde door de Maas zou stromen, zou ook de lob tot aan het Rijkswald overstroomd zijn. En dat is nu eenmaal de hoeveelheid water, waarmee gerekend moet worden.

Gravure uit midden 18e eeuw: Hieronder staat de gravure links. Ik heb het gebied dat als overstroomd is aangegeven met blauw gemarkeerd op de afbeelding rechts

Zondagsgeld... en dan op naar de Sèwiet

Vroeger kreeg je zondagsgeld en geen zakgeld als nu in 2020. En dan was het zondagochtend (na de mis) op naar Sèwietje in de Houtstraat. Dat was ook de enige winkel die ook op zondag open was. Onvoorstelbaar tegenwoordig. In 2020 heb je zo ongeveer overal vergunning voor nodig en zelfs een omgevingsvergunning met welstandsadvies voor het informatiebord bij de Joodse begraafplaats. Toen kon dat blijkbaar nog zonder al te veel "gezeik".

Bij Sèwietje moest je natuurlijk eerst de etalage bekijken, wat er was voor je dubbeltje of kwartje. En dan naar binnen. Lieske en soms haar vader, dhr van Dijk, stond achter de toonbank voor al die potten waar het snoep in zat. De bedragen gingen nog in centen, totdat je 10ct of 15ct of 25ct op waren en je met een rijk gevoel weer naar buiten stapte. De foto's zijn van de vroeger kapper van de Linden.

de Maasbrug, of de NATO brug

Het verhaal van de Maasbrug bij Gennep, die moeizaam tot stand kwam, opgeblazen werd en weer hersteld en uiteindelijk in 1955, ook al weer moeizaam, verkeersbrug werd in plaats van spoorbrug en die eigenlijk misschien wel NATO brug had moeten heten.

Het begin.

Het stadje Gennep was vanaf 1867 langzamerhand in de ban van het spoorwezen geraakt. Twee jaar eerder had Groesbeek een haltestation gekregen in de nieuwe spoorlijn Nijmegen – Kleef (1865). En nu waren er in Rotterdam plannen voor de aanleg van een spoorweg van Boxtel over Gennep naar Kleef. Gennep werd opgestoten in de vaart der volkeren! De Kantonbode Gennepsche Courant blijft op het nieuws zitten en publiceert vanaf 1867 elk berichtje over de spoorplannen. Informatie over de concessie-aanvragen, de tracérichting, de financieringswijze geeft de redactie de Gennepenaar door. Het blad maakt gewag van de moeizame vorderingen, de debatten en lobby in de Tweede Kamer t.a.v. de spooraanvrage. Het B&W college van Gennep wordt door het Comitélid en wethouder Van den Bogaard van de laatste stand van zaken op de hoogte gehouden.
In Den Haag stagneert de behandeling van de aanvraag. De Minister van Oorlog, Van Meulken, heeft ernstige bezwaren: zo'n spoorlijn doorsnijdt de landsgrens en de Maasdefensielinie. Via Brabant en België kan een Duits leger Frankrijk binnentrekken. In de gespannen verhouding tussen beide landen op dat moment is zo'n manoeuvre goed denkbaar. Na uitvoerige pleidooien en beloften in de Tweede Kamer gaat de bewindsman overstag: in de stroompijler van de Maasbrug bij Gennep zullen mijnkamers worden aangebracht om de brug zo nodig op te kunnen blazen. Op de tekening rechts zien we de tekening van die mijnkamers, die voor de bouw van de Maasbrug gemaakt werd.
De spoorlijn Boxtel-Goch van de Gennepse NBDS werd in 1871-1872-1873 aangelegd. Grootste kunstwerk was de Gennepse Maasbrug, die bovendien meteen geschikt gemaakt werd (de pijlers) om er later een 2e spoorbrug naast te leggen. Op de afbeeldingen links en rechts zien we foto's van die aanleg. Na een moeizame start werd de nieuwe spoorlijn, die onderdeel was van de snelste verbinding tussen London-Berlijn en Sint Petersburg, een succes. De pijlers van de spoorbrug over de Maas waren extra breed gemaakt, zodat er eventueel later gemakkelijk een tweede spoorbrug naast gelegd kon worden.

Aan dat succes kwam een einde door het uitbreken van de 1e wereldoorlog. Nederland was weliswaar neutraal, maar het afsluiten van de grenzen met Duitsland was ook het begin van het einde van de NBDS. Na de oorlog wordt de lijn overgenomen door de SS, de huidige NS. Het betekent ook het einde voor de NBDS werkplaats in Gennep en het NBDS hoofdkantoor in Gennep. Heel veel Gennepenaren verliezen hun baan en moeten verhuizen naar elders in het land. In de jaren 30 van de 20e eeuw begon van Rijssenbeek een papierfabriek in de leeggekomen werkplaatsen van de NBDS en het hoofdkantoor van de NBDS aan de Spoorstraat werd gekocht door de Paters vd Heilige Geest. De betekenis van de spoorlijn zelf, die vroeger concurreerde met de NS maar nu was overgenomen door diezelfde NS werd snel minder. Bij de NS sprak men ook schamper over "dat duits lijntje".

De spoorbrug over de Maas speelde een belangrijke rol bij de overval van Duitsland op Nederland op 10 mei 1940. Het was de bedoeling dat de brug zou worden opgeblazen bij een Duitse aanval, maar met een list wisten de Duitsers de brug toch ongeschonden in handen te krijgen voor een doorbraak op de Peel-Maas linie.

De brug werd in allerijl geschikt gemaakt om er met voertuigen over heen te kunnen rijden voor de verdere aanval op Nederland.
Het tij keerde voor de Duitsers na D-day op 6 juni 1944, de geallieerde invasie op de stranden van Normandie om de Duitsers terug te dringen en uiteindelijk te verslaan.

In augustus 1944 kwam het front tot stilstand in België, mede vanwege de lange aanvoerlijnen vanaf Normandië en het gebrek aan havens (zoals Antwerpen en Rotterdam) om materieel, manschappen, ammunitie en brandstof aan te voeren. De Britse veldmaarschalk Montgomery bedacht toen het plan Market Garden om vanuit België in een ruk door te stoten tot over de Rijn bij Arnhem. Als dat lukte dan zou men, de beruchte Siegfried verdedigingslijn van de Duitsers kunnen omzeilen en het Roergebied kunnen aanvallen. Men hoopte zo om nog voor het eind van het jaar door te kunnen stoten tot Berlijn. Om de aanval te doen slagen moeten verschillende bruggen veroverd worden. Het plan is dat dit door parachutisten gebeurt, waarbij tegelijkertijd de hoofdmacht over land volgt. Het zijn o.a. de bruggen bij Grave, bruggen over het Maas-Waalkanaal, de Waalbrug in Nijmegen en de Rijnbrug in Arnhem die veroverd moeten worden door de geallieerden voordat de Duitsers die bruggen opblazen.

Wiel van Dinter is in september 1944 ooggetuige en vertelt: "Zondag 17 september, het is na tienen, loop ik naar het raam, want ik hoor een sterker wordend dof gedreun. Ik steun uit het raam en zie tientallen viermotorige vliegtuigen aankomen. Ze vliegen over, en even later begint een aanhoudende reeks ontploffingen richting Groesbeek en in het Rijkswald. De wordt het onwezenlijk stil. Ik loop de straat op. Ik tref Theo. We zijn het eens: deze bommen waren veel erger dan gisteren en eergisteren. Opnieuw geronk uit het westen. Een aanzwellend donderend geluid van een groep tweemotorige toestellen.

Zo laag heb ik ze nog nooit gezien. Van het lawaai trillen de ruiten in de sponningen en het hele huis trilt . We rennen de Markt op en zien Jeu schuin naar boven kijkend de Niersstraat in hollen. Wij sprinten hem achterna ook richting Niersbrug. Daar heb je vrij uitzicht. Er staan een paar mannen op het dak van de Genneper Molen en die wijzen naar het noorden. Wij zien daar ver in de lucht dat de vliegtuigen pamfletten uitgooien. “Nee”, roepen de mannen daarboven, “het zijn parachutisten!” “Nondeju”, roept Jeu, en hij wijst omhoog achter zich. Mijn mond valt open. Daar komen toestellen aangevlogen die een ander kleiner vliegtuig achter zich aan trekken. Een vliegtuig zonder motorgeluid, een zweefvliegtuig. (Het woord glider zullen we later leren.) Ongelooflijk, dat kan toch niet! Er komt een Duitse soldaat aanrennen, die over de brug stil staat, zijn geweer op zo'n glider richt en al vloekend het magazijn van het wapen leegschiet. Dit is echt anders dan het schieten op de kermis… Het donderend motorgeronk sterft langzaam weg, de luchtvloot is voorbij. Hier wordt het akelig stil. De mensen komen van het dak en zeggen dat ze de zwevers omlaag hebben zien afzakken. In de verte horen we een dof geluid van ontploffingen. In de Niersstraat staan mensen in groepjes druk met elkaar te praten. De Tommies zijn achter de Plasmolen geland."
Op maandag 18 september 1944 wordt Gennep opgeschrikt door een harde knal. De Duitsers hebben de Maasbrug opgeblazen. Wat de Nederlanders op 10 mei 1940 niet gelukt is, hebben de Duitsers nu gedaan. Maar niet de hele brug is vernield. Op dinsdag 19 sept worden de resterende delen van de spoorbrug opgeblazen.

De situatie zonder brug duurt tot februari 1945 en de bevrijding van Gennep. De engelsen ruimen de opgeblazen brugdelen op en bouwen in ijltempo een noodbrug. Want de vroegere NBDS lijn is belangrijk voor de aanvoer en de verdere aanval op Duitsland. Er wordt zelfs een tijdelijke spoorlijn aangelegd van Mook naar Gennep, die na oversteek van de Niers bij Maria Roepaan aansluit op de NBDS lijn (de "Hawkins link")

de opgeblazen spoorbrug bij Gennep

Engelsen in de weer om een tijdelijke brug te bouwen

De tijdelijke brug werd later weer vervangen door een definitieve spoorbrug. In het Utrechts archief is een hele serie foto's te vinden van die vervanging:

Een verkeersbrug!

Een vaste oeververbinding tussen Gennep en Brabant naast de spoorverbinding was lange tijd een wensdroom in Gennep en Noord-Oost Brabant. Vanwege het toenemen van het autoverkeer na de oorlog en vanwege de wederopbouw werd steeds nadrukkelijker gevraagd om nieuwe bruggen. Tussen de bestaande bruggen in Venlo en Grave was men afhankelijk van een 15tal veerponten om de overkant te kunnen bereiken.

Op 3 september 1951 schrijft het Limburgs Dagblad: "Zal de spoorbrug bij Gennep worden omgebouwd tot een normale verkeersbrug?". Op 10 januari 1952 schrijft de krant: "kansen verkeersbrug bij Gennep gestegen. Het Rijk wil een half miljoen bijdragen, mits Limburg en Brabant gezamenlijk 100.000 gulden bijdragen. Maar Brabant heeft geen trek in de brug bij Gennep. Brabant wil een brug bij Mook richting Nijmegen. Limburg wil nu die 100.000 gulden in zijn eentje bijdragen."

Een nieuwe brug bij Mook zou 10-15 miljoen gulden kosten en een brug bij Gennep, die gebruik maakt van de bestaande pijlers van de spoorbrug zou maar 5 miljoen kosten. Maar ook dat is nog teveel geld voor het Rijk.

Eind februari schrijft de krant dat een gecombineerde spoor-/verkeersbrug bestudeerd wordt als de goedkoopste oplossing. De spoorrails zouden op het wegdek tussen de 2 rijbanen gelegd worden en het autoverkeer in beide richtingen zou moeten stoppen als een trein de brug over moest. Omdat zoiets nog maar 2x per dag gebeurde, zou dat geen groot probleem zijn. Maar de kosten bleven een groot probleem, die een positief besluit verhinderden.

In de loop van 1952 kwam een nieuwe speler in het spel, de NATO (North Atlantic Treaty Organisation=NATO ofwel NAVO). Deze verdedigingsalliantie had grote zorgen over de aanvoer van materieel bij een mogelijke Russische aanval op West-Europa. Materieel en munitie zou moeten worden aangevoerd vanaf de haven van Antwerpen naar de Duitse hoogvlakte wat het waarschijnlijke oorlogstoneel zou worden. De NATO bepleitte de brug bij Gennep als zijnde de meest geschikte plek en was bereid de bouw van een brug financieel te ondersteunen. Deze financiële bijdrage gaf de doorslag voor het besluit om een verkeersbrug bij Gennep te bouwen. Toen dit besluit eenmaal genomen was, ging ook de provincie Brabant overstag en besloot 100.000 gulden bij te dragen.

Begin oktober 1953 schrijft de krant: " (Van onze correspondent) GENNEP, 4. Oct. — Met financiële steun van de NATO zal in de loop van 1954 worden begonnen met de bouw van een verkeersbrug bij Gennep over de Maas. De brug, die de Limburgse en Brabantse Maasoever uit een isolement verlost, zal op de bestaande oude pijlers, die naast de spoorbrug liggen, worden gebouwd. Naast de NATO en het rijk zullen ook de provincies Limburg en Brabant een financiële bijdrage leveren in de bouw van de verkeersbrug. Gedeputeerde Staten van Brabant zullen binnenkort aan de Staten een bijdrage van 100.000 gulden vragen. De nieuwe verkeersbrug over de Maas zal voor de winter van 1954 klaar zijn. De brug heeft militair belang voor de NATO en voor de aanleg geeft de NATO daarom een financiële bijdrage. De nieuwe brug zal 3 miljoen gulden gaan kosten."

Behalve het bouwen van de brug moesten natuurlijk, zowel aan Brabantse als aan Gennepse kant opritten gemaakt worden. Op de afbeelding rechts heb ik die nieuwe weg ingetekend op het bestemmingsplan van 1948. De bestaande schoolstraat (zo genoemd vanwege de ULO en lagere school aan die straat) werd doorgetrokken richting de nieuwe brug en deze straat kreeg een nieuwe naam, Brugstraat.

Op de foto links taat de toenmalige Schoolstraat, gefotografeerd vanaf de Zandstraat. Rechts is nog net het silhouet van de Martinusschool zichtbaar. Het bestemmingsplan voor dit gedeelte van Gennep kon vanwege de aanleg van de Brugstraat ook meteen in de prullemand. Waar eerst de Touwslagersgroes de hoofdader naar het westen was, werd dit nu de nieuwe Brugstraat.

Op de luchtfoto uit 1954 links zien we dat men druk bezig is met de aanleg van de opritten naar de nieuwe brug (die op de foto nog ontbreekt).

Op 15 april 1954 schrijft de krant: "GENNEP, 15 April 1954 — Vanochtend is de eerste landoverspanning bestemd voor de spoorbrug over de Maas bij Gennep aangevoerd. Deze brug, die in 1871 werd gebouwd, viel door een list in 1940 onbeschadigd in handen van de Duitse troepen. B(j hun terugtocht in 1944 werd de brug evenwel grondig door de Duitse genie vernield. Na, de bevrijding van Gennep bouwden de Canadezen een Bailey-brug. Deze brug werd hierdoor een belangrijke schakel in de aanvoermogelijkheden naar het front in Duitsland. Nadien werden twee overspanningen boven de rivier geplaatst, waarmee de scheepvaart was gediend. De eerste van de nog drie resterende landoverspanningen is vandaag aangevoerd.

Het karwei werd uitgevoerd door de firma Kloos uit Kinderdijk. Omstreeks negen uur hing de overspanning reeds in de veilige kabels van een drietal bokken, die haar op de Brabantse oever op twee bokken plaatste. Na afbraak van het baileybrug-gedeelte zal de overspanning over enkele dagen in de brug worden „gerold”. De nieuwe verkeersbrug zal van belangrijke betekenis zijn voor de economische ontwikkeling van de noodgebieden in Oost-Brabant en Noord-Limburg."

De brug en opritten waren niet gereed voor de winte van 1954, zoals oorspronkelijk gepland, maar in het voorjaar van 1955 was het zo ver.

Op 18 april 1955 schrijft de krant: " (Van onze correspondent) GENNEP, 18 April — Genneps Maasbrug tiental en jaren oude wensdroom van Noord-Limburg en Oost-Brabant, zal op 11 Mei In gebruik worden genomen Die dag zal gouverneur dr. Houben van Limburg precies op het midden van de 32O meter lange brug zijn Brabantse collega, prof. De Quay ontmoeten. Op dat ogenblik kunnen Gennep en een flink brok Noord Limburgs gebied eeuwenlang afgesloten, met Oost Brabant eindelijk volwaardig de toe komst instappen. Daarom is die brug voor 25.000 Brabanders en 15 000 Limburgers zo belangrijk dat de opening 10 dagen wordt gevierd. Eeuwenlang al ligt Noord-Limburg knel tussen de Duitse grens en de Maas. De verbindingen moesten over een afstand van meer dan 50 kilometer onderhouden worden met 15 veerponten. Dankzij de heersende hoogconjunctuur is de werkloosheid hier (jarenlang procentueel de hoogste van ons land) sterk teruggedrongen), maar de bevolkingsaanwas eist nieuwe voorzieningen. Dat alles wordt, nu eindelijk de openlegging een feit is, stukken gemakkelijker."

 

"Eeuwenlang" was een beetje overdreven, want Gennep hoort pas sinds 1815 en het verdrag van Wenen bij Nederland. Maar het isolement klopte wel, evenals voor Noord-Oost Brabant waar de Peel eeuwenlang een groot obstakel was.

Het zou nog 6 dagen langer duren voordat de nieuwe brug officiëel geopend werd. Op dinsdag 17 mei 1955 om kwart voor 12 werd de nieuwe belangrijke verkeersbrug over de Maas bij Gennep in gebruik genomen. De opening geschiedde door de Commissarissen der Koningin van de provincies Noord-Brabant en Limburg.

Voor de opening hebben de commissarissen der Koningin van Noord-Brabant en Limburg- de trekzaag gehanteerd. Midden op de nieuwe brug, waar een balk nog de weg versperde. Van twee kanten marcheerden even daarna de muzikanten en de schoolkinderen op om elkaar op de brug te ontmoeten! Door deze nieuwe brugverbinding: waren Brabant en Limburg dichter bij elkaar gekomen. De Limburgse „gouverneur" dr. F. Houben wees o.a. op het belang van deze vaste Oost-West- verbinding voor het verkeer met het Duitse achterland en prof. dr. J. E. de Quay zei dat de provincie Noord-Brabant 250 km water en slechts 70 km landgrenzen heeft.

Brabant had liever de brug bij Cuijk gehad, maar toen dan door de Rijkswaterstaat beslist was ten voordele van Gennep, heeft Brabant de bouw toch maar met een ton gesteund. De bouwkosten van de op de pijlers van de spoorbrug rustende verkeersbrug beliepen een bedrag van bijna 4 miljoen gulden. Naast een 6,5 meter brede rijbaan ligt een 2,5 m. breed fietspad. De brug telt vijf stalen overspanningen en is door de NATO gedacht als Maasovergang in de nieuwe verbinding van Antwerpen met het Roergebied. De Rijkswaterstaat zou op korte termijn ook de rijksweg Nijmegen- Maastricht verbeteren. Een weg om de kern van Gennep heen zou de weg door het centrum aanmerkelijk ontlasten en tevens rechtstreeks aansluiting geven op de nieuwe brug.

De opening was aanleiding voor grote feesten in Gennep, maar ook in Boxmeer. Er werd zelfs in Gennep een voetbalwedstrijd georganiseerd tussen VVV en PSV, die toen beide nog in de toenmalige 1e speelden en elk lijstaanvoerder waren in respectievelijk afdeling C en afdeling D. De nieuwe brug was ook groot landelijk nieuws en er werd zelfs een item aan gewijd in het Polygoo journaal: link naar item Polygoon journaal

Voor het bedrijfsleven was de nieuwe brug natuurlijk enorm belangrijk.De industirële kringen van "Land van Cuijk" en van "Gennep, Venraij en omgeving" organiseerden daarom een diner in hotel van Bergen op de vooravond van de feestelijke opening.

Op de afbeelding links zien we de menukaart van dat diner in hotel van Bergen.

Nu de aanvoerwegen zeker gesteld waren legde de NATO een groot munitiekamp aan in de Looi, pal naast de spoorlijn. Het was voor Gennepenaren altijd redelijk mysterieus wat daar gebeurd met de veelal nachtelijke transportenIn 2020 resteren daarvan nog slechts een paar gebouwen en is dat kamp deels in gebruik door het IVN en verder terug gegeven aan de natuur. Maar de verkeersbrug staat nog, met dank aan de NATO.

Misschien zouden we die brug daarom dus wel NATO brug noemen.

De dag van de opening van de brug had ook een zwarte rand want 's middags werd een Oeffeltse jongen, Theo, die vlaggetjes terug hing, doodgereden op de brug.

Minder dan 20 jaar na de bouw van de verkeersbrug werd de spoorbrug afgebroken. Dat was het definitieve einde van Gennep als spoorstad.

Op het oude spoortraject werd een weg aangelegd, de huidige Brabantweg. Alleen een oude locomotief opgesteld bij de kruising van Spoorstraat en Brabantweg herinnert nog aan de vroegere spoorlijn en dus ook spoorbrug over de Maas.

beide bruggen in 1973. Foto vanaf de Brabantse kant
1974 sloop van de spoorbrug
Tenslotte: Op de afbeelding links zien we de brugstraat en het begin van de Maasbrug. In 1966 stonden nog slechts flats aan de zuidkant van de Brugstraat en was de Julianalaan gebouwd en bebouwd. In 2017 was ook het gebied tussen de Brugstraat en Touwslagersgroes bebouwd en ook het vroegere terrein van Gennepse Boys, waar in de 50-er jaren de werkplaatsen van de Zuid-Ooster verezen, is in 2017 een woonwijk geworden.
de lob: 1/300, 1/3000: om hoeveel water gaat dat nou?

1/300, 1/3000: behoorlijk abstract. Maar om hoeveel water in de Maas gaat dat nu en wat zijn de bijbehorende waterhoogtes? Uit de stukken van Rijkswaterstaat blijken de waterhoeveelheden en de kans daarop, zoals die in 2020 gelden. En ook de bijbehorende waterstanden bij de Maasbrug in Gennep, zoals die volgen uit de zogenaamde betrekkingslijnen (jargon). In 2075 wordt de kans op hoogwater groter geacht omdat er dan vanwege klimaatverandering meer regen zou vallen in de wintermaanden en dat heeft gevolgen voor de Maas.

Dijken worden gebouwd voor 50 jaar, zodat de dijken die nu gebouwd worden, bestand moeten zijn tegen het hoogwater van 2075. Consequentie is dat ze dus een stuk hoger worden dan nu (2020) nodig zou zijn. In onderstaande tabellen de waterstanden nu en de waterhoeveelheden die in 2075 gerekend worden. De dijken om Gennep moeten nu dus op 1/3000 gebouwd worden om in 2075 een kans van overstroming van 1/300 te hebben.

Herhalingstijden in jaren
Waarden die gelden in 2020
bijbehorende waterstand Gennep
2020
2020
50 jr
2969
100 jr
3226
13.13 +NAP
250 jr
300 jr
3578
13.46 +NAP
1000 jr
3862
13.78 +NAP
1250 jr
2000 jr
3000 jr
4113
13.91 +NAP
5000 jr
10000 jr
4396
14.05 +NAP
20000 jr
30000 jr
oor de nieuwe dijken wordt gerekend met nog meer water door de Maas vanwege de verwachte klimaatverandering. Daardoor zou er in België en Noord-Frankrijk meer regen dan nu kunnen vallen, waardoor het overstromingsrisico toeneemt. Aangezien dijken worden gebouwd met een levensduur van 50 jaar, moeten de nieuwe dijken be
Herhalingstijden in jaren
verwachting voor 2075
bijbehorende waterstand Gennep
2075
50 jr
100 jr
3682
250 jr
4042
300 jr
4109
ca 13.91 +NAP
1000 jr
4465
1250 jr
4518
2000 jr
4654
3000 jr
4718
5000 jr
4807
10000 jr
4920
20000 jr
5034
30000 jr
5101
de Pottenhoek

Er kwam vanochtend een mail van de gemeente voorbij: " Gemeente Gennep - Instellen blauwe zone Pottenhoek, eenrichtingsverkeer Bleekstraat en gedeeltelijk opheffen blauwe zone De Poel - Oliestraat, Molenstraat, Bleekstraat, De Poel ". Dit gaat natuurlijk over het plan de Pottenhoek (zie hieronder), om dat stukje oud Gennep, dat er niet bepaald fraai bij ligt, aan te pakken. Ikzelf ben geboren en getogen in de Pottenhoek en dit plan gaat me na aan het hart. Het opknappen van dit stukje oud-Gennep is overigens niet alleen zaak van de gemeente, want er zijn diverse particuliere eigendommen, die er erbarmelijk bij staan en soms zelfs op instorten.

Ik hoop dat de parkeerdruk op het gebied zal afnemen door het instellen van een blauwe zone en het tegelijk weghalen van de blauwe zone op parkeerterrein de Poel. Een-richtingsverkeer in de Bleekstraat is ook een prima beslissing, al is het jammer voor de snelheid op de Niersweg, dat er nu geen autoverkeer meer uit de Bleekstraat kan komen, waar automobilisten komende vanaf de Niersbrug rekening mee moeten houden. Maar wellicht wordt ooit dat doorgaande verkeer door de Niersweg en Zuid-Oostwal weggehaald, waardoor dat probleem ook is opgelost. Terug naar het plan de Pottenhoek.

Wat veel mensen blijkbaar niet weten, is dat de oorspronkelijke naam van de Bleekstraat Pottenhoek is. Een stuk Gennep, waar van oudsher veel pottenbakkers zaten, net als op de Doelen, de oude begraafplaats bij de Martinustoren en nog enkele plekken. De straat met een haak kreeg vroeger de naam "de pottenhoek", zoals nog te zien is op oude kadasterkaarten van bv rond 1800. Rechts een uitsnede van die kaart met daarop aangegeven de pottenhoek.

Het gebied tussen de pottenhoek (Bleekstraat) en de Oliestraat, waar nu (2020) het parkeerterrein achter het Kruidvat is, was vroeger akkerland of tuin.

Bij de officiële naamgeving van de straten in Gennep is de naam van de pottenhoek op een gegeven moment veranderd in Bleekstraat.

Misschien jammer, want zoals de naam Molenstraat aangaf, dat die straat naar de windmolen voerde die gebouwd was op een van de voormalige torens van slot Loonenstein (op de kadastertekening rechts te vinden), en de Zandstraat de straat was die naar de zandheuvels voerde, was ook de naam Pottenhoek karakteristiek geweest.

De prent links is uit 1750 en toont de windmolen op een van de vroegere torens van slot Loonenstein, dat in 1431 afgebroken werd, waarbij het vrijkomende materiaal gebruikt wordt om het Genneperhuis verder uit te bouwen. De windmolen brandde midden 19e eeuw af en werd herbouwd aan de andere kant van de Niers. Die molen met de naam "de Reus" staat nog steeds. De afbeelding rechts toont de kadasterkaart uit 1731, de oudste kadasterkaart van het tegenwoordige Nederland. Op die kaart heb ik de Pottenhoek aangegeven.

De naam Pottenhoek werd in de 19e eeuw door een andere naam vervangen. En ook dat is een bijzondere naam, want de straat werd vernoemd naar het bleken van de was in de boorden van de Niers. Dat was vroeger gewoon, zoals onderstaande afbeeldingen goed laat zien. De officiële naam werd dus Bleekstraat, maar echte Gennepenaren hadden het nog steeds over de Pottenhoek en niet over de Bleekstraat.

De Pottenhoek is ook het hart van de Gennepse buurt met de oudste buurtvereniging van Gennep met de zeer toepasselijke naam "Helpt Elkander". In 2006 werd het 60 jarig bestaan gevierd met een tentoonstelling een etentje en een groot straatfeest, waarvan hieronder enkele afbeeldingen.

er werd toen ook een groepsfoto gemaakt met alle buurtgenoten in 2006.

Ter afsluiting nog wat foto's van deze bijzondere buurt.

in 1926 stond ook de Pottenhoek onder water
1955 sacramentsprocessie in de Pottenhoek
1979, mijn ouderlijk huis
blik vanuit de Pottenhoek (pleintje) richting Oliestraat
1979
1975: mijn moeder heeft de was buiten hangen
1985
2005
Samen 150 jaar

Ik trof vandaag (woensdag 8 juli 2020) deze 2 Gennepenaren samen op een bankje aan. Theo Gartsen en Gradje Noij, samen 150 jaar. Aan het mijmeren over verleden, heden en toekomst in Gennep. Ze zitten niet ver van hun geboorteplek. Gradje is geboren in het pand achter hen, waar ie later zijn winkel had (het Zuivelhuis) en Theo is geboren aan de overkant, boven café Gartsen, ofwel de Zandpoort, op de overgang tussen Zandstraat en Spoortstraat.

De relatie van de nieuwe burgemeester met Gennep wordt ook steeds meer duidelijk en het houdt verband met een schoester in de Emmastraat...... Een album met foto's van Ton Teunissen staat op deze website. Daarom ook hier een link naar dat foto-album: special van Ton Teunissen

Na een Koning kan natuurlijk alleen nog maar een Teunissen ;-)

Dat gaat natuurlijk over de nieuwe burgemeester van Gennep, de d66-er dhr Teunissen uit Venray. Geen familie trouwens. Weet niet of dat een nadeel of een voordeel is. Maar even serieus: verleden week is een informatiebord geplaatst bij de Joodse begraafplaats in Gennep aan de Davidlaan.

Zo wordt eindelijk voor iedereen duidelijk wat zich achter die muren bevindt. De laatste die er volgens mij begraven ligt is Bertha Andriesse, die ternauwernood aan de deportatie en gaskamer ontsnapt is. Heel mooi dat we die begraafplaats eindelijk een duidelijke plek geven binnen de Gennepse gemeenschap. Toen de begraafplaats werd aangelegd in de 19e eeuw had dat nogal wat voeten in aarde, omdat de gemeente Gennep in eerste instantie moeilijk deed over een financiële bijdrage voor de afrastering van die begraafplaats, die bij de "zandberg" lag, aan het eind van de duinweg. Zo heette de Burgemeester Woltersstraat toen nog. De begraafplaats lag ver weg van de "bewoonde wereld", al is dat tegenwoordig anders geworden.

Er was nogal wat spierkracht en spitwerk nodig om de tafel geplaatst te krijgen afgelopen woensdag 1 juli 2020. En eigenlijk hadden we die tafel op een andere plek gedacht, aan het eind van de Zuid-Oosterlaan en de overgang tussen Julianalaan en Davidlaan. Maar tegenwoordig schijnt er zelfs voor iets dergelijks vergunning nodig te zijn en (nog gekker) moet de welstandscommissie zich er zelfs over buigen. In hun "onmetele" wijsheid hadden die blijkbaar bedacht dat de tafel aan de Davidlaan moest komen te staan. Tja, rare wereld leven we in.

Nog iets aardigs: de foto op de tafel is gemaakt door Frank. En bij het maken van die foto is de drone gecrasht in een boom bij de ingang van de begraafplaats. Zijn drone is nog steeds niet gemaakt, omdat het vanwege corona lastig is om aan de juiste onderdelen te komen. Voorlopig dus nog RIP voor de drone bij het maken van de foto van de begraafplaats. Wel toepasselijk. ;-)

Slot van het verhaal over de terugkomst in Gennep, mei/juni 1945

Door Wiel van Dinter, juni 2020

Werkverkeer
Vader was bankwerker van beroep. Hij werkte net als tientallen Gennepse arbeiders vanaf 1942 in de Duitse grensstreek. Daardoor ontliep iedereen de kans wegens de Arbeitseinsatz ergens ver weg in Duitsland gedwongen te werk te worden gesteld. De fabrieken in het grensgebied hadden ook een groot tekort aan mannelijke beroepslieden, omdat Duitse mannen als militair waren opgeroepen. Elke dag reed een trein met de pendelaars heen en weer van Gennep naar het werk in Goch, Uedem, Kleef enz. Met de geallieerde luchtlandingen (Operatie Market Garden, sept. 1944) ontstond in onze regio een chaotische toestand, werden bedrijven plat gebombardeerd en was er geen treinverkeer meer. Wij waren frontgebied geworden Er hing ons een onbekend fenomeen boven het hoofd: granaten, schuilkelder, evacuatie.

Bakoven
Nu we een paar dagen weer thuis in Gennep zijn, is van georganiseerd werk nog geen sprake. Iedereen is bezig zich in leven te houden, het huis in te richten en de ergste rommel op te ruimen. Ik word ingeschakeld: “Jong, doe eens dit, jong haal eens dat”. Vader repareert de kruiwagen, zodat alle troep vóór en naast het huis bijeen gereden kan worden, vlak bij de straat. Hij verlegt de afvoer van het gootsteenwater om het weer naar de zinkput te laten lopen. Hij fabriceert een nieuwe plaat in de bakoven van het fornuis. Nu kan moeder weer zelf brood bakken. Want je bent bankwerker of niet: hij heeft zelf een bakvorm voor het brooddeeg gemaakt. Hout voor het fornuis komt van opa's kippenstal, die toch half in elkaar ligt. En de kippen zijn spoorloos verdwenen.

Sjierp!
Met de kruiwagen halen vader en ik drie bielzen van de kapot geschoten omheining van het spoorterrein. Vader had gezien dat meer mensen uit de Loodsstraat dat deden. Nu moest hij nog een spanzaag zien te lenen. Bij Noij lukte dat, want de mensen hielpen elkaar. Ik was weer de pineut: “Stevig vasthouden, jong.” Bij gebrek aan een zaagbok de balk op een laag muurtje gelegd, ik erop zitten en vader zagen. Opeens een schril geluid en een kort gebed van vader tot de Heer: de zaag zit op een granaatsplinter die hij niet gezien heeft. De zaagtand van de geleende spanzaag heeft het gelukkig overleefd. De tweede en derde biels wordt eerst zorgvuldig geïnspecteerd.

stationsgebouw Gennep

Station Gennep, richting papierfabriek

‘Niks train'
Dan krijg ik een middag ‘vrij af' en ga ik met Johan, ieder gewapend met een paar appels, naar de seinpaal bij de papierfabriek. Tegen 2 uur komt altijd een troepentrein uit Duitsland. We zitten met een paar andere jongens en meisjes in de berm richting wachtpost De Mél te kijken. Daar moet de trein vandaan komen. Vanaf de kant van de papierfabriek zien we een soldaat aankomen. “Niks train today”, zegt hij, “tomorrow”. En hij steekt twee vingers op. Mijn Mulo-engels is goed genoeg om tegen iedereen te zeggen dat er vandaag geen trein komt en morgen twee. Of bedoelt hij: morgen om 2 uur. De soldaat steekt zijn hand uit, krijgt een appel en wandelt weer richting station. Wij druipen af. En tegen 3 uur horen we bij Johan thuis een locomotief fluiten. Daar is toch een soldatentrein uit Duitsland. We kijken elkaar aan: de Engelsman had zin in een appel…

Fiets
Mijn vader is een genie. Hij heeft verleden week op weg naar Riezenbroek in een greppel een fietsframe zonder wielen, zadel en trappers gevonden. Hij is bezig er een complete fiets van te maken. Hij loopt de hele buurt af en komt uiteindelijk terug met trappers en een zadel. Voor fietswielen en -ketting gaat hij in de Haspel naar fietsenmaker Noy, die al weer begonnen is in een geïmproviseerde werkplaats tegenover het huis. Daar koopt hij een voorwiel en een achterwiel met terugtraprem en ketting. De wielen hebben volbanden: repen rubber, die Noy met stalen haken aan elkaar verbonden heeft in de velg. Een fietsbel wordt ook gevonden en gangbaar gemaakt. Woensdagnamiddag heeft vader het rijwiel klaar en kan ik in de Loodsstraat een proefritje maken. Ik zeg: “vader, mijn hele lijf rammelt.” Hij zegt dat het wel went en dat ik zeker geenlekke band zal krijgen.

MULO
Ik heb op deze fiets maanden gereden. Zelfs in september 1945 naar de MULO in Boxmeer. Via Heijen en daar de Maas over met de roeiboot van Dolf van Dinter, de veerknecht van Beckers in het veerhuis. Maar dat is een ander verhaal.

gebouw aan de Haspel, tegen het oude kerkhof, waar Noij zijn fietsenmakerij had. De winkel was rechts (niet op foto). Honderden jaren geleden was dit een van de pottenbakkerijen van Gennep

 

augustus 1945. De fietsenmakerij is rechts
foto van de andere kant (in 2020 Doelen/Torenstraat) richting de Haspel
geallieerde soldaten en nieuwsgierige Gennepse kinderen

Een hele tijd geleden al werd het gebouw aan de Haspel gesloopt om de weg te kunnen verbreden. In 2017/2018 werd de riolering en de bestrating vernieuwd. Toen konden meteen de fundamenten van de oude pottenbakkerij worden opgegraven. Links staat Joop den Boer om een foto te maken.

RIP: nog voor je 13e aan je einde komen

Nog geen 13 jaar oud is de oude muziekschool en wordt alweer gesloopt door de gemeente. In 2007 werden miljoenen uitgegeven aan een jongerencentrum (waar de jongeren van Zowiezo gingen lopen) een muziekschool (die na een paar jaar werd opgedoekt), een tv studio voor Magic (nu blijkbaar te duur voor de Gennepnews) en een opgepimpte micro-sporthal als cultureel centrum (Picamare). (en een nieuwe tijdelijke sporthal is alweer gepland). Zie daar de wondere wegen van de politiek. Een kort terugblikje naar 2007 toen dit apart gebouw voor muziekonderwijs werd gerealiseerd.

Bangmakerij

Op de projectgroep voor de lob van Gennep mag het nodige aan te merken zijn, maar wat Nee Tegen De Vloedgolf doet is naar mijn mening niks anders dan bangmakerij. En dan ook nog met aantoonbaar incorrecte filmpjes zoals een drempel die lager zou zijn dan wettelijke normdijk niveau en bij de schuif wordt niet aangegeven dat de dijken dan een stuk hoger zijn. Verder ook nog interviews op Gennepnews die met de grootst mogelijke onzin argumenten zoals een weg naar de schuif die over het gebouw van Emons heen zou moeten gaan en nog meer van die ongein. Als er 4700m3 wate per seconde in de Maas stroomt, dan staat er op de rijksweg voor Emons nog niet eens water op de weg. Ik heb daarom zelf snel een tweetal animaties in elkaar gezet van a) de oplossing met de wettelijke normdijken en b) de oplossing met de schuif. (ik acht de oplossing met de drempel niet echt realistisch). De projectgroep zou zich ook bij de feiten moeten houden. Ik hoorde zowel de Gennepse wethouder als de waterschap vertegenwoordiger in de stuurgroep stellen dat overal dezelfde 1/300 dijken zouden komen en dat is dus pertinent onwaar. De dijken aan de Brabantse kant van de Maas worden 1/300 en sommige trajecten zelfs 1/10000. De dijken in Limburg krijgen veelal een beschermingsniveau van maar 1/100. (je zou dus kunnen stellen dat die worden opgeofferd voor de lob, om de terminologie van de lob-activisten te gebruiken). Die bangmakerij vind ik uitermate kwalijk. De plannen worden voor een zeer, maar ook zeer extreem scenario gemaakt, met een kans dat het gebeurt van eens in de 300 jaar of zelfs eens in de 3000 jaar en er worden volstrekt valse voorstellingen van zaken gegeven!

En nog even dit: de nieuwe dijken worden voor een periode van 50 jaar gemaakt en worden dus gebaseerd op de verwachte waterstanden in 2075. Omdat men bang is dat er door klimaatverandering heel veel meer neerslag zal gaan vallen zijn de waterstanden waarvoor de nieuwe dijken ontworpen worden een stuk hoger dan voor de huidige situatie. Dat betekent dat de hoogte van de dijken bij een beschemingsniveau van 1/300 in 2075 ongeveer gelijk zijn aan een beschermingsniveau van 1/3000 in 2020. In 2020 betekent 1/300 bescherming tegen 3578 m3 in de Maas en in 2075 is dat ineens 4109m3 in de Maas geworden. (in 2020 hoort bij een beschermingsniveau van 1/3000 een waterhoeveelheid van 4113 m3).

Een van de grote problemen in de hele discussie is het verschillende taalgebruik. Het waterschap en de rijksoverheid gebruikt vakjargon en gewone mensen gebruiken normale spreektaal. Meest duidelijk is het verschil bij de term "overstroombare" en "niet overstroombare dijken". In het ene geval betekent het dat voor de berekening van de waterhoeveelheden en de waterstanden rekening gehouden wordt met het overstromen van dijken. In eht 2e geval wordt gedaan alsof de dijken oneindig hoog zijn en dat er dus geen waterverlagend effect is vanwege het feit dat die dijken overstromen. In het hoofd van "normale" mensen blijft dan hangen dat men in het 1e geval opgeofferd wordt en dat men in het 2e geval absoluut veilig is, terwijl het om dezelfde dijken en precies dezelfde bescherming gaat.

de oplossing met de wettelijke normdijken
de oplossing met de schuif