Page 177 - Voorwerk.indd
P. 177
‘Vernietigingskamp Sibibor’ heeft hij in 2008 een eredoctoraat van de Universiteit
van Amsterdam gekregen. Uit wat hij daarin over de gang van zaken in Sobibor
beschrijft valt te reconstrueren hoe het de Gennepenaren moet zijn vergaan. Het hier
volgende is grotendeels gebaseerd op wat Schelvis vertelt.
De reis naar Sobibor
De eerste twee transporten naar Sobibor, die van 2 en 10 maart 1943 gingen
nog met personentreinen, maar daarna ging ieder transport, dus ook die waartoe
Gennepse Joden behoorden, in veewagons. Daarin was plaats voor ca. 45 personen.
Zoveel mensen zaten er ook in de wagons bij de transporten van 11 mei en 13 juli 1943.
Bij het transport van 11 mei, met de vele bejaarden, waren er matrassen in sommige
wagons. Maar bij het transport dat volgde op het vertrek van de kinderen uit Vught,
dat van 8 juni, zijn 3017 mensen in 46 wagons gepropt, 65 per wagon. Daarbij kwam
ook nog hun bagage. Maar de twee andere transporten, waar meer ruimte was, waren
ook heel onaangenaam. Het werd al snel benauwd, doordat er maar een klein getralied
bovenraampje was. In iedere wagon stonden twee tonnen, een met water, een om de
behoefte te doen. Die was meestal al snel na vertrek vol en veroorzaakte veel stank,
De waterton was snel leeg en werd tijdens de reis niet aangevuld. Het zelf meegebrach-
178 | E N T OE N W A R E N Z E W E G | JO DE NVE R V OL G I NG I N E E N N OO R D-L I M B U R GS S T ADJ E |
Hfdst-5.indd 178 21-10-18 16:39