Jan de Beijer en Gennep, deel II |
door Wiel van Dinter, december 2020
Gennep
Jan de Beijer kunnen we betitelen als een voorloper van de fotograaf uit de 19 de / 20 ste eeuw, die in steden en dorpen interessante landschappen en gebouwen opzocht voor goed verkopende ansichtkaarten. De Beijer gebruikte in zijn tijd pen, potlood en papier. Zijn tekeningen kwamen terecht bij veel particuliere verzamelaars. Met als gevolg dat ze misschien pas na vele jaren weer in de openbaarheid terugkwamen. Tot nu toe kennen we van De Beijer twee afbeeldingen van Gennep: 1. totaalaanblik vanuit het noorden; 2. het stadhuis met naaste entourage.
Vergezicht In1742 trok Jan de Beijer door onze regio. Hij tekende o.a. het Kasteel Heumen in genoemd jaar. Het kan bijna niet anders dan dat hij daarna doorreisde naar Gennep. De weg Nijmegen-Gennep liep toen langs Middelaar. Vanuit de Bloemenstraat zag hij de contouren van het stadje. Hij kende uit de boeken van Braun & Hogenberg (1572-1618) onder meer de gravure van Gennep vanuit het oosten getekend. Daarom besloot hij de ‘skyline' van Gennep vanuit noordelijke richting te schetsen. Het pleit ervoor dat hij in 1742 Gennep aandeed, omdat hij de schets van het vergezicht op Gennep op de achterzijde van het schetsblad met Kasteel Heumen 1742 zet! En de totaalaanblik van Gennep dateert hij zelf 1742. |
|
De ets Voor die schets ging De Beijer hoogstwaarschijnlijk met zijn tekenmateriaal zitten in de schaduw van een boom op De Bongert (de verhoging noordelijk van nu het Melkstraatje, te vinden op de Kleefse kadasterkaart van 1731).De schets werkte hij thuis uit tot een tekening. Vervolgens maakte hij van die tekening later weer een kopie met de pen voor de etser. Deze ets staat in het boek Het Verheerlykt Kleefschland met links bovenin gedateerd: Gennep 1742 . |
Stadhuis
Het meest bekend en gebruikt is De Beijers tweede afbeelding van Gennep, nl. het stadhuis ( 't Raadhuys te Gennip ). Hier blijkt nu, dat Jan de Beijer aan de etser Paulus van Liender voor diens ets van het stadhuis een tekening gegeven heeft die duidelijk afwijkt van zijn eerste tekening, gemaakt naar de schets van1742 in Gennep! Dat zien we op de tekening die onlangs bij een veilinghuis in München opdook.
De etser Van Liender zette onder zijn ets wel J. de Beijer del. , maar wat hij voor die ets van De Beijer als voorbeeld kreeg, is niet identiek aan De Beijers eerste tekening. (Naar de schets uit zijn schetsboek.) De tekening uit 1742 geeft een grotere entourage. Het origineel van 1742 is omvangrijker. We hebben dat ontdekt, toen de originele, eerste tekening geveild werd. Die is door een particulier op de veiling ingebracht en thans in Genneps bezit.
Verschillen
De etser Paulus van Liender maakte zijn ets van het stadhuis met behulp van een pentekening die Jan de Beijer hem leverde. De Beijer greep voor het model aan de etser terug op zijn tekening in Gennep van 1742. Nu we dat opgedoken origineel van 1742 vergelijken met de ets van Van Liender van 1758 zien we duidelijke verschillen. Waarom en op welke plekken gaf De Beijer afwijkende details aan de etser? Daarop gaan we in de derde bijdrage in.
Toelichting:
J.de Beijer del. (del.=deliniavit > heeft dit getekend)
P.v. Liender fec. (fec.= fecit > heeft dit gemaakt)
Werkwijze:
schets > tekening-1 > tekening-2 > de ets
Jan de Beijer en Gennep |
Jan de Beijer en Gennep, deel I; door Wiel van Dinter
Emmerik
Johan Jacob de Beijer, een achternaam tot op vandaag in Nederland en de Nederrijn bekend, was rond 1700 wervingsofficier voor het Hollandse huurleger in Duitsland en Zwitserland. Daarom werd zijn zoon Jan in 1703 in het Zwitserse Aarau geboren. De jonge Jan was 6 jaar, toen het gezin terug ging naar het toen Gelderse Emmerik, de plaats waar een eeuw eerder ook Willem van Bommel, de bouwmeester van het Genneps stadhuis, woonde. Jan ging daar naar de gereformeerde school, waar hij een groot talent voor tekenen bleek te hebben. In Emmerik breidde het gezin De Beijer zich uit. Vader Johan Jacob overleed op middelbare leeftijd in 1719. Een maand na zijn dood baarde moeder Maria de Beijer-Frisch haar negende (!) kind.
Tekenaar
Zoon Jan wilde van tekenen zijn beroep maken. In 1722 verliet hij Emmerik om in Amsterdam bij Cornelis Pronk -dan de bekendste en toonaangevende tekenaar en schilder- zich in dat vak te bekwamen. Na enkele jaren keerde Jan als topografisch tekenaar en schilder naar Emmerik terug. Tekeningen van stads- en dorpsgezichten waren in die tijd de ansichtkaarten van nu. Welgestelde burgers kochten en verzamelden ze. Jan de Beijer maakte en verkocht ze. Hij begon in Emmerik en omgeving karakteristieke gebouwen en plekjes op papier vast te leggen. Hij had er grif kopers voor. Hij werd een bekendheid op teken- en schildergebied. |
|
Rondreis Wat Lamb. Perolles, de Gennepse stadsfotograaf, eind 19 de eeuw voor zijn foto's op de fiets deed, dat plande Jan de Beijer tussen 1730 en 1770 per trekschuit en reiskoets. Met schetsboek en tekenmateriaal trok de tekenaar van stad naar dorp om gebouwen, kastelen, kloosters in zijn schetsboek vast te leggen. In de natte seizoenen werkte hij de schetsen thuis uit. Zo trok hij de Nederrijn door. Hij kreeg tips objecten op papier te zetten. Het is bekend dat hij zich ook een tijd lang in het Brabantse Vierlingsbeek vestigde (bij familie?). Van daaruit vond hij zijn objecten in Oostelijk Brabant, Zuid Gelderland en Noord Limburg. |
Prentenboek
Zijn tekeningen verkocht hij aan particulieren en boekdrukkers. Bij de privépersonen bleven de prenten soms generaties lang in de familie en kwamen ze uiteindelijk op veilingen terecht. Uitgevers gebruikten ze als illustraties in hun boeken. Veel van De Beijers werk werd gebundeld in ‘prentenboeken en – atlassen', zoals Het Verheerlykt Kleefschland en Het Verheerlykt Nederland . In dit laatste werk komen afbeeldingen van De Beijer voor. Toen hij zich in Amsterdam vestigde (1751), trok hij daar door stad en land en maakte nieuw werk.
Onbekend
Tien jaar voor Amsterdam reisde hij (uitvalsbasis Vierlingsbeek?) door de Maasregio en kwam hij in 1742 in Gennep. Twee tekeningen van Gennep door De Beijer kennen we: een totaalblik op het stadje (gedateerd 1742), en de oudste afbeelding van het stadhuis.
Over die 2 tekeningen -en een tot nu toe onbekende afbeelding- gaat de volgende bijdrage
Noot Harm: er bestaan 2 oude gravures van Gennep van de hand van van Liender en die kennen wij. Wat wij niet kennen (of kenden) zijn de oorspronkelijke tekeningen, op basis waarvan die gravures gemaakt zijn. Gravures werden verveelvuldigd, bijvoorbeeld in atlassen, maar van een oorspronkelijke prent bestaat maar één exemplaar, het origineel.
Over het wedervaren van Jan de Beijer en de plaatsen en taferelen, die hij vastgelegd heeft is door uitgeverij van Spijk in 1980 een boek uitgegeven van de hand van Guido de Werd. In dat boek vinden we afdrukken van de meeste tekeningen van Jan de Beijer, maar slechts één tekening van Gennep. Hieronder een paar plaatjes uit dit boek.
het genoemde boek over Jan de Beijer |
tekening uit 1759, in bezit van het gemeentearchief van Amsterdam met daarop een serie kunstenaars in een Haarlemse trekschuit. Een van de kunstenaars was Jan de Beijer en verder onder andere C. Pronk, H Pothoven, J Andriessen, H Spilman en J Greenwood (de maker) |
voorbeeld van zo'n gedrukte atlas met daarin gravures op basis van gemaakte tekeningen van onder andere Jan de Beijer. |
Wiel van Dinter over digitalisering |
DIGITAAL SPEUREN IN DEZE TIJD
Wiel van Dinter
Peinzen
Ik leg de telefoon neer. Een mevrouw met een vraag over de voormalige boerderij op de Yshoevel . Ik heb haar kunnen doorverwijzen. Even zit ik te peinzen over de Franse revolutionairs, die in 1794 aan de Kendel en de Yshoevel verschenen. En aan de Schotse soldaten, die zo'n 150 jaar later daar optrokken. Jongemannen uit verre landen, die nooit gehoord hadden van Yshh oe vel en Kendel. Net zo min als Hommersumse boeren van Seine en Glenmore .
Vraagbaak
Al vele jaren gaat bij ons de telefoon om informatie over personen en zaken uit het verleden van Gennep en omliggende woonkernen in de gemeente. Het betreft dan familienamen, huizen, locaties, winkels, verenigingen, enz., enz. (“U weet toch alles van Gennep.”) Soms gaat het over iets honderden jaren geleden (gebouwen, straten, het Genneperhuis, bestuurlijke zaken), dan weer ligt de interesse dichterbij ( het spoor, de tram, het onderwijs, de gezondheid, bevolkingsgroepen).
Speuren
In deze eeuw is een algemeen antwoord op veel vragen te vinden via zoekmachines op internet (bijv. Google, Delpher). Vooral deze laatste, ontwikkeld door de Koninklijke Bibliotheek Den Haag, brengt de vragensteller dichter bij huis door de getoonde inhoud van regionale kranten. Ikzelf vond er veel wetenswaardigs over bijvoorbeeld de Gennepse Harmonie van 1818, het Vitesse '08 van 1908, het aloude Martinusgilde, de Joodse synagoge in de Kerkstraat. Of je nu in Gennep, Groningen, Genève, Glasgow of Gibraltar woont, je kunt putten uit dezelfde bron en… kijken naar dezelfde afbeeldingen.
Schatkamer
Daarom is het doodjammer dar er in het Genneps gemeentearchief een historie-schatkamer ligt, die nog steeds niet geopend is. Er liggen de jaarleggers van de echte Maas- en Niersbode vanaf 1883 compleet, die nog steeds niet gedigitaliseerd zijn. Een rijkdom aan stads- en regionale feiten en beelden ligt daar op ontsluiting te wachten. Het antwoord op veel aan mij gestelde vragen kun je dan thuis vanuit je stoel op het pc-scherm vinden.
De raad
Gemeenteraad, maak u onsterfelijk en geef opdracht tot digitaliseren van deze originele Maas- en Niersbode en opname in de delpher-collectie. Van Australië tot Groenland zullen alle geïnteresseerden in de lokale geschiedenis van het topje van Limburg hun informatie vinden. Dankzij uw initiatief.
Om het verhaal van Wiel van Dinter wat meer cachet te geven voeg ik een aantal foto's bij van krante-artikelen, die ik zelf (via via) in bezit heb. Na digitalisering van de MNBode kunnen alle jaargangen doorzocht worden op periode en op namen middels OCR technologie, die pdf files doorzoekbaar maakt. Ook de stichting Erfgoed Gennep maakt gebruik van dezelfde technologie en ook daar zou de MNBode dus voor de Gennepenaar en anderen gemakkelijk toegankelijk gemaakt kunnen worden.
MC Limburgia - Stichting Erfgoed Gennep |
De vorige maand opgerichte stichting Erfgoed Gennep, verzamelt, behoudt, digitaliseert en maakt beschikbaar het foto- film- en ander (bewarenswaardig) materiaal van en over Gennep. Er zijn nog heel veel schatten in Gennep verborgen op zolders en in foto-albums en vaak zonder dat de eigenaar zich bewust is van het belang van het materiaal. Op onschuldige foto's van mensen is het Gennep van toen te zien, de activiteiten, de bebouwde omgeving en ook de mensen. Om die informatie te ontsluiten en toegankelijk te maken, maar ook om die te behouden voor de toekomst is de stichting opgericht. Al het materiaal van www.gennepnu.nl wordt ook toegevoegd aan de archieven en beeldbank van de nieuwe stichting. Elke woensdagmiddag kan men in de kenniskeuken terecht, maar men kan ook via mail contact opnemen met het secretariaat: p.mengelberg@stichtingerfgoedgennep.nl.
De nieuwe stichting heeft ook een website: https://www.stichtingerfgoedgennep.nl
Een van de filmpjes die al gedigitaliseerd is door Paul is afkomstig van Jan en toont een motorcrosswedstrijd van MC Limburgia, de Gennepse motorcrossclub, die in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw furore maakte in Gennep. Het filmpje is hier en nu te zien. Ik kreeg een mailtje van Wim van Riet met wat toelichting over MC Limburgia. Eerder dit jaar stuurde hij ook al een serie foto's uit die tijd, die inmiddels op de special over MC Limburgia staan: link naar de special
Wim schrijft:
" Ik zag op je site dat je ook een item hebt over MC Limburgia, de motocrossclub welke Gennep ooit heeft gehad. Zelf ben ik ook lid geweest van Limburgia en ik herinner me dat als een hele mooie en gezellige periode. Het betrof de eind zestiger en begin zeventiger jaren. Wij werden destijds enthousiast gemaakt voor deze mooie sport door mannen als Hilbert Oldenhof, Toon Franken, Piet Vullings, Peter Roersch en Gerry Arts. Deze mannen gingen met een vrachtwagen van Franken transport naar de crosses en wij mochten als broekies mee. De meeste crossers uit Gennep kwamen van de Gennepse Hei of van het Voorhoevepark (de Balkan). Die buurten lagen destijds aan de rand van Gennep en de bewoners deden niet moeilijk als de motor een keer op de openbare weg werd uitgeprobeerd. Ik herinner me nog dat Karel Goertz de administratie van de vereniging verzorgde en Tonny Wilbers (de lange) was jarenlang voorzitter. De feestavonden na de jaarlijkse cross in de Looi waren berucht en Tonny Wilbers was onnavolgbaar in de wijze waarop hij ons instrueerde de leeftijdscontroles aan de kassa gedegen uit te voeren. Gestart op een 50cc brommer ben ik al snel overgegaan naar de 250 cc klasse. Ik reed een Maico en zoals de meeste crossmotoren destijds was dat een door onszelf omgebouwde legermotor. Later heb ik nog met broer Jan in de zijspanklasse meegedaan. Dat was op een BSA Gold Star. Wij waren toen het jongste zijspanduo bij de GeLimBra. Dat was de "wilde"bond in Zuid-Nederland. MC Limburgia was aangesloten bij deze bond.
Ik reed op de Maico overigens met nr. 32 en op de BSA zijspan hadden mijn broer Jan en ik nr. 4. Ben zelfs nog in bezit van het originele gele Limburgia shirt. (met olievlekken) Ben alleen bang dat ik er niet meer in pas. Dat water in die watergeul tussen de touwtrekkers ging allemaal met de tractor en gierton. Af en toe werd tijdens de wedstrijd ook de crossbaan besproeid tegen de stof. De bulldozer van Teunesen stond paraat om vastgelopen auto's, tractoren etc los te trekken en af en toe de baan wat glad te schuiven.
Over het filmpje: Ik zie broer Jan van Riet en Ger Noij bij de kassa. Touwtrekkers Nol (nulleke) Simons (nu bekend van de HCV carnaval), Toon Sanders, Jos Reintjes, Sjaak van Schaijk, Jan Wessels, Jan van Riet en coach Harrie Teeuwen. Ik meen ook Hilbert Oldenhof te herkennen. Erg mooi om te zien.
De contributie was destijds 12 gulden per jaar. De crosses werden destijds druk bezocht en er waren inkomsten uit entreegelden en de verkoop van limonade en broodjes worst. Het circuit had MC Limburgia in bruikleen van de firma Teunesen Zand en Grind. In de Looi was toen een zandafgraving. Gennep en Afferden hadden de mooiste zandcircuits in de regio met flinke hoogteverschillen, springheuvels en vervaarlijke "knippen", en dat blijkt ook wel want nu zijn het prachtige natuurgebieden geworden waar je geweldig kunt wandelen. Eind jaren zestig was natuur en milieu echter nog geen issue. "
Gennep-Niers-Goch |
Van oudsher heeft Gennep een erg nauwe banden met de buurstreek in Duitsland. Tot 1815 hoorde Gennep en omstreken samen met die streek tot het hertogdom Kleef. en van oudsher waren er dus nauwe banden, familiebanden zelfs en men sprak er dezelfde taal. Gennep en Goch waren zuster-stadjes. Dwars door die streek werd in 1815 een streep getrokken toen het koninkrijk der Nederlanden werd geformeerd op het congres van Wenen. Men bedacht daar dat de grens van dat nieuwe koninkrijk op een kanonschot ten oosten van de Maas moest liggen en toen werd Gennep dus afgescheiden van de streek, waar het eeuwenlang had bijgehoord. De stichting Gennep-Niers-Goch wil die van oudsher nauwe banden weer in ere herstellen en onderneemt daarvoor allerlei activiteiten.
Vanmiddag, 31 oktober 2020, werd in de Kenniskeuken onder de bibliotheek in Gennep, de tentoonstelling 500 jaar Vriendschap en Verbondenheid tussen Gennep en Goch geopend door de nieuwe burgemeester van Gennep, Hans Teunissen. Dat deed ie (behalve natuurlijk met een toespraak) met het luiden van een bel. (daarover dadelijk meer). De tentoonstelling is vanaf maandag 2 november tot 2 januari 2021 te bezoeken. Bezoekers krijgen bovendien een mooi boekje, waarin de geschiedenis wordt uiteengezet. Erg leerzaam en interessant. Een aanrader in deze toch wat saaie corona-tijd.
Maar terug naar die bel: die verwijst naar 1950 toen Gennep zijn 1000 jaar bestaan vierde. Dat sloeg toen eigenlijk nergens op, maar was meer een feestje om te vieren dat het herstel (en uitbreiding) van het stadhuis gereed was en dat Gennep bovendien al heel lang bestond. Een feestje is ook nooit weg. Er was zelfs een feestweek met allerlei activiteiten. Ter gelegenheid van die viering was er ook een geschenk van de Gennepse bevolking: dat was het carillon dat nu nog altijd zijn melodieën speelt, zoals 's ochtends om 10:00h het Genneps volkslied en bij bruiloften natuurlijk "daar komt de bruid".
een toost op de opening |
De burgemeester probeert de klok te luiden, hetgeen uiteindelijk lukt. De filmer voor Gennepnews is Thijs-Jan, mijn petekind, die het in beeld probeert te brengen |
De klok, met op de ene zijde de beeltenis van het stadhuis |
|
en op de andere zijde het stadswapen van Gennep |
Daarboven staat trouwens een glazen bokaal, die opgegraven is bij de opgravingen bij het oudste huis van Gennep in de Molenstraat. Een bijzonder mooie bokaal, die nog stamt uit de 15e-16e- eeuw |
Maar die klok: die verwijst naar 1950. Toen werd gevierd dat Gennep 1000 jaar bestond. Er was een geschenk van de Gennepse bevolking, dat 11.000 gulden gekost had, namelijk het carillion boven in de toren van het stadhuis. |
krantenbericht van 1 augustus 1950 over de festiviteiten. |
de harmonie was natuurlijk paraat, nog zonder uniform, maar al wel met een uniformpet. Ze zijn hier op de Groes. |
De 11.000 voor het carillon was bijeengebracht met allerlei acties. Hier zien we Gennepse kinderen in klok-uitdossing in de emmastraat. (de foto's zijn gemaakt door Heijs) |
||
En er waren grote gildefeesten. De grote poppen van het gilde van Venlo trokken blijkbaar veel bekijks. |
|||
We hebben het programmaboekje van die feestweek in 1950, nu alweer 70 jaar geleden. Het boekje, afkomstig van Max Schaffers kunt u bekijken door op de afbeelding links te klikken. Kunt u lezen, wat er toen allemaal te doen was. Net als u nu kunt lezen in het boekje van de stichting Gennep-Niers-Goch wat de geschiedenis is van de Gennep en Goch en wat hen verbindt (behalve de Niers natuurlijk) Waar die herinneringsklokken voor bedoeld waren is (nog) niet helemaal bekend. Giften voor grote sponsoren of voor notabelen?? We weten het niet. er zijn inmiddels 3 van dergelijke klokken bekend. Die in de Kenniskeuken is daarbij de enige met een klokkenstoel. Misschien dat iemand het weet en ook of er nog meer exemplaren rondzwerven.
|
1938, Met de tram! |
Wiel van Dinter vervolgt zijn verhaal over zijn belevenissen als 8 jarige in het Gennep van 1938 met zijn reisl naar Nijmegen, met de Gennepse MBS tram. Alweer deel 4 van de belevenissen van Wiel in het Gennep van toen.
Schoenen
Opa Willem van Dinter had een paar nieuwe schoenen nodig. Hij kon daarvoor bij Heijs in Gennep niet terecht. Voor maat 49(!) moest hij naar ‘de stad'. Daar slaagde hij altijd bij de schoenwinkel Van Haren. Die had van zo'n ummundig grote maten. Als verjaardagscadeau mocht ik die zaterdag in de ‘grote vakantie' met hem naar Nijmegen. Mijn moeder keek er tegen op. Maar opa zei: ”Mak ów nie zu druk, Greet. Wïj zien saame meer as tachentig” . En ik dacht: Jippie, ien den tram! |
schoenenmagazijn Heijs. Op precies de plek waar nu Scapino zit. Het inwendige van het magazijn in 1928 |
Marietje
Zaterdagmorgen loop ik met de goeie kleere aan van het Genapium naar opa in de Loodsstraat. Aan het begin van de Loodsstraat, tegenover Wikkers staat Marietje ân de gaos en roept iets onverstaanbaars tegen mij. Ik zwaai maar naar haar en loop de straat in. Ik ken de huizen wel zo'n beetje: Minor, Moreel, Velemans, De Wit, en dan ben ik er. Ik druk de klink van de poort omlaag en loop langs de zijgevel van het huis naar de achterdeur. Buurvrouw Bernards ziet me door het keukenraam naar binnen gaan.
Medicijn
Zuigend op een caramel toffee, gekregen van tante Wies, loop ik even later naast opa door de Wagenstraat naar de tram bij de overweg. In de Bergstraat steekt Van de Loo zijn hand op naar opa. Die groet terug. We slaan de hoek om en komen in het Spoorlaantje. Bij het station links is niks te doen. Er staat geen trein. Rechts kijk ik geïnteresseerd naar de grote ploeg op de fabrieksgevel van de Fa. Schuhmacher. Ik vraag me af hoe ze die daar bovenop gekregen hebben. We moeten even stilstaan, want er komt een auto van Van Gend en Loos de helling van de Emmastraat oprijden. | Op de foto rechts het huis waar Schumacher in 1930 zijn ploegen- en pompenfabriek begon. Ten tijde van bovenstaande foto zat er nog een café/restaurant. Toen het station een stationsrestauratie kreeg, was het met het succes van het café/restaurant gedaan. Foto van de stationsrestauratie van Gennep |
Dan slaan we even verder de Spoorstraat op bij het huis van dokter Muller. Daar heb ik verleden week nog een flesje millesien moeten afhalen voor mijn zusje Gerda. Dan steken we de weg over naar de dieseltram vóór het missiehuis van de Paters van de H. Geest.
de diesel-electrische tram, bedacht en gebouwd in Gennep, die langzamerhand de stoomtram verving |
de halte voor het gebouw van de Paters van de Heilige Geest (in 2020 Libermanhof) aan de Spoorstraat |
De foto die ik in 2009 gemaakt heb van de MBS DIV en nu RTM67 in Ouddorp. De Gennepse trams zijn na de oorlog overgenomen door de Rotterdamse trammaatschappij en uiteindelijk in deze eeuw beland in het tram-museum in Ouddorp, waar ze zorgvuldig gerestaureerd zijn, zodat ze daar weer kunnen rijden. |
Raam
Opa is de hele weg zwijgzaam geweest. Alleen “Pas op, auto” bij de Emmastraat. Ik raak met de vinger even het tramrijtuig aan. Ik vind deze tram hartstikke nieuw. De stoomtram rijdt nog alleen met goederenwagens. Opa loopt naar het tramstel en laat mij voor hem instappen. Hij zegt: ” Lòp mar wie.r, dit is de örste klasse” . Ik zie deftig beklede banken, waar al mensen de krant zitten te lezen. Na een tussenstuk komen we bij houten zitbanken. ”Gôt mar ân et raam zitte. Dan kunde goe.d nor buute kie.ke”. . Wat onwennig kijk ik om me heen. Het ruikt een beetje naar sigarettenrook. |
Jetten Ik hoor een fluitje, voel een schok, we rijden. Langzaam zie ik het huis van dokter Stiemens en Dick de Roos wegglijden. Oom Rien zegt dat die van het Genneps toneel is. Als we het H. Hartbeeld voorbij rijden komt de conducteur bij ons staan. Hij maakt een praatje met opa en zegt dan tegen mij: “Zo ménneke, meugde gïj mit nor Nimwèège” . Ik knik en kijk gauw weer naar buiten, waar we garage Jetten voorbij rijden. We stoppen op de Markt. Eén man stapt uit en drie in. Ik zie voor hotel De Kroon Wim Verhasselt staan. Ik zwaai naar mijn klasgenoot, maar hij ziet mij niet. Hij kijkt naar de machinist. |
Den Boer Ik houd me aan de bank vast als de tram met een scherpe bocht de Niersstraat in rijdt. Ik zie door het andere raam dat de tram dicht langs de gevels van de winkels rijdt. Daar moet je je dicht tegen de muur drukken om niet meegesleurd te worden. Of vlug naar de overkant lopen als je de tram hoort aankomen. Geen wonder dat de tram al voor de bocht belsignalen geeft. Bij Den Boer rijdt de diesel Gennep uit en de Niersbrug op. Nu maakt de tram vaart en schuiven de bomen rap voorbij. Maar bij de drukkerij van de Gennepse krant mindert hij weer vaart. En bij de Boerenbond staat hij al weer stil. Een man op klompen komt tegenover ons zitten. De tram gaat nu hard rijden en opa zegt: ”Nów stoppe we wèr bïj Lamers óp de Drie Kroone”. Ik knik, maar heb meer belangstelling voor een auto, die een paard en kar passeert. De boer op de kar kijkt kwaad naar de auto. |
Links zien we hoe de tram de Niersstraat in moet draaien. De winkel op de hoek heeft een afgeschuinde kant gekregen omwille van de tram. Rechts zien we de tram bij tramhalte Ottersum op de Nijmeegseweg. Daarna gaat het verder naar de 3kronen en dan verder. Hieronder nog 3 filmpjes van de Gennepse tram. Allereerst zien we een tram vanuit de Niersstraat de Markt opdraaien. De conducteur moet uitstappen en voor de tram uitlopen vanwege het gevaar voor voorbijgangers. Het 2e filmpje is van een tram die van Nijmegen komt en Plasmolen passeert. Tenslotte nog een filmpje van de Gennepse tram en hoe die nu in Ouddorp rond rijdt. |
||
Een heuse (historische) pottenbakkersoven in de Pottenhoek??? |
In 2019 is de pottenbakkersoven van Essing (pand voormalig bakker Nillessen) opgegraven. Jan Wessels is er weken bezig geweest.
Rond 1800 waren er een 15 tal pottenbakkers in Gennep, waaronder dus Essing. Van ca 1580 tot 1900 was Gennep een pottenbakkerscentrum en vandaar ook de leus Gennep-keramiekstad. Ik heb aan het begin van de zomer een subsidie-aanvraag gedaan bij de Provincie Limburg in het kader van een nieuwe regeling klein erfgoed en archeologie, waar ik 75% subsidie aanvroeg voor het realiseren van een exacte replica vloer van de Essing-oven en dan heel toepasselijk in de Pottenhoek, op ca 100m van de oorspronkelijke oven.
Vandaag was er iemand van de provincie in Gennep om dat plan te bespreken. En hij was super-enthousiast. En zelfs zodanig dat hij stelde dat het jammer was dat het ambitie-niveau niet nog wat hoger was, zoals voor het ook boven de grond terugbrengen van die oven. Muziek naar onze oren, want dat was eigenlijk mijn oorspronkelijke idee. Echter afgeblazen als zijnde niet realistisch. Want afgezien van de complexiteit is er dan de grote vraag: wie moet dat gaan betalen. Maar wellicht komt er nu dus toch ooit zo'n oven. Ons idee is om allereerst die fundering en vloer te realiseren, zo mogelijk mèt vuurgangen en dan later op die basis de rest te realiseren.
Of het lukt en of we funding krijgen?? De toekomst zal het leren. Maar wat zou er nu mooier zijn voor de buurt, voor de jeugd en voor bezoekers om een (replica van een) echte pottenbakkersoven te zien op de plek waar het vroeger allemaal gebeurde? Ik houd u op de hoogte. De stichting Monarch doet zijn best.
Op de foto's: de pottenbakkersoven van Essing, zoals die opgegraven is, een paar door Jan Wessels gereconstrueerde potten van Essing, zoals die in de kenniskeuken te bekijken zijn en tenslotte een kadasterkaart uit 1821, waar zowel de locatie van de oven van Essing en de beoogde bouwplek zijn aangegeven. #Gennep , #Gennepnu , #pottenbakker , #pottenbakkersoven , #pottenhoek , #monarch ,
de pottenbakkersoven van Essing |
Foto van boven. Gemaakt door Frank met behulp van zijn drone |
kadasterkaart uit 1821 waar de pottenbakkerij en de Pottenhoek zijn aangegeven |
enige van de opgegraven potten in de Kenniskeuken. De potten zijn door Jan Wessels gerestaureerd. |
Is/wordt de lob een waterberging en uiteindelijk een badkuip? |
Deze en andere vragen stelde een bekende Gennepenaar mij via mail. Ik heb die vragen zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Daarvoor heb ik (heel kort) de geschiedenis en de huidige stand van zaken uitgelegd. Omdat dit ook voor anderen verhelderend zou kunnen zijn, zet ik de inhoud van die mails (ganonymiseerd) op mijn website.
De 1e mail, die ik kreeg, luidde: Hoi Harm, las net de ‘Lobkrant'. Ben onderhand wel benieuwd naar de letterlijke tekst (1996?) van het wetsartikel, behelzend dat het gebied tissen mook en Gennep de functie van waterberging heeft. Heb jij die tekst, of waar kan ik doe lezen?
Mijn antwoord luidde: Die wetstekst en de beleidslijn spreken alleen in algemene termen over zomerbed en winterbed (met een bergende functie, waar allerlei beperkingen gelden. Dat gebied heet ook een waterstaatswerk, waarvoor vergunning van Rijkswaterstaat nodig is voor bouwen, ophoging ed. Daartoe maken die afspraken met gemeenten). De lob is daadwerkelijk betrokken geraakt met de publicatie in 1998 van de kaarten waar de zomer- en winterbedden zijn ingekleurd. En toen was het dus raak. Kan je die beleidslijn wel sturen (is bijgevoegd). Ook die staatscourant publicatie kan ik sturen, maar is wel 30 MB groot en zou via wetransfer moeten. Helaas is er geen kleur te zien (verschil zomer/winterbed) maar ik kan je wel separaat een ingekleurde kaart sturen. Staat overigens ook op mijn website. En verder:
Ik zal proberen uit te leggen hoe eea ontstaan is: Tot het hoogwater van 1993 en 1995 was er nog weinig aan de hand. Zomerbed, winterbed en ten zuiden van Mook had de Maas geen dijken omdat de hoge oevers het water keerden. Het punt tot waar het water regelmatig overstroomde heette winterbed. De mogelijke hoogwaters werden bepaald op wat er in het verleden gebeurd is. Men heeft cijfermatige gegevens vanaf ca 1900. Alle hoogwaters vanaf dan worden in een wiskundig model gezet op basis van hoe vaak elk hoogwater voorkomt (men gaat dan uit van de hoeveelheid m3 per seconde waar de Maas Nederland binnen komt). Na 1993 en 1995 waren er ineens 2 hoogwaters bij gekomen, waardoor de lijst van hoogwaters veranderde en daarmee ook het wiskundige model. Vanwege die hoogwaters moest de overheid ineens met een grotere kans op hoogwater gaan rekenen. Echter: de regering wordt ook afgerekend op het kijken naar de toekomst. Maatregelen alleen nemen op basis alleen van wat in het verleden gebeurd is, is natuurlijk niet afdoende. Dat heeft men gedaan. Het KNMI heeft weermodellen ontwikkeld op basis van een aantal klimaat-scenario's. Daaruit bleek dat de kans op hoogwater in de toekomst een stuk groter zou worden, omdat er naar verwachting veel meer water gaat vallen in Noord Frankrijk, Belgie en dat sneeuw in de Ardennen sneller gaat smelten. Men heeft toen het middenscenario gekozen als uitgangspunt (niet het meest heftige, maar een tussen-scenario als het meest waarschijnlijke). Als dat scenario wordt toegepast neemt de hoeveelheid water in de Maas enorm toe. En als dan berekend wordt hoe hoog de Maas wordt (ook al rekening houdende met overstromingen stroomopwaarts, die een drukkend effect hebben), bleek dat de waterstand bij Gennep zo hoog zou worden dat de lob zou volstromen. De lob werd dan dus rivierbedding en er werd water geborgen. Net zo goed als overstromingen stroomopwaarts (bij Maastricht, Roermond, Venlo, Bergen enzovoorts) goed zijn voor de lob, is het overstromen van de lob goed voor de mensen stroomafwaarts. De lob had geen of nauwelijks dijken, maar er is toen ook besloten dat de lob betere bescherming moest krijgen, net als Gennep. En dat zijn de kades, of dijken, die we nu hebben. Maar komt er meer water, dan overstroomt het alsnog. (wel een heeeel kleine kans) Maar daar is het verhaal nog niet mee af. Voor rijkswaterstaat en het waterschap staat er meer op het spel. Het overstromen van de lob is 1 ding, maar het overstromen van de lob bij een kans van 1/300 zet maar beperkt zoden aan de dijk stroomafwaarts. Die dijken daar kunnen het dan nog gemakkelijk aan. Het zou voor het model Maas beter zijn als de lob later zou overstromen, als het er voor de dijken stroomafwaarts daadwerkelijk op aan komt. En daar komt de oplossing met de schuif om de hoek kijken. Een nòg hogere dijk om het water langer tegen te houden en dan, pas op het allerlaatste moment het water de lob inlaten. Technisch bezien is dit een veel betere oplossing, maar ook een complexe, die bovendien veel mensen tegen de borst stuit, omdat ze het idee hebben onder water gezet te worden of te worden opgeofferd. Dat begrijp ik, maar het zou wel een betere bescherming bieden.
Daarop kwam de volgende mail: Peperzak is juichend dat de minister het rivierbed heeft geschrapt. Maar DE LOB NOET WEG. De functie van waterberging is gehandhaafd en moet geschrapt worden! Waterberging = Lob. Wie aan Lob blijjt vasthouden (variant 1,2,3) werkt mee aan de kans op opoffering van 7000 mensen, etc.. Daar is ‘Gas-Groningen' niks bij.
Mijn antwoord daarop was: De lob overstroomt NIET eerder dan de oude kern van Gennep, of het nu waterberging heet of niet. De oude kern van Gennep overstroomt eerder dan of gelijk met de lob. Heet geen waterberging, maar het overstroomt net zo hard. De term “waterberging” heeft slechts 1 gebruik en dat is in het rekenmodel. De oude kern van Gennep is te klein en daarom wordt de ovrstroming daarvan niet meegenomen in de modelberekeningen. De lob is een stuk groter en zet heel veel meer zoden aan de dijk, want heeft groot effect stroomafwaarts. Het af willen van de term waterberging heeft geen andere toegevoegde waarde dan dat tegen de experts zeggen dat bij overstroming van de lob gedaan moet worden alsof de lob niet overstroomt. En dat lijkt mij eerlijk gezegd behoorlijk idioot. De maximale hoeveelheid water in de Waal, waar de dijken op gebaseerd worden is naar ik meen zo'n 19000m3/seconde. Komt er meer, dan overstroomt in Duitsland het gebied tussen Düsseldorf en de nederlandse grens. Af willen van de term waterberging is hetzelfde als zeggen dat met die overstromingen in Duitsland geen rekening gehouden mag worden en dat de waaldijken meer dan 1 meter (nutteloos) hoger moeten worden. En let wel: het water in de lob wordt minder hoog omdat stroomopwaarts gebieden overstromen en daar water geborgen wordt. Als de lob geen waterberging meer heet, dan verandert er voor de lob helemaal NIETS. De enige consequentie is dat de dijken stroomafwaarts dan hoger worden, omdat niet met die overstroming rekening gehouden mag worden.
Daarna kwam nog een mail: Okay, Harm. Maar mijn vraag blijft: wordt ‘de lob' volgens de laatste visie een badkuip of niet? Boven Venlo komt nergens langs de Duitse grens een dijk, bij Ven-Zh wel. Laat de Duitsers zichzelf maar beschermen.
Mijn antwoord daar weer op: :-) Het lijkt wel of je volkomen geïndoctrineerd bent door de nee tegen de schuif club ........ (en dat is wat ik die groep nog het meest verwijt). Maar het antwoord: Ja: de lob wordt een badkuip . Dat geldt voor alle gebieden, overal ter wereld waar het water over een dijk stroomt. Daarna houdt diezelfde dijk dat water weer tegen. Enige oplossing is om maar geen dijk te bouwen en veel vaker te overstromen. Voor de goede orde: ook de oude kern van Gennep is een badkuip en nog veel erger, want daar duurt het langer dan in de lob, om het water weg te krijgen. Daarbij komt ook nog dat Gennep veel langer moet wachten op die wettelijke normdijken. Ook in Gennep zijn de dijken niet hoog genoeg, maar dit wordt door iedereen minder belangrijk geacht dan de lob. De lob is, linksom of rechtsom, beter af dan Gennep. Krijgt eerder hogere dijken die dan ook nog eens tenminste even hoog zijn als die (toekomstige) dijken van Gennep. De dijk bij het Ven: deze dijk dient ervoor om het water van de Niers tegen te houden. Is een communicerend vat met de Maas. De dijk dient niet om het water binnen te houden. De Duitsers zullen in alle gevallen zichzelf moeten beschermen tegen het water van de Niers (en de Maas). ...... ik hoop dat mijn uitleg een beetje duidelijk is en dat je je ook niet volstrekt onnodig hoeft te maken over badkuipen en meer volstrekt idiote benaderingen, waarmee mensen op een verkeerd spoor gezet worden. Laat maar weten of dit zo voldoende duidelijk is, of dat je meer vraagtekens of onduidelijkheden hebt.
Het burger-initiatief en de schreeuwende ondernemer hebben in ieder geval een aantal zaken bewerkstelligd:
- een groep burgers is de stuipen op het lijf gejaagd met een op zijn best gekleurde benadering en heeeeeel veel rumoer. Ergo: onnodige paniek.
-ze hebben bewerkstelligd dat een betere bescherming van de lob tegen hoogwater uit het zicht is verdwenen. (tegen hoger water): Ergo minder bescherming
-ze hebben bewerkstelligd dat diezelfde schuif, die zou kunnen zorgen voor een sneller weer leegstromen van de lob na een overstroming, ook uit het zicht is verdwenen. Ergo: langer overlast na een overstroming.
Maar het uiteindelijke antwoord op de vraag in de kop van deze update: Ja, de lob is een waterberging en is een badkuip, en net als Gennep, Bergen, Heijen, Well, Venlo, Arcen, Roermond enzovoorts enzovoorts.
Het is triest dat al dat verbale geweld vanuit de lob tot een averechts resultaat gaat leiden en dat zelfs de politiek op een volstrekt verkeerd been gezet zijn. Had je wellicht ook de projectgroep kunnen verwijten. Hadden zij het maar beter en in gewone mensentaal moeten uitleggen. En hadden ze (en dat was een heel grote fout) nooit het onderwerp "hoe kan water beter geborgen worden" in de publieke discussie moeten brengen. Dit is een onderwerp dat absoluut geen belang heeft voor de lob, maar voor anderen en bovendien vooral van belang is voor de inrichting van het papieren model systeem Maas. Er is één essentiele vraag en die gaat over de vaststelling en keuze van het beschermingsniveau van dijkringen. Je kunt vraagtekens zetten bij de schadeberekeningen (is erg theoretisch en modelmatig) en daarnaast: deze benadering is een macro-benadering, die Nederland als geheel beziet en de schade voor Nederland als geheel probeert te optimaliseren. Echter: de schade wordt niet alleen door de BV Nederland geleden en door de overheid, maar door individuele burgers en individuele bedrijven. En die worden in het zogenaamd onbedijkte deel van de Maas dus slechter behandeld dan de Nederlanders aan de Brabantse kant van de Maas en verder stroomafwaarts. Maar hierover heb ik nog helemaal niemand gehoord!!
Installatie vd nieuwe burgemeester Hans Teunissen |
Onze nieuwe burgemeester Hans Teunissen is gisteravond 5 oktober 2020 in een speciale Raadsvergadering in PicaMare (vanwege corona) geïnstalleerd. Geen pers en geen toeschouwers vanwege corona. Maar D66 raadslid Frank Pubben nam de honneurs waar als vertegenwoordigende fotograaf. (en als raadslid ben je tenslotte vertegenwoordiger). De voornaamste foto's van gisteravond. Voor eigen gebruik downloaden is prima, maar neem bij gepland gebruik even contact op met Frank voor toestemming.
Jacques van Bergen plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad |
de Commissaris van de Koning Theo Bovens |
de nu ex-interim burgemeester Willibrord van Beek |
Nog enige afstand tussen Commissaris en nieuwe burgemeester |
het "zware" werk. Er moet natuurlijk getekend worden |
Overzichtsfoto |
overzichtsfoto |
Jacques van Bergenplaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad |
burgemeester Wilma Delissen van de burgemeesterskring Limburg-Noord |
wethouder Peperzak voert het woord namens het college |
En dan mag zijn vrouw Anne-Marie Hans zijn ambtsketen omhangen |
en volgt de toespraak van de nieuwbakken burgermeester |
Als laatste volgt tenslotte een belangrijk instrument: de voorzittershamer voor de vergaderingen van de Gemeenteraad |
En tenslotte een toost van het nieuwe burgemeesterspaar |
de lob: de laatste ontwikkelingen |
Inmiddels is het hydraulisch onderzoek afgerond van de effecten van de 3 opties die in studie zijn: reguliere dijken, hogere dijken met drempels op het niveau van die reguliere dijken en de hoogste dijken, maar dan met een schuif.
Uitkomst van het model-onderzoek is enigszins verrassend wat betreft de effecten op de waterstanden stroomafwaarts: reguliere dijken: -7 cm, drempels -3 cm en de veel duurdere oplossing met een schuif -12 cm. Hierbij moeten wel een aantal zaken aangetekend worden: a) dit zijn (theoretische) modelberekeningen, waar men uitgaat van een bepaalde vorm (en duur) van de hoogwatergolf, b) men gaat blijkbaar uit van een dijkhoogte horende bij 1/600 ipv 1/300. Dit zou betekenen dat de lob hogere dijken krijgt dan volgens de wet vereist. Het is in ieder geval goed nieuws voor iedereen, die angstvisioenen krijgt bij het idee van een schuif.
reguliere dijken |
drempel |
met schuif/instroomvoorziening |
Er zijn nog wel meer onduidelijkheden, zoals de hoeveelheid water bij Gennep bij een afvoer bij de St Pieter van 4800 m3/s, de eigenaardige inkleuring op sommige plaatjes van Gennep en bv het effect van het overstromen van de dijken bij een hoogte horende bij 1/300 of 1/600. En ook de vraag hoe het zit met de overhoogte die aan dijken gegeven wordt vanwege inklinking, berijding enz. En mogen de dijken verdedigd worden? En hoe zit het met het protocol voor een schuif: is het waterschap in de lead of zou dat eerder de veiligheidsregio moeten zijn, omdat het gebied achter de dijk feitelijk geen (formele) rivierbedding is en het waterschap noch rijkswaterstaat (rivierbedding = waterstaatswerk) daarover dus geen zeggenschap meer hebben. Er zijn dus nogal wat vragen, waar ik wellicht aanstaande vrijdag uitleg over krijg. Wordt vervolgd. Ik hoop overigens verder dat die beschuldigingen over verborgen agenda's en oogkleppen nu eindelijk eens uit de wereld is en dat mensen niet volstrekt onnodig bang gemaakt worden met hele en halve onwaarheden. Richting de projectgroep zou ik aanraden dat ze eens heel duidelijk maken wat de nieuwe dijkhoogte in de huidige situatie van 2020 aan theoretische veiligheid geeft, want de gemodelleerde hogere waterstanden vanwege klimaatveranderingen zijn gigantisch. Misschien snapt men het dan wat beter. |
De nieuwe burgemeester Hans Teunissen |
wordt morgenavond 5 oktober 2020 in een speciale raadsvergadering in PicaMare beëdigd. (als corona tenminste geen spaak in het wiel stopt). De nieuwe burgemeester volgt interim burgemeester Willibrord van Beek op, die tijdelijk benoemd werd na het vertrek van de vroegere burgemeester Peter de Koning. De nieuwe burgemeester zou familie en banden met Gennep hebben. Maar hoe zit dat nou? Ik heb het uitgezocht met dank aan internet en met dank aan het feit dat een lid van de familie Teunissen genealogie als hobby heeft en de hele familie in kaart gebracht heeft en daarover zelfs boeken uitgebracht. Zie de website van Frans Teunissen uit Bemmel: website link Voor ons in Gennep begint het allemaal met Frans Teunissen als stamvader. Frans is landbouwer, geboren in Schalke (Duitsland) en trouwt in Oeffelt trouwt en krijgt daar 8 kinderen. 1 van die 8 is Piet Teunissen, geboren in Oeffelt, die ook weer 10 kinderen krijgt, onder wie Frans Teunissen, de in Gennep bekende schoenmaker. Een andere zoon van stamvader Frans en 1 van de 8 is Martien Teunissen. Dat is de grootvader van de nieuwe burgemeester. Martien krijgt 8 kinderen. Diens zoon Theo is de vader is van Hans Teunissen, de nieuwe burgemeester. |
Een ander kind van stamvader Frans Teunissen en 1 van de 8 is Gerrit Teunissen, die een schoenmakerij in de Emmastraat begint. Gerrit is dus de oom van schoenmaker Frans. Gerrit is ook de vader van Ton Teunissen, van wie ik 13 jaar geleden (2007) een special op deze site gezet heb: link naar de special van Ton Teunissen .
Ook in Ven Zelderheide woont nog familie.
De grootvader van de nieuwe burgemeester, de vader van de Gennepse schoenmaker Frans Teunissen en de vader van Ton Teunissen zijn dus broers.
De corona R-factor! |
Nu corona weer de kop opsteekt en besmettingen, ziekenhuisopnames en IC opnames weer stijgen, is de R factor enorm van belang. De R-factor of reproductiefactor geeft aan of en in hoeverre de aantallen stijgen. Maar daarbij hoort natuurlijk ook "in welke periode". Aangezien mensen blijkbaar 3-5 dagen na zelf besmet te zijn geworden besmettelijk voor anderen worden, houd ik een periode van 4 dagen aan.
De volgende vraag is dan: bereken ik dat dan voor positieve tests, voor het aantal mensen dat in een ziekenhuis wordt opgenomen, of zelfs op de IC komen te liggen, of voor het totaal aantal mensen op enig moment in het ziekenhuis of op de IC? En hoe ga je om met de fluctuaties tengevolge verschillen tussen dagen.
Het laatste heb ik opgelost door telkens het gemiddelde nemen van de kalenderdag zelf en de 2 voorgaande dagen. Vervolgens heb ik gewerkt met een interval van die genoemde 4 dagen. Dan komt daar het volgende uit voor de verschillende genoemde R-waardes voor de periode vanaf eind augustus. Toen kwam het "spel" weer op de rit.
De R factor voor wat betreft positieve tests is waarschijnlijk het minst betrouwbaar, want dan ben je afhankelijk of mensen zich laten testen, of er voldoende test-capaciteit is en de kwaliteit van het testen. De R-waarde voor het aantal ziekenhuisopnames is waarschijnlijk het meest betrouwbaar en is volgens mij ook degene die door het RIVM wordt gebruikt. Die zou vandaag op 1,27 staan. Die van ziekenhuisbezetting staat op 1,21 en die van de IC bezetting op 1,22. Die hobbelen waarschijnlijk iets achter de waarde van de ziekenhuisopnames aan. De R-waarde van vandaag voor positieve tests staat op 1,13.
Belangrijk is om te kijken wat er nu gebeurt als die R-waardes een periode gelijk blijven en dus niet dalen. Ik heb de toekomstverwachting voor de 3 variabelen geprojecteerd tot aan 10 november en wel met het volgende resultaat.
projectie aantal nieuwe ziekenhuisopnames per dag |
projectie van de COVID (niet IC) ziekenhuis-bezetting |
projectie van de IC bezetting |
Zoals u ziet, waren maatregelen zéér dringend noodzakelijk, omdat het anders zeer snel uit de klauwen dreigde te lopen. Ik ben benieuwd of in de komende 2 weken zal blijken of die reproductiefactor daardwerkelijk omlaag kan worden gebracht. Maar ik heb goede hoop. "Wir schaffen das".
Herinneringen uit 1938! |
Wiel van Dinter op de praatstoel: Wiel verhaalt over het Gennep van nu (2020) 82 jaar geleden. Wiel woonde toen op het Gennapium. Wiel vertelde daarover: "mijn ouders waren zeer ‘verhuislustig'(mijn moeder kon moeilijk ergens wennen!). Ik ben geboren op het Divenpad (= verdwenen uitloper van de Duivenakker; 1930). Tussen 1930 en 1939 zijn wij in Gennep 5x verhuisd, waarbij 1934-39 op het Gennapium (op 3 plekken!). In 1939 naar Tilburg. In 1943 terug naar Gennep > Maasstraat 3 = bovenhuis van melkboer/café Tien Smits. Daar geëvacueerd. 1945 > woning zwaar beschadigd, dus in opa's huis: Loodsstraat 36. (Opa -81- in de hongerwinter in Laren (NH) overleden). In 1957 begon mijn huwelijksleven : Gennep > Steenwijkerswold >Molenhoek > Gennep."
Maar dit verhaal gaat over 1938 toen de 8-jarige Wiel met zijn ouders op het Gennapium woonde.
Herinneringen uit 1938
Wiel van Dinter
“Jong, mienen achterba.nd löpt lanksaam lèèg, 't véntiel lèkt. Gôt nor Fietse Mat en niïj véntielsléngske haole.” Met een dubbeltje in de boksetés loop ik d'n hof uit, over het pleintje en door d'n baog bij Broekman van de Maasbuurt de Steendalerstraat in. Op een draf loop ik naar Gennep.
1938: we kijken vanaf de Middelweg/Kruisstraat de Steendalerstraat in, In de verte aan de rechterkant zit bakker Poelie de Groot |
Schoester Langs Jaap Linders kom ik in de Middelweg. Sem Andriesse staat voor het huis. Ik ken hem alleen van de ijsco's. Gerrit van Hout zit op de knieën onkruid tussen de stenen weg te krabben. Met een “hoj” draaf ik hem voorbij. Schoester Kunnings zit te ‘schoesteren'. Daar kom ik wel eens binnen, als ik voor tante Wies opa's schoenen moet wegbrengen. “Zo jungske, dor komme de grote vuu.t wèr an” . Opa heeft maat 49. “Ja, Kunnings, mijn vader zegt altijd: ”O pa hèt schoe.n as roeibote.” Zo, knikt de schoenmaker en slaat weer met zijn hamer op de leest. Ten teken dat het gesprek ten einde is. |
Rangnummer Op de Zandstraat zie ik Pim Gommers net de sigarenwinkel inlopen. Op de school van meester Beckers zijn Pim en ik elkanders rivalen. Op de rapporten strijden Pim en ik wie rangnummer 1 en 2 is. Hij wint het meestal, omdat hij voor godsdienst een 9 heeft en ik een 7. De katechismus kennen we allebei op ons duimpje. Maar hij gaat elke morgen naar de schoolmis van half 8 en ik niet. Mijn moeder zegt: “Niks daarvan. Van het Gennapium naar de kerk is meer dan 20 minuten lopes . 's Zondags om half 9 naar de kindermis is genoeg”. En ik de pest in. Maar moeders wil is wet… |
De Zandstraat bij de overgang Zandstraat-Spoorstraat en waar de Steendalerstraat-Middelweg op die Zand-/Spoorstraat aansluit. |
Tram Ik zie de tram van de Markt op me af komen. Machinist Goertz hangt met zijn hoofd half uit het raampje van de vierkante loc. Ik ben bij bakker Thijssen als de tram voorbij davert. Ik zie nog net een groene glimp van conducteur Hén Artz. Op een draf ga ik voorbij het H .Hartbeeld en de boekhandel van koster Adriaan Trienekens. Net voordat ik de Molenstraat in draai, zie ik aan de overkant het hoofd van Jo van Duuren boven de gordijnstang van zijn kapperszaak uitsteken. Ik ga de fietsenwinkel binnen en krijg daar van ‘vrouw Fietsemat' het ventielgummi. Ik steek het sléngske ien en tuutjje en de stuiver wisselgeld zorgvuldig in mijn broekzak en loop terug naar huis. |
de tram een stukje verderop aan het eind van de Spoorstraat |
|
de boekhandel van koster Adriaan Trienekens bij het begin van de Molenstraat. Daarachter zien we het Heilig Hartbeeld op de hoek bij Bouman. Herenkapper Jo van Duuren zat links van de vroegere bakkerij Nillessen. Later kwam daar Bosten. |
Zo zag het Gennapium en de straten rondom er in 1938 uit. | |
En op deze luchtfoto uit 1944 is de route van Wiel en zijn de diverse lokaties aangegeven. |
24 sept 2022 is het Heilig Hartbeeld 100 jaar oud! |
Ik meende altijd dat het Heilig Hartbeeld dat nu in het parkje aan de Wagenstraat staat (Steendalerstraat-Wagenstraat) en dat vroeger op de hoek van de Zuid-OostWal en de Zandstraat stond (bij café de Kastanjeboom van Bouman) uit de jaren 30 dateerde van de vorige eeuw.
Totdat ik onderstaande foto zag van het hoogwater van 1926.
De foto is van december 1926, toen het beruchte hoogwater was. Op de foto zien we rechts de Kastanjeboom, in het midden op de achtergrond de (timmer)werkplaats van Giesbers, die binnenkort gesloopt gaat worden.
Helemaal links zag ik, tot mijn verbazing het Heilig Hartbeeld staan, dat er dus in ieder geval eind 1926 al stond. Ik vroeg Wiel van Dinter om informatie, maar ook die wist het niet en meende dat het wellicht met een jubileum van deken Kreijelmans te maken kon hebben. Maar dat kon niet, want Kreijelmans werd pas in de zomer van 1926 pastoor-deken van Gennep. Wiel hintte erop dat hij meende dat er achter op het beeld een inscriptie moest staan, die wellicht uitkomst kon bieden. Er was echter geen inscriptie op de achterzijde van het beeld. Maar wel stond er iets op de zijkant van het beeld, op de (wereld)bol, waar het beeld op gepositioneerd is: daarop stond Jos. Thissen, Roermond.
Enig zoekwerk leverde op dat die naam slaat op een beeldhouwatelier in Roermond, dat gespecialiseerd leek in Heilig Hartbeelden. Het beeld in Gennep zou uit 1922 dateren. Toen het jaartal duidelijk was, kon ik verder gaan zoeken en heb ik het uiteindelijk gevonden. Op zondag 26 maart 1922 vierde de toenmalige pastoor-deken van Gennep, dhr Joosten zijn 40jr priester-jubileum. Dat werd gevierd zoals dat toen gebruikelijk was. Helemaal onderaan een afschrift van de beschrijving in de krant. Als gift van de bevolking werd een fonds ingesteld voor de realisatie van een Heilig Hartbeeld in Gennep. |
Nadat de fondsen geworven waren, werd daarvoor blijkbaar het beeldhouwatelier in Roermond ingeschakeld en een half jaar later was zo ver, dat het beeld feestelijk onthuld kon worden. En ook daarvan heb ik een afschrift van het krantenartikel, dat de feestelijkheden beschrijft. De onthulling vond plaats op 24 september 1922, nu dus 98 jaar geleden. En over 2 jaar kunnen we weer feest vieren vanwege het eeuw-feest van het Heilig Hartbeeld. Er zijn (voor zover ik weet) helaas geen foto's van die gebeurtenissen. Maar wel van de Maria, Sterre der Zee vieringen in 1954, waar ook het Heilig Hartbeeld op de hoek van de ZuidOostWal werd aangedaan.
Dat was overigens ook de laatste viering bij dat beeld op die plaats, want daarna werd het beeld verplaatst. De ZuidOostWal moest verbreed worden om goede toegang te geven tot de nieuw gebouwde St Martinuskerk. Het beeld verhuisde naar de net gereed gekomen Wagenstraat en vond een plaats in het parkje bij de aansluiting van de Wagenstraat met de Steendalerstraat.
Het beeld Maria, Sterre der Zee, maakte een tocht door het gehele bisdom en deed daarbij ook Gennep aan. Gevierd werd in de onderkerk, want de bovenkerk was nog niet gereed. En overigens was ook de kerktoren nog niet gereed, want we zien die kerktoren in aanbouw op de achtergrond. |
een grote menigte mensen bij het beeld naast de Kastanjeboom. |
Daarna vervolgde de stoet zijn weg naar de Markt en het stadhuis. Links op de achtergrond zien we het beeld nog staan. |
Om deze special af te sluiten nog een paar foto's van het beeld door de jaren heen en het afschrift van de 2 krantenartikelen uit 1922.
foto uit de jaren 20 van de 20e eeuw. Links zien we de winkel van Trienekens en de toegang tot de Molenstraat. Rechts daarvan zien we het beeld voor de Kastanjeboom staan. De tramrail zijn nog in vol gebruik |
En dit is het beeld met daarnaast de toenmalige Zuid-Oost Wal |
Na de oorlog werden de tramrails verwijderd en is het beeld nog zo'n 9 jaar op die blek blijven staan. |
Zoals we ook op deze foto kunnen zien. |
Maar toen, in 1954, verhuisde het beeld naar de Wagenstraat |
waar het anno september 2020 nog steeds staat. |
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant 28 maart 1922 EEN 40-JARIG PRIESTERJUBILEUM. Zaterdag werd deze blijde dag aangekondigd door het uitsteken van vlaggen. Van bijna alle huizen wapperde het nationale dundoek en ijverige handen waren nog druk in de weer, om de gepaste versieringen aan te brengen. Kransen van groen en bloemen werden voor de pastorie en ingang der kerk aangebracht. Zondagmorgen werd de jubileumsdag ingezet met een algemeene H. Communie der parochianen. Een zeer groote schare naderde tot de H. Tafel, om Gods mildsten zegen af te smeeken voor den jubilaris. Ongetwijfeld zal deze hulde door den nederigen Herder het meest op prijs zijn gesteld. Om kwart voor tien werd de jubilaris aan de Pastorie afgehaald. De stoet was samengesteld als volgt: Kerkharmonie, St. Martinusgilde, R.K. Werkliedenvereeniging, bruidjes, de Zeereerw. Jubilaris, Eerw. heeren Geestelijken, familieleden van den jubilaris, Kerk- en Gemeentebestuur, Dames-Comité, Feestcommissie. Onder de lustige tonen der harmonie trok de stoet kerkwaarts. Weemoedig deed hét aan den grijzen herder op zijn stok te zien voortstrompelen in een krans van palm, gedragen door een viertal bruidjes. Na de Hoogmis werd door het kerkelijk zangkoor een feestcantate van Mosmans op zeer verdienstelijke wijze uitgevoerd. Om twaalf uur had de aanbieding van het huldeblijk der parochianen plaats, bestaande uit een fonds tot oprichting van een H. Hart-monument. Van halfeen tot halftwee had de receptie plaats, waarvan een overgroot gebruik werd gemaakt. Overtalrijk waren de felilitaties in telegrammen en kaartjes, waaronder een telegram van Z. H. den Paus, alsmede een eigenhandig schrijven van Z. D. H. den Bisschop van Roermond, dat de jubilaris mocht ontvangen. Te circa halfvier werd den jubilaris een serenade gebracht, waarbij door den heer Heijnen namen de harmonie aan den jubilaris, die president dezer vereeniging is, hulde werd gebracht bij zijn veertigjarig Priesterfeest. De jubilaris dankte in treffende bewoordingen voor de hulde, hem op dezen dag door zijne parochianen gebracht, vooral voor de ruime giften, bijeengebracht tot oprichting van een H. Hart-monument, dat nog in lengte van dagen voor 't nageslacht zal getuigen van de toegenegenheid der parochianen voor hun herder. Om vier uur had een plechtig Lof met Te Deum plaats. Moge dan de goede God den beminden herder nog vele jaren sparen, om te werken aan het zielenheil zijner dierbare parochianen tot zegen der Katholieke Kerk en tot heil van ónze parochie. |
Provincial Geldersche en Nijmeegsche courant, 25 september 1922 Intronisatie H. Hart-monument te Gennep. Na een plechtige Hoogmis om 10 uur, werd om 2:45h uur in de Kerkstraat een stoet opgesteld, waaraan behalve door vele geestelijken, door 't Dagelijksch Bestuur der gemeente werd deelgenomen benevens vele godsdienstige vereenigingen.
Te 3 uur werd door den voorzitter van het comité, den heer W. Heijnen, het Monument onthuld, en in een korte maar kernachtige rede aan den Hoog Eerw. heer Deken Joosten overgedragen. Alsdan werd door de kinderen der verschillende gemeente- en bijzondere scholen een toepassenlijk lied gezongen, waarna de Wel-Eerw. heer Denen een schoone rede hield. Vervolgens had de bloemenhulde door verschillende corporaties plaats en spoedig was het monument als het ware bedolven onder een schat van bloemenmanden en bloemstukken. Tot slot werd door de honderden aanwezigen een toepasselijk lied gezongen. Dan begaf men zich wederom in optocht »aar de kerk, waar een plechtig lof met Te Deum werd gezongen,. Des avonds was het monument elektrisch verlicht, wat uitstekend tot zijn recht kwam en zeer in den smaak viel.
|
Grazende koeien en andere zaken |
Maar eerst wat een weer hebben we. Dik in de 30 graden en dat op 15 september! De terrasjes in Gennep doen erg goede zaken. Maar de koeien verenigen het nuttige met het aangename. Verkoeling in de Niers en tegelijkertijd het welig tierende gewas langs de oevers nuttigen. Erin gaat gemakkelijker dan eruit, maar tenslotte lukt ook dat.
Zij aan zij, grazend in de Niers |
en hier nog eentje. Op de voorgrond een afvalbak op de Niersdijk met daarboven een kastje waar de hondenbezitter een zakje voor de hond kan pakken. Prima van de gemeente. Nu maar hopen dat iedereen dat netjes gaat doen. Vooraan de dijk, vanaf de Irenestraat, ligt nog erg veel poep. Blijkbaar zijn de honden daar erg blij dat ze eindelijk kunnen poepen, maar het zou goed zijn als hun baasjes de zooi dan ook opruimen. |
Afgelopen week zijn de palen geboord voor het nieuwe schoolgebouw aan de Martinushof. De machine boort een gat op diepte met een holle schroef, waar na het bereiken van de diepte beton naar beneden wordt gepompt terwijl de schroef langzaam wordt getrokken. Rechts op de achtergrond zien we een (witte) betonmixer, die de beton in de grote betonpomp van het bedrijf dumpt, waanrvandaan het naar de boorinstallatie wordt gepompt. |
|
Op de foto zijn ze de schroef aan het positioneren voor de volgende paal. Na het boren en vullen met beton wordt van boven een korf van betonstaal in de pas gestorte paal gedrukt (de korven liggen links). Daarbij wordt een trilplaat op de korf gezet om dat te vergemakkelijken. |
Bij Nillessen zijn ze inmiddels druk met het dak bezig. Het wordt een heel gevaarte. |
Gebra is eindelijk uit de Zandstraat met alle ondergrondse hindernissen. De Molenstraat is wel een heel stuk smaller, zodat het lastiger manoeuvreren is met de graafmachine. De verwachting is niet dat hier veel interessants onder de grond zit (archeologisch gezien) |
Arme, arme starters in Gennep (deel 2) |
Recentelijk berichtte ik over het afschrikwekkende tekort aan koopwoningen en dan vooral betaalbare koopwoningen voor bijvoorbeeld starters (bron Funda). Maar het blijkt dat niet alleen koopwoningen een probleem zijn, maar dat de huurwoningen in Gennep een misschien nog wel groter probleem zijn. Recentelijk berichtte de Volkskrant over het ontzettend lage aantal huurwoningen dat in de periode tussen 2014 en 2019 gerealiseerd is. Voor heel Nederland zou dat een schamel aantal van 729 zijn (in 5 jaar). De periode 2014-2019 is gekozen omdat vanaf 2014 de woningbouwcorporaties een verhuurdersheffing moeten afdragen aan het Rijk.
Uit het plaatje bij het bericht zou blijken dat de huurwoningvoorraad van de corporaties in de gemeente Gennep zelfs afgenomen zou zijn. Voldoende reden om toch eens naar de website van het CBS te gaan en daar de echte getallen op te zoeken. Maar eerst de 2 plaatjes uit het bericht van de Volkskrant en gedeeld door Jo Nessinuet
Onderstaande cijfers voor de gemeente komen van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en heb ik dus niet uit mijn duim gezogen:
Het totaal aantal beschikbare huurwoningen in Gennep is dus met 101 afgenomen, ofwel 4% van het bestand. Er zijn blijkbaar 18 corporatiewoningen weg en 83 woningen van particuliere verhuurders. En dat in een tijd dat vooral starters compleet niet aan de bak komen en dan ook nog eens moeten concurreren met bijvoorbeeld statushouders. Ik heb overigens geen verklaring voor bovenstaande cijfers. Het zijn de getallen zoals het CBS, die noemt en waar ik vanuit moet gaan.
Hier ligt blijkbaar dus een nobele taak voor de gemeente, want van de corporaties of particulieren moeten we het blijkbaar niet hebben.
Komt dat zien, komt dat zien.... |
Aanstaande zaterdag en zondag, 12 en 13 september zijn weer de open monumentendagen. Op verschillende plekken kunt u terecht. Maar speciale aandacht, vooral voor de kids, voor de catacomben van het stadhuis. In die gewelvenkelders van het oude stadhuis vindt u een gevangenis. De gevangenis waar Grad Honselaer 400 jaar geleden opgesloten heeft gezeten. Maar u vindt er ook de kanonskogels, die gebruikt zijn door de legers van prins Frederik Hendrik bij de belegering van het Genneperhuis in 1641. Loeizware ijzeren kogels. Leuk om ze aan te raken of op te tillen (niet op de tenen laten vallen). Bijzonder zijn ook de vondsten van diverse archeologische opgravingen in Gennep, waarbij de vondsten van de recente opgravingen van de pottenbakkerij van de Gennepse pottenbakker Essing het middelpunt zijn. Jan (de Romein) heeft met ontzettend veel geduld scherven bij elkaar gezocht en aan elkaar gelijmd.
De gewelven zelf zijn al bijzonder, maar dichter bij de Gennepse archeologie dan hier komt u nergens. Denk wel aan enige voorzichtigheid ivm corona!
Grad Honselaer in het Genneps cachot onder het stadhuis van Gennep. Het is 17 januari anno 1617, Grad Honselaer (timmerman en metselaar, oersterk en nogal heet gebakerd) zit in het gevang, omdat hij ruzie kreeg in de herberg van der Stern aan de Markt in Gennep. Hij kreeg hier ruzie met Hay van den Yshüvel. Deze ruzie ging over 4 gilden en 15 stuber. Dit geld zou hij nog tegoed hebben voor werk aan en rondom de boerderij van Hay. Na een kwaaie dronk en enig handgemeen is hij naar herberg De Roepaan gegaan om te kaarten met zijn maten. Hij heeft hier opnieuw ruzie gemaakt en Geert de herbergier voor de kop geslagen. Vervolgens is hij over de Niers gegaan bij het Veer Roepaan. Ook hier heeft hij opnieuw bonje gekregen met de veerman Gerrit Mengelberg, omdat hij niet wilde betalen voor de oversteek. Daarna heeft hij ingebroken bij den Yshüvel om zijn geld te halen. Hij heeft toen opnieuw ruzie gemaakt met Hay, die inmiddels alweer thuis was aangekomen. Verderop is Grad in slaap gevallen door het vele bier. Hay heeft na de inbraak en ruzie de veldwachter ingeschakeld. Door Veldwachter Albert Hermsen is Grad in het gevang gegooid onder het stadhuis. Hij wordt er ook van beschuldigd Gerard van Baal, wonend aan de rand van de Sellerscheheide, vast te hebben gebonden. Zij zou hierbij diens vrouw met een hete breinaald hebben bedreigd, om haar te ontfutselen waar het geld verstopt was. Het geld heeft hij vervolgens meegenomen met linnengoed en de beste kleren van het stel. Grad ontkent dit, omdat hij die dag in Kleef aan het werken zou zijn geweest. Riet van Baal de vrouw van Gerard, had Grad Honselaer echter herkend. Grad zit in het gevang in afwachting van zijn berechting door schout en schepenen van Gennep. Dat gebeurt boven in de raadskamer. In afwachting van zijn rechtszaak moet hij stenen bikken in de kelder. |
wat beelden van wat u aanstaand weekend nog meer aan kunt treffen in de kelders onder het oude stadhuis. |
|||
Waterberging |
Eind augustus weer een artikel in de Gelderlander dat de actiegroep Nee Tegen De Vloedgolf de focus verlegt van de schuif naar de status waterberging (artikel 30 aug Gelderlander) en vandaag weer een artikel in dezelfde Gelderlander of dit nu wel of niet een waardedaling van de huizen tot gevolg heeft. (artikel 8 sept Gelderlander)
Voor de duidelijkheid van de actiegroep vind ik de verandering jammer. Het standpunt tegen de schuif was helder en kan ik me zelfs voorstellen, al was het maar gevoelsmatig. Maar toch maar even voor de duidelijkheid:
Wel zorgt alle rumoer en discussie voor onzekerheid en die onzekerheid zou wel degelijk voor waardevermindering kunnen zorgen, maar niet de plannen zelf!
Maar wat is nu het verschil in status tussen formeel waterberging genoemd worden en niet als zodanig benoemd worden? Voor het overstromingsrisico maakt het geen fluit, maar dan ook geen fluit uit. Het benoemd zijn tot waterberging betekent alleen dat de overheid rekening houdt met de hoeveelheid water die in zo'n gebied stroomt. Dat water stroomt op dat moment namelijk niet verder stroomafwaarts. De lob is vele malen groter dan Gennep en het meenemen van die waterhoeveelheid (van de lob) is dan ook zinnig, terwijl de hoeveelheid water in Gennep weinig zoden aan de dijk stelt. En dat is alles. Feitelijk is er geen verschil, alleen wordt de lob in de berekening van de effecten stroomafwaarts wel meegenomen, maar Gennep niet. En daarom wordt er bij de lob gekeken of het niet mogelijk is om die hoeveelheid water pas later te laten instromen (en de lob dus later dan Gennep te laten overstromen), want op het moment dat de dijken van Gennep en van de lob overstromen, zijn de dijken stroomafwaarts nog voldoende sterk. Dat is anders bij nog hoger water.
Maar misschien kan een van de leden van de actiegroep met argumenten komen dat het bovenstaande incorrect is? Ik ben benieuwd. Overigens vind ik de reactie van de projectgroep om geen animatie te maken jammer. Dit zou waarschijnlijk voor velen veel verduidelijken.
Juridisch lijkt mij de recente koerswijziging van de Minister ook een interessante. De gebieden die nu tegen wil en dank in de "rivierbedding" liggen volgens de kaarten van de Waterwet, liggen daar straks niet meer en zijn dan dus ook geen waterstaatsgebied meer. Maar hoe men eea juridisch wil regelen voor de lob en eventuele andere dergelijke gebieden is mij een raadsel. Feitelijk lijken die gebieden straks meer op een noodoverloopgebied, maar daarvoor zouden nog de nodige afspraken gemaakt moeten worden (en de nodige m3 water door de Maas gaan). Het besluit om een noodoverloopgebied in te zetten (die schuif te openen) zou dan besloten moeten worden door de Veiligheidsregio en niet door het Waterschap of Rijkswaterstaat. En dan zou onze Veiligheidsregio een deel van zijn eigen gebied onder water gaan zetten ten gunste van een gebied verderop, dat onder een andere Veiligheidsregio valt. Dat wordt op zijn minst interessant (afgezien van de sores voor mensen dan). Voor het gebied Middelaar-Mook is de discussie overigens nog meer van belang dan voor bv Ottersum of de Panoven, want wat wel degelijk een consequentie is van "waterberging", is dat de waterstand richting de sluis in het kanaal ca 60cm hoger wordt (natuurlijk verval tussen Gennep/Ottersum en Mook bedraagt naar ik meen zo'n 60cm). De dijken daar dienen dan om het water "binnen" te houden en niet om het maaswater buiten te houden. Complex maar wel interessant.
Toen en nu: muscles versus machines |
Zo ging het begin jaren 50, met pikhouweel, schop en spierkracht. Hier wordt de riolering in de Gaest vernieuwd begin jaren 50. Tegenwoordig gaat het anders, zoals onderstaande 3 foto's van maandag 7 september 2020 laten zien.
Vandaag is met een speciaal transport de funderingskraan aangevoerd, waarmee de betonschroefpalen voor het nieuwe schoolverzamelgebouw worden aangebracht. Op zich vreemd dat hier zoals tegenwoordig overal in Gennep palen worden gebruikt, terwijl wij hier toch echt geen klei of veen, maar een zand-ondergrond hebben. Het rekent wel makkelijker voor de constructeur, maar is ook duurder. Elckerlyc stond overigens niet op palen, maar dat is weer van meer dan 40 jaar geleden. Op de achtergrond worden, ook al weer met zwaar materieel de bouwketen geplaatst, terwijl shovels het bouwterrein afvlakken. Zou er trouwens geen archeologisch onderzoek nodig zijn, of wordt het beschouwd als oninteressant terrein of terrein waar al gebouwd is (geroerde grond) |
E-fiber was in de Spoorstraat bezig. Alhoewel er nog veel handwerk is, wordt het zware werk toch vooral met een kraantje gedaan. |
En al helemaal bij de aanleg van de hemelwater-riolering van de Molenstraat-Pottenhoek naar de Zandstraat. Betonnen putten en grote graafmachines. En heel veel obstakels, zodat GeBra zich in alle bochten moet wringen, extra putten moet aanleggen, deze ook nog moet aanpassen en dan nog is het ingewikkeld. Niet alles in de grond van de Zandstraat blijkt op tekening te staan. |
Arme, arme starters in Gennep |
Ik hoorde wethouder Peperzak vandeweek praten over de plannen om in Ven Zelderheide een nieuw gemeenschapshuis te realiseren en om dan op de plek van het oude gemeenschapshuis, via een project-ontwikkelaar, starters- en seniorenwoningen te realiseren voor de bevolking van Ven Zelderheide. Hij sprak van een prijs van ca € 200.000,= voor een starterswoning.
Op zich goed plan, maar het was wel aanleiding om toch eens op Funda te kijken om te zien hoe het zat met de mogelijkheden voor starters in Gennep. Zo gezegd zo gedaan: de stand van zaken op vrijdag 4 sept 2020: Funda stelt dat er 39 koopwoningen te koop zijn in Gennep. Echter: 1 daarvan staat in Duitsland, 1 is het oude pand van Heijnen in de Steendalerstraat en 5 zijn bouwpercelen. Er zijn dus echt 32 woningen te koop volgens Funda.
Van die 32 woningen zijn er echter 21 verkocht onder voorbehoud, onder optie of onder bod. Dan blijven er dus 11 woningen over.
Maar, 3 van die woningen zijn "opknappertjes" of kunnen zelfs beter gesloopt worden en 1 is een 3 kamerflat op de 2e verdieping op de Heidehof.
Sluiten we die ook uit, dan zouden er dus op dit moment volgens Funda slechts 7 woningen nog te koop zijn in Gennep.
Dat zijn:
prijs per m2 woonoppervlak |
vraagprijs |
||
Maaskempweg 1 | € 4.027,= |
Theresahoeve | € 1.200.000,= |
Heijenseweg 7 | € 2.465,= |
Auroravilla | € 695.000,= |
Touwslagersgroes 32 | € 3.840,= |
€ 599.000,= |
|
Emmastraat 78 | € 3.031,= |
€ 439.500,= |
|
Watertoren 28 | € 2.669,= |
€ 339.000,= |
|
Doelen 49 | € 1.897,= |
€ 275.000,= |
|
Arendstraat 14 | € 2.048,= |
€ 258.000,= |
De gemiddelde prijs van die nog beschikbare huizen bedraagt € 543.643,= en als ik de Theresahoeve weglaat (Maaskempweg) nog altijd € 434.250,=. De gemiddelde prijs per m2 woonoppervlak bedraagt € 2.854,=, maar ook omdat er een paar erge dure tussen zitten. Er zijn maar 2 woningen (en die zijn van deze week) onder de 3 ton en onder de grens van de hypotheek garantie (NHG).
Starters in Gennep??? Volstrekt kansloos. Ik ben blij dat mijn 3 kinderen een huis hebben. Hier ligt een schone taak voor de gemeente om aandacht aan te besteden en liefst een oplossing voor te bedenken.
Naar aanleiding van een opmerking van Holger op facebook nav een soortgelijke post daar van mij, heb ik wel een suggestie en er is meer te bedenken. Niet makkelijk, maar wel realiseerbaar en zonder dat het de gemeente ongelooflijk veel geld kost:
Laat de gemeente de Theresahoeve kopen voor 1,2 miljoen Euro. Separeer de Theresahoeve op een stuk grond van bv 1000 m2 en verkoop die weer op de vrije markt voor 500-600k. De gemeente heeft dan voor een bedrag van 600-700k de beschikking gekregen over 12.700 m2 grond dichtbij het centrum.
Ontwikkel die grond tot bouwgrond en maak een plan voor goedkope starters- en seniorenwoningen. Als ik uitga van een ruimtebeslag van 200M2 per woning en eenzelfde 200m2 aan openbare ruimte per woning (wegen, veldjes), dan zouden 32 woningen gebouwd kunnen worden. De grondkosten per woning bedragen dan € 22000,= per woning, waarbij natuurlijk nog de kosten voor ontsluiting en openbare ruimte komen.
Zoek een projectontwikkelaar die dit wil realiseren/uitvoeren voor een vrije verkoopprijs van 200k per woning. Lastig is dat gasloos bouwen dat onze onnadenkende overheid heeft ingevoerd, maar problemen zijn er om op te lossen.
Alternatief kan ook een knarrenhof onderdeel zijn van dit plan. Allemaal niet zo heel ingewikkeld. De jeugd van Gennep en de senioren van Gennep zijn in ieder geval gebaat met een dergelijke oplossing. Het enige wat nodig is, is goede wil van de gemeente.
1953: Inzegening van de papierfabriek |
Op 14 mei 1953 werd de herbouwde papierfabriek die bijna verwoest was in de 2e wereldoorlog ingezegend door oud-Gennepenaar monseigneur Albers. Er staan al enige foto's van die gebeurtenis op deze site, maar ik heb recentelijk scans van negatieven gekregen van Hans Hollanders, zoon van de voormalige Gennepse tandarts Hollanders. Blijkbaar fotografeerde die graag in zijn vrije tijd. Tandarts Hollanders woonde in eerste instantie achter aan de Maasweg, maar verhuisde later naar de voormalige pastorie naast de Martinustoren. Dat kon toen een nieuwe Martinustoren met pastorie aan de Niers was gebouwd. De foto's van tandarts Hollanders geven een aardig beeld van het Gennep van toen en ik zal een special album maken van deze foto's.
krantenbericht van de inzegening van de nieuwe papierfabriek |
grote belangstelling bij de aankomst van monseigneur Albers op de Markt in Gennep |
de harmonie ging natuurlijk voorop naar de noodkerk in de vroegere spoorwegloods |
monseigneur Albers voorafgegaan door onder andere deken Janssen |
Niks als obstakels |
komt Gebra tegen bij het aanleggen van de hemelwater-riolering in de Zandstraat. Tegenwoordig hebben we een gescheiden riool-stelsel, met een aparte afvoer voor het hemelwater. Dat is er nog niet in de Molenstraat-Pottenhoek. Dan moet dus als onderdeel van de vernieuwing plan Pottenhoek ook die hemelwater-afvoer worden aangelegd en ergens op het bestaande net worden aangesloten. Dat gebeurt in de Zandstraat in de bocht met de Zuid-Oostwal. Van daaruit gaat die nieuwe hemelwaterafvoer richting Molenstraat.
En dat gaat een beetje langzamer dan op andere plaatsen, want er zit vanalles in de weg, waterleidingen, electra-leidingen enz. enz, en dan ook nog oude funderingen. Midden op de huidige Zandstraat werd op grote diepte een muur aangetroffen, die in de lengterichting van de Zandstraat loopt. Een vreemde plek zou je denken, zo midden op de Zandstraat. Maar oude kadastertekeningen geven uitsluitsel.
Heel vroeger stond de bebouwing daar terplekke aan de oostkant van de Zandstraat veel en veel verder naar het westen en midden op de huidige Zandstraat. Pas na de Molenstraat werd de Zandstraat zo breed als nu. Dat is goed te zien op de oude kadasterkaart uit 1732 en die van 1810.
In 1843 zullen die panden gesloopt zijn voor de aanleg van de nieuwe rijksweg, de huidige N271, die van Nijmegen naar Venlo loopt. Koning Willem II had na de Belgische opstand in 1830, toen Gennep van 1830 tot 1839 bij België hoorde, opdracht gegeven om die weg aan te leggen. Want zoals de oude Romeinen al wisten, waren goede en rechte, snelle wegen nodig voor het leger en voor de handel. Die weg was overigens ook het einde van de Emmastraat als toegangsweg naar Gennep vanuit het zuiden. Vanuit de Stadsherberg werd een rechte lijn getrokken tot de toenmalige kerk in Heijen (verwoest in WOII) en werd een nieuwe weg aangelegd, de huidige Spoorstraat, Heijenseweg en verder.
Ook leuk bij de werkzaamheden van nu in de Zandstraat is het grote aantal grote Maaskeien dat diep onder de grond is aangetroffen en welke waarschijnlijk heel lang geleden voor de Zandstraat gebruikt zijn. De Zandstraat lag toen ongeveer een meter lager dan nu, want de straat is sedertdien aanzienlijk opgehoogd.
Aanleg van de hemelwater-riolering vanaf de Zandstraat richting Molenstraat (vanaf 24 aug 2020) |
De aangetroffen fundatie-muur |
Een aantal van de gevonden Maaskeien |
De kadastertekening uit 1810, waarop duidelijk te zien is dat de bebouwing aan de oostkant van de Zandstraat beduidend (6m) verder naar het westen stond op het eerste stukje Zandstraat. De bebouwing stond in het verlengde van de oostzijde van de toenmalige Zandpoort |
Het zit erop! |
Na 40 jaar werk voor een internationaal bedrijf, heel veel gereis en heel veel ontwikkelingen. Vanuit een tijd zonder PC's maar met pen en papier, typemachines en doorslagen, een tijd zonder mobieltjes en zeker geen smartphones naar de tijd van nu. Van een leven met fabrieken in China, Vietnam, Australie, India, Myanmar, Indonesie, Chili, Ecuador, Nigeria, Zambia, Zuid Africa, Mexico, Guatemala, VS, Canada, Brazilie, Egypte, een heleboel Europese landen en vooral van een leven met veel overleg en samenwerking met mensen in al die landen, nu volledig terug in het Gennepse. Geen fabrieken meer bouwen of verbeteren, geen Engels meer, maar Nederlands of Genneps. Het is mooi geweest.
Hoogwater in het stadje Gennep |
Door Wiel van Dinter, 12 aug 2020
Klimaat
Wij leven in een tijd waarin 'klimaatverandering' een globaal gebruikt begrip is. Gemiddelde jaartemperatuur stijgt, gletsjers worden kleiner, smeltende ijsplateaus op de Zuidpool breken af. De zomers worden heter, winters milder. Meren en rivieren drogen op. Viervoeters en vogels verhuizen naar nieuwe voedselgebieden. Dat zijn opvallende verschijnselen in onze tijd.
Extreem
In de periode van ongeveer 1450 tot 1850 gebeurde echter het omgekeerde. Onderzoekers noemen die periode de Kleine IJstijd. Jaren met koudegolven overheersten de tijdvakken met wat mildere temperatuur. Gemiddeld waren de koude jaren 2 graden lager. IJsmassa's in de bergen groeiden aan omdat de winters langer duurden en de kou extremer was. Rivieren als Rijn, Waal en Maas vroren 's winters dicht. En als de tempera tuur in maart dan steeg, moesten zij enorme hoeveelheden smeltwater (Alpen, NO. Frankrijk, Ardennen) verwerken.
IJsdam
Tijdens de lange, strenge winters (nov. – maart) vroren deze rivieren dus dicht. Bleef in febr./maart de dagtemperatuur lang boven nul, dan
veranderde de ijsrivier in drijvende ijsschotsen. Deze vormden bij vernauwingen en scherpe bochten in de rivier kolossale ijsdammen. Het alsmaar afkomende smelt- en regenwater hoopte zich op, brak door aanwezige dijken heen of stroomde ongehinderd het aangrenzende land binnen.
Onheil
Een dergelijke situatie deed zich Anno 1658 bij Gennep voor. Veerbaas Bothalen van het Oeffelts veerhuis hoorde begin maart 1658 van een postiljon dat stroomafwaarts in de Maas het kruiend ijs zich ophoopte en er een ijsdam ging vormen. De Maas raakte dan afgesloten. De veerbaas wist genoeg: hij waarschuwde de schout van Oeffelt en Gennep. Er kondigde zich bij deze massale aanvoer van water een grote overstroming aan. De schout van Gennep riep de schepenen, de raadslieden bijeen voor een crisisberaad en waarschuwde de pastoor en de dominee. Het dreigend onheil ging als een lopend vuurtje door Gennep heen. Een ongekende wateroverlast tekende zich af. De koeharten dreven het vee uit de stadsboerderijen naar de hoog gelegen heidevelden in de Looi en het Hezeland.
Niersbrug Aak |
|
1787: Prent van Bulthuis van de Nierspoort |
Vlot
De bewoners van het gemeentelijk gasthuis in de Houtstraat waren geëvacueerd, het Gildehuis op de Zandstraat ontruimd. In de Martinuskerk stond het water meer dan een meter hoog, de diensten opgeschort. De aak met voedsel kon makkelijk op de Markt voor het nieuwe stadhuis aanmeren. Een boot die vastlegt op de Markt aan de verkoopbank van de wekelijkse vis; dat was nog nooit vertoond. Het openbare leven in Gennep stond stil. Een vlot van twee lege biertonnen was het enige verkeer in de verdronken Zandstraat. De drie stadspoorten stonden wijd open.
Gedenksteen
Deze watersnood is de ergste, bekend in de Gennepse geschiedenis. Rudolf Vogelvangers, kerkmeester van de Martinuskerk, trachtte deze watervloed voor het nageslacht vast te legen. Hij liet een Gennepse steenhouwer een vierkante steen vervaardigen met de inscriptie:
Anno 1658 op Merts dagh
Doen men het water aen desen steen sach
Hij liet de steen op het waterpeil aan de Nierspoort in de muur metselen. Begin 1800 werden de Zand- en Nierspoort afgebroken en verdween de steen spoorloos. De poorten werden afgebroken in de Franse tijd. Het poortgeld werd afgeschaft, waarmee de poorten nutteloos werden. De Maaspoort werd pas later afgebroken, want daarin woonde begin 1800 nog een Genneps gezin.
Gravure van A Rademaker (rond 1700)
Bron: Chr. Creemers: Bescheiden betreffende Gennep. Maastricht 1895.DE WATERSNOOD VAN 1740-41 |
door: Wiel van Dinter, 5 augustus 2020
Watervloed
Noodscenario
Dit betekent niet dat in de regio Gennep de Maas in 1740 geen overlast veroorzaakte. Het journael van destijds de Gennepse pastoor Schuurckens en het oud archief van de gemeente Gennep tonen een noodscenario. Het jaar 1740 was uitzonderlijk nat. In augustus waren de weilanden aan Maas en Niers al ondergelopen en moesten de boeren hun vee op de hogere heidevelden brengen. En de rivieren zakten maar niet. Het bleef regenen. Langzaam maar zeker drong het water ook het stadje en de omliggende dorpen binnen.
Spookgebied
Van Bergen tot Mook is de overzijde van de Maas spookgebied geworden. De laatste decemberweek is de toestand daar onhoudbaar. In Gennep hoort men er de noodklok in Beugen en Oeffelt luiden. In Oeffelt verdrinken vier personen, hoort men later. De mensen vluchten in allerijl richting Haps en verder voor het alsmaar stijgende water. Vee wordt op de hoogste plekken achter gelaten of verdrinkt.
Waterwolf
Gennep en de waterwolf zijn altijd in strijd met elkaar geweest. In 1910, 1920, 1926, 1993 en 1995 had hij het stadje in zijn greep. In deze eeuw lijkt het alsof hij een vriend gevonden heeft: de Rijksoverheid. Wanneer de wolf weer bovenmatig zijn best zal doen, zet de minister de schuiven in de Maasdijk open en biedt hij de waterwolf zijn prooi aan: de Lob van Gennep . En dan geen gravure, maar een YouTube film.
(Bron: Chr. Creemers, Bescheiden betreffende Gennep. Maastricht 1896)
Veerpontje over de Niers |
Ik kreeg een vraag hoe dat veerpontje, of beter trekpontje, over de Niers van voor WOII er nu uitgezien had. Nou, zo dus!
eigenlijk wel een goed idee om dat in 2020 weer in ere te herstellen.
de lob laaggelegen? |
Een jaar geleden alweer heb ik aangetoond dat de lob van Gennep niet het laaggelegen gebied is, zoals werd gesteld door de overheid, maar dat het werkelijke laag gelegen gebied aan de Brabantse kant van de Maas ligt. Inmiddels lijkt ook de projectgroep wel van dit feit doordrongen. Ik kwam deze week een kaart tegen bij "de Romein", die deze, mooi ingelijst, boven in zijn huis heeft hangen. Het is een gravure, waarop de overstromingen van 1740 en 1741 zijn aangegeven. Leuk om die gravure hier te tonen. Ik heb op een 2e prent hetgeen op die gravure als overstroomd gebied is aangegeven blauw ingekleurd. Zo wordt overduidelijk wordt welk gebied overstroomd was en welk gebied niet. Voor de duidelijkheid, als er daadwerkelijk 4200 m3 of meer water per seconde door de Maas zou stromen, zou ook de lob tot aan het Rijkswald overstroomd zijn. En dat is nu eenmaal de hoeveelheid water, waarmee gerekend moet worden.
Gravure uit midden 18e eeuw: Hieronder staat de gravure links. Ik heb het gebied dat als overstroomd is aangegeven met blauw gemarkeerd op de afbeelding rechts
Zondagsgeld... en dan op naar de Sèwiet |
Vroeger kreeg je zondagsgeld en geen zakgeld als nu in 2020. En dan was het zondagochtend (na de mis) op naar Sèwietje in de Houtstraat. Dat was ook de enige winkel die ook op zondag open was. Onvoorstelbaar tegenwoordig. In 2020 heb je zo ongeveer overal vergunning voor nodig en zelfs een omgevingsvergunning met welstandsadvies voor het informatiebord bij de Joodse begraafplaats. Toen kon dat blijkbaar nog zonder al te veel "gezeik".
Bij Sèwietje moest je natuurlijk eerst de etalage bekijken, wat er was voor je dubbeltje of kwartje. En dan naar binnen. Lieske en soms haar vader, dhr van Dijk, stond achter de toonbank voor al die potten waar het snoep in zat. De bedragen gingen nog in centen, totdat je 10ct of 15ct of 25ct op waren en je met een rijk gevoel weer naar buiten stapte. De foto's zijn van de vroeger kapper van de Linden.
de Maasbrug, of de NATO brug |
Het verhaal van de Maasbrug bij Gennep, die moeizaam tot stand kwam, opgeblazen werd en weer hersteld en uiteindelijk in 1955, ook al weer moeizaam, verkeersbrug werd in plaats van spoorbrug en die eigenlijk misschien wel NATO brug had moeten heten.
Het begin.
De spoorlijn Boxtel-Goch van de Gennepse NBDS werd in 1871-1872-1873 aangelegd. Grootste kunstwerk was de Gennepse Maasbrug, die bovendien meteen geschikt gemaakt werd (de pijlers) om er later een 2e spoorbrug naast te leggen. Op de afbeeldingen links en rechts zien we foto's van die aanleg. Na een moeizame start werd de nieuwe spoorlijn, die onderdeel was van de snelste verbinding tussen London-Berlijn en Sint Petersburg, een succes. De pijlers van de spoorbrug over de Maas waren extra breed gemaakt, zodat er eventueel later gemakkelijk een tweede spoorbrug naast gelegd kon worden. |
Aan dat succes kwam een einde door het uitbreken van de 1e wereldoorlog. Nederland was weliswaar neutraal, maar het afsluiten van de grenzen met Duitsland was ook het begin van het einde van de NBDS. Na de oorlog wordt de lijn overgenomen door de SS, de huidige NS. Het betekent ook het einde voor de NBDS werkplaats in Gennep en het NBDS hoofdkantoor in Gennep. Heel veel Gennepenaren verliezen hun baan en moeten verhuizen naar elders in het land. In de jaren 30 van de 20e eeuw begon van Rijssenbeek een papierfabriek in de leeggekomen werkplaatsen van de NBDS en het hoofdkantoor van de NBDS aan de Spoorstraat werd gekocht door de Paters vd Heilige Geest. De betekenis van de spoorlijn zelf, die vroeger concurreerde met de NS maar nu was overgenomen door diezelfde NS werd snel minder. Bij de NS sprak men ook schamper over "dat duits lijntje".
De spoorbrug over de Maas speelde een belangrijke rol bij de overval van Duitsland op Nederland op 10 mei 1940. Het was de bedoeling dat de brug zou worden opgeblazen bij een Duitse aanval, maar met een list wisten de Duitsers de brug toch ongeschonden in handen te krijgen voor een doorbraak op de Peel-Maas linie.
De brug werd in allerijl geschikt gemaakt om er met voertuigen over heen te kunnen rijden voor de verdere aanval op Nederland.
Het tij keerde voor de Duitsers na D-day op 6 juni 1944, de geallieerde invasie op de stranden van Normandie om de Duitsers terug te dringen en uiteindelijk te verslaan. |
In augustus 1944 kwam het front tot stilstand in België, mede vanwege de lange aanvoerlijnen vanaf Normandië en het gebrek aan havens (zoals Antwerpen en Rotterdam) om materieel, manschappen, ammunitie en brandstof aan te voeren. De Britse veldmaarschalk Montgomery bedacht toen het plan Market Garden om vanuit België in een ruk door te stoten tot over de Rijn bij Arnhem. Als dat lukte dan zou men, de beruchte Siegfried verdedigingslijn van de Duitsers kunnen omzeilen en het Roergebied kunnen aanvallen. Men hoopte zo om nog voor het eind van het jaar door te kunnen stoten tot Berlijn. Om de aanval te doen slagen moeten verschillende bruggen veroverd worden. Het plan is dat dit door parachutisten gebeurt, waarbij tegelijkertijd de hoofdmacht over land volgt. Het zijn o.a. de bruggen bij Grave, bruggen over het Maas-Waalkanaal, de Waalbrug in Nijmegen en de Rijnbrug in Arnhem die veroverd moeten worden door de geallieerden voordat de Duitsers die bruggen opblazen.
Wiel van Dinter is in september 1944 ooggetuige en vertelt: "Zondag 17 september, het is na tienen, loop ik naar het raam, want ik hoor een sterker wordend dof gedreun. Ik steun uit het raam en zie tientallen viermotorige vliegtuigen aankomen. Ze vliegen over, en even later begint een aanhoudende reeks ontploffingen richting Groesbeek en in het Rijkswald. De wordt het onwezenlijk stil. Ik loop de straat op. Ik tref Theo. We zijn het eens: deze bommen waren veel erger dan gisteren en eergisteren. Opnieuw geronk uit het westen. Een aanzwellend donderend geluid van een groep tweemotorige toestellen.
Zo laag heb ik ze nog nooit gezien. Van het lawaai trillen de ruiten in de sponningen en het hele huis trilt . We rennen de Markt op en zien Jeu schuin naar boven kijkend de Niersstraat in hollen. Wij sprinten hem achterna ook richting Niersbrug. Daar heb je vrij uitzicht. Er staan een paar mannen op het dak van de Genneper Molen en die wijzen naar het noorden. Wij zien daar ver in de lucht dat de vliegtuigen pamfletten uitgooien. “Nee”, roepen de mannen daarboven, “het zijn parachutisten!” “Nondeju”, roept Jeu, en hij wijst omhoog achter zich. Mijn mond valt open. Daar komen toestellen aangevlogen die een ander kleiner vliegtuig achter zich aan trekken. Een vliegtuig zonder motorgeluid, een zweefvliegtuig. (Het woord glider zullen we later leren.) Ongelooflijk, dat kan toch niet! Er komt een Duitse soldaat aanrennen, die over de brug stil staat, zijn geweer op zo'n glider richt en al vloekend het magazijn van het wapen leegschiet. Dit is echt anders dan het schieten op de kermis… Het donderend motorgeronk sterft langzaam weg, de luchtvloot is voorbij. Hier wordt het akelig stil. De mensen komen van het dak en zeggen dat ze de zwevers omlaag hebben zien afzakken. In de verte horen we een dof geluid van ontploffingen. In de Niersstraat staan mensen in groepjes druk met elkaar te praten. De Tommies zijn achter de Plasmolen geland."
|
De situatie zonder brug duurt tot februari 1945 en de bevrijding van Gennep. De engelsen ruimen de opgeblazen brugdelen op en bouwen in ijltempo een noodbrug. Want de vroegere NBDS lijn is belangrijk voor de aanvoer en de verdere aanval op Duitsland. Er wordt zelfs een tijdelijke spoorlijn aangelegd van Mook naar Gennep, die na oversteek van de Niers bij Maria Roepaan aansluit op de NBDS lijn (de "Hawkins link")
De tijdelijke brug werd later weer vervangen door een definitieve spoorbrug. In het Utrechts archief is een hele serie foto's te vinden van die vervanging:
Een verkeersbrug!
Een vaste oeververbinding tussen Gennep en Brabant naast de spoorverbinding was lange tijd een wensdroom in Gennep en Noord-Oost Brabant. Vanwege het toenemen van het autoverkeer na de oorlog en vanwege de wederopbouw werd steeds nadrukkelijker gevraagd om nieuwe bruggen. Tussen de bestaande bruggen in Venlo en Grave was men afhankelijk van een 15tal veerponten om de overkant te kunnen bereiken.
Op 3 september 1951 schrijft het Limburgs Dagblad: "Zal de spoorbrug bij Gennep worden omgebouwd tot een normale verkeersbrug?". Op 10 januari 1952 schrijft de krant: "kansen verkeersbrug bij Gennep gestegen. Het Rijk wil een half miljoen bijdragen, mits Limburg en Brabant gezamenlijk 100.000 gulden bijdragen. Maar Brabant heeft geen trek in de brug bij Gennep. Brabant wil een brug bij Mook richting Nijmegen. Limburg wil nu die 100.000 gulden in zijn eentje bijdragen."
Een nieuwe brug bij Mook zou 10-15 miljoen gulden kosten en een brug bij Gennep, die gebruik maakt van de bestaande pijlers van de spoorbrug zou maar 5 miljoen kosten. Maar ook dat is nog teveel geld voor het Rijk.
Eind februari schrijft de krant dat een gecombineerde spoor-/verkeersbrug bestudeerd wordt als de goedkoopste oplossing. De spoorrails zouden op het wegdek tussen de 2 rijbanen gelegd worden en het autoverkeer in beide richtingen zou moeten stoppen als een trein de brug over moest. Omdat zoiets nog maar 2x per dag gebeurde, zou dat geen groot probleem zijn. Maar de kosten bleven een groot probleem, die een positief besluit verhinderden.
In de loop van 1952 kwam een nieuwe speler in het spel, de NATO (North Atlantic Treaty Organisation=NATO ofwel NAVO). Deze verdedigingsalliantie had grote zorgen over de aanvoer van materieel bij een mogelijke Russische aanval op West-Europa. Materieel en munitie zou moeten worden aangevoerd vanaf de haven van Antwerpen naar de Duitse hoogvlakte wat het waarschijnlijke oorlogstoneel zou worden. De NATO bepleitte de brug bij Gennep als zijnde de meest geschikte plek en was bereid de bouw van een brug financieel te ondersteunen. Deze financiële bijdrage gaf de doorslag voor het besluit om een verkeersbrug bij Gennep te bouwen. Toen dit besluit eenmaal genomen was, ging ook de provincie Brabant overstag en besloot 100.000 gulden bij te dragen.
Begin oktober 1953 schrijft de krant: " (Van onze correspondent) GENNEP, 4. Oct. — Met financiële steun van de NATO zal in de loop van 1954 worden begonnen met de bouw van een verkeersbrug bij Gennep over de Maas. De brug, die de Limburgse en Brabantse Maasoever uit een isolement verlost, zal op de bestaande oude pijlers, die naast de spoorbrug liggen, worden gebouwd. Naast de NATO en het rijk zullen ook de provincies Limburg en Brabant een financiële bijdrage leveren in de bouw van de verkeersbrug. Gedeputeerde Staten van Brabant zullen binnenkort aan de Staten een bijdrage van 100.000 gulden vragen. De nieuwe verkeersbrug over de Maas zal voor de winter van 1954 klaar zijn. De brug heeft militair belang voor de NATO en voor de aanleg geeft de NATO daarom een financiële bijdrage. De nieuwe brug zal 3 miljoen gulden gaan kosten."
Op de luchtfoto uit 1954 links zien we dat men druk bezig is met de aanleg van de opritten naar de nieuwe brug (die op de foto nog ontbreekt). Op 15 april 1954 schrijft de krant: "GENNEP, 15 April 1954 — Vanochtend is de eerste landoverspanning bestemd voor de spoorbrug over de Maas bij Gennep aangevoerd. Deze brug, die in 1871 werd gebouwd, viel door een list in 1940 onbeschadigd in handen van de Duitse troepen. B(j hun terugtocht in 1944 werd de brug evenwel grondig door de Duitse genie vernield. Na, de bevrijding van Gennep bouwden de Canadezen een Bailey-brug. Deze brug werd hierdoor een belangrijke schakel in de aanvoermogelijkheden naar het front in Duitsland. Nadien werden twee overspanningen boven de rivier geplaatst, waarmee de scheepvaart was gediend. De eerste van de nog drie resterende landoverspanningen is vandaag aangevoerd. |
Het karwei werd uitgevoerd door de firma Kloos uit Kinderdijk. Omstreeks negen uur hing de overspanning reeds in de veilige kabels van een drietal bokken, die haar op de Brabantse oever op twee bokken plaatste. Na afbraak van het baileybrug-gedeelte zal de overspanning over enkele dagen in de brug worden „gerold”. De nieuwe verkeersbrug zal van belangrijke betekenis zijn voor de economische ontwikkeling van de noodgebieden in Oost-Brabant en Noord-Limburg."
De brug en opritten waren niet gereed voor de winte van 1954, zoals oorspronkelijk gepland, maar in het voorjaar van 1955 was het zo ver.
Op 18 april 1955 schrijft de krant: " (Van onze correspondent) GENNEP, 18 April — Genneps Maasbrug tiental en jaren oude wensdroom van Noord-Limburg en Oost-Brabant, zal op 11 Mei In gebruik worden genomen Die dag zal gouverneur dr. Houben van Limburg precies op het midden van de 32O meter lange brug zijn Brabantse collega, prof. De Quay ontmoeten. Op dat ogenblik kunnen Gennep en een flink brok Noord Limburgs gebied eeuwenlang afgesloten, met Oost Brabant eindelijk volwaardig de toe komst instappen. Daarom is die brug voor 25.000 Brabanders en 15 000 Limburgers zo belangrijk dat de opening 10 dagen wordt gevierd. Eeuwenlang al ligt Noord-Limburg knel tussen de Duitse grens en de Maas. De verbindingen moesten over een afstand van meer dan 50 kilometer onderhouden worden met 15 veerponten. Dankzij de heersende hoogconjunctuur is de werkloosheid hier (jarenlang procentueel de hoogste van ons land) sterk teruggedrongen), maar de bevolkingsaanwas eist nieuwe voorzieningen. Dat alles wordt, nu eindelijk de openlegging een feit is, stukken gemakkelijker."
"Eeuwenlang" was een beetje overdreven, want Gennep hoort pas sinds 1815 en het verdrag van Wenen bij Nederland. Maar het isolement klopte wel, evenals voor Noord-Oost Brabant waar de Peel eeuwenlang een groot obstakel was. Het zou nog 6 dagen langer duren voordat de nieuwe brug officiëel geopend werd. Op dinsdag 17 mei 1955 om kwart voor 12 werd de nieuwe belangrijke verkeersbrug over de Maas bij Gennep in gebruik genomen. De opening geschiedde door de Commissarissen der Koningin van de provincies Noord-Brabant en Limburg. Voor de opening hebben de commissarissen der Koningin van Noord-Brabant en Limburg- de trekzaag gehanteerd. Midden op de nieuwe brug, waar een balk nog de weg versperde. Van twee kanten marcheerden even daarna de muzikanten en de schoolkinderen op om elkaar op de brug te ontmoeten! Door deze nieuwe brugverbinding: waren Brabant en Limburg dichter bij elkaar gekomen. De Limburgse „gouverneur" dr. F. Houben wees o.a. op het belang van deze vaste Oost-West- verbinding voor het verkeer met het Duitse achterland en prof. dr. J. E. de Quay zei dat de provincie Noord-Brabant 250 km water en slechts 70 km landgrenzen heeft. |
||
Brabant had liever de brug bij Cuijk gehad, maar toen dan door de Rijkswaterstaat beslist was ten voordele van Gennep, heeft Brabant de bouw toch maar met een ton gesteund. De bouwkosten van de op de pijlers van de spoorbrug rustende verkeersbrug beliepen een bedrag van bijna 4 miljoen gulden. Naast een 6,5 meter brede rijbaan ligt een 2,5 m. breed fietspad. De brug telt vijf stalen overspanningen en is door de NATO gedacht als Maasovergang in de nieuwe verbinding van Antwerpen met het Roergebied. De Rijkswaterstaat zou op korte termijn ook de rijksweg Nijmegen- Maastricht verbeteren. Een weg om de kern van Gennep heen zou de weg door het centrum aanmerkelijk ontlasten en tevens rechtstreeks aansluiting geven op de nieuwe brug.
De opening was aanleiding voor grote feesten in Gennep, maar ook in Boxmeer. Er werd zelfs in Gennep een voetbalwedstrijd georganiseerd tussen VVV en PSV, die toen beide nog in de toenmalige 1e speelden en elk lijstaanvoerder waren in respectievelijk afdeling C en afdeling D. De nieuwe brug was ook groot landelijk nieuws en er werd zelfs een item aan gewijd in het Polygoo journaal: link naar item Polygoon journaal
Voor het bedrijfsleven was de nieuwe brug natuurlijk enorm belangrijk.De industirële kringen van "Land van Cuijk" en van "Gennep, Venraij en omgeving" organiseerden daarom een diner in hotel van Bergen op de vooravond van de feestelijke opening. Op de afbeelding links zien we de menukaart van dat diner in hotel van Bergen. Nu de aanvoerwegen zeker gesteld waren legde de NATO een groot munitiekamp aan in de Looi, pal naast de spoorlijn. Het was voor Gennepenaren altijd redelijk mysterieus wat daar gebeurd met de veelal nachtelijke transportenIn 2020 resteren daarvan nog slechts een paar gebouwen en is dat kamp deels in gebruik door het IVN en verder terug gegeven aan de natuur. Maar de verkeersbrug staat nog, met dank aan de NATO. Misschien zouden we die brug daarom dus wel NATO brug noemen. |
De dag van de opening van de brug had ook een zwarte rand want 's middags werd een Oeffeltse jongen, Theo, die vlaggetjes terug hing, doodgereden op de brug.
Minder dan 20 jaar na de bouw van de verkeersbrug werd de spoorbrug afgebroken. Dat was het definitieve einde van Gennep als spoorstad. Op het oude spoortraject werd een weg aangelegd, de huidige Brabantweg. Alleen een oude locomotief opgesteld bij de kruising van Spoorstraat en Brabantweg herinnert nog aan de vroegere spoorlijn en dus ook spoorbrug over de Maas. |
||
beide bruggen in 1973. Foto vanaf de Brabantse kant |
1974 sloop van de spoorbrug |
Tenslotte: Op de afbeelding links zien we de brugstraat en het begin van de Maasbrug. In 1966 stonden nog slechts flats aan de zuidkant van de Brugstraat en was de Julianalaan gebouwd en bebouwd. In 2017 was ook het gebied tussen de Brugstraat en Touwslagersgroes bebouwd en ook het vroegere terrein van Gennepse Boys, waar in de 50-er jaren de werkplaatsen van de Zuid-Ooster verezen, is in 2017 een woonwijk geworden. |
de lob: 1/300, 1/3000: om hoeveel water gaat dat nou? |
1/300, 1/3000: behoorlijk abstract. Maar om hoeveel water in de Maas gaat dat nu en wat zijn de bijbehorende waterhoogtes? Uit de stukken van Rijkswaterstaat blijken de waterhoeveelheden en de kans daarop, zoals die in 2020 gelden. En ook de bijbehorende waterstanden bij de Maasbrug in Gennep, zoals die volgen uit de zogenaamde betrekkingslijnen (jargon). In 2075 wordt de kans op hoogwater groter geacht omdat er dan vanwege klimaatverandering meer regen zou vallen in de wintermaanden en dat heeft gevolgen voor de Maas.
Dijken worden gebouwd voor 50 jaar, zodat de dijken die nu gebouwd worden, bestand moeten zijn tegen het hoogwater van 2075. Consequentie is dat ze dus een stuk hoger worden dan nu (2020) nodig zou zijn. In onderstaande tabellen de waterstanden nu en de waterhoeveelheden die in 2075 gerekend worden. De dijken om Gennep moeten nu dus op 1/3000 gebouwd worden om in 2075 een kans van overstroming van 1/300 te hebben.
Herhalingstijden in jaren |
Waarden die gelden in 2020 |
bijbehorende waterstand Gennep |
2020 |
2020 |
|
50 jr |
2969 |
|
100 jr |
3226 |
13.13 +NAP |
250 jr |
||
300 jr |
3578 |
13.46 +NAP |
1000 jr |
3862 |
13.78 +NAP |
1250 jr |
||
2000 jr |
||
3000 jr |
4113 |
13.91 +NAP |
5000 jr |
||
10000 jr |
4396 |
14.05 +NAP |
20000 jr |
||
30000 jr |
Herhalingstijden in jaren |
verwachting voor 2075 |
bijbehorende waterstand Gennep |
2075 |
||
50 jr |
||
100 jr |
3682 |
|
250 jr |
4042 |
|
300 jr |
4109 |
ca 13.91 +NAP |
1000 jr |
4465 |
|
1250 jr |
4518 |
|
2000 jr |
4654 |
|
3000 jr |
4718 |
|
5000 jr |
4807 |
|
10000 jr |
4920 |
|
20000 jr |
5034 |
|
30000 jr |
5101 |
de Pottenhoek |
Er kwam vanochtend een mail van de gemeente voorbij: " Gemeente Gennep - Instellen blauwe zone Pottenhoek, eenrichtingsverkeer Bleekstraat en gedeeltelijk opheffen blauwe zone De Poel - Oliestraat, Molenstraat, Bleekstraat, De Poel ". Dit gaat natuurlijk over het plan de Pottenhoek (zie hieronder), om dat stukje oud Gennep, dat er niet bepaald fraai bij ligt, aan te pakken. Ikzelf ben geboren en getogen in de Pottenhoek en dit plan gaat me na aan het hart. Het opknappen van dit stukje oud-Gennep is overigens niet alleen zaak van de gemeente, want er zijn diverse particuliere eigendommen, die er erbarmelijk bij staan en soms zelfs op instorten.
Ik hoop dat de parkeerdruk op het gebied zal afnemen door het instellen van een blauwe zone en het tegelijk weghalen van de blauwe zone op parkeerterrein de Poel. Een-richtingsverkeer in de Bleekstraat is ook een prima beslissing, al is het jammer voor de snelheid op de Niersweg, dat er nu geen autoverkeer meer uit de Bleekstraat kan komen, waar automobilisten komende vanaf de Niersbrug rekening mee moeten houden. Maar wellicht wordt ooit dat doorgaande verkeer door de Niersweg en Zuid-Oostwal weggehaald, waardoor dat probleem ook is opgelost. Terug naar het plan de Pottenhoek.
Wat veel mensen blijkbaar niet weten, is dat de oorspronkelijke naam van de Bleekstraat Pottenhoek is. Een stuk Gennep, waar van oudsher veel pottenbakkers zaten, net als op de Doelen, de oude begraafplaats bij de Martinustoren en nog enkele plekken. De straat met een haak kreeg vroeger de naam "de pottenhoek", zoals nog te zien is op oude kadasterkaarten van bv rond 1800. Rechts een uitsnede van die kaart met daarop aangegeven de pottenhoek. Het gebied tussen de pottenhoek (Bleekstraat) en de Oliestraat, waar nu (2020) het parkeerterrein achter het Kruidvat is, was vroeger akkerland of tuin. Bij de officiële naamgeving van de straten in Gennep is de naam van de pottenhoek op een gegeven moment veranderd in Bleekstraat. Misschien jammer, want zoals de naam Molenstraat aangaf, dat die straat naar de windmolen voerde die gebouwd was op een van de voormalige torens van slot Loonenstein (op de kadastertekening rechts te vinden), en de Zandstraat de straat was die naar de zandheuvels voerde, was ook de naam Pottenhoek karakteristiek geweest. |
De naam Pottenhoek werd in de 19e eeuw door een andere naam vervangen. En ook dat is een bijzondere naam, want de straat werd vernoemd naar het bleken van de was in de boorden van de Niers. Dat was vroeger gewoon, zoals onderstaande afbeeldingen goed laat zien. De officiële naam werd dus Bleekstraat, maar echte Gennepenaren hadden het nog steeds over de Pottenhoek en niet over de Bleekstraat.
De Pottenhoek is ook het hart van de Gennepse buurt met de oudste buurtvereniging van Gennep met de zeer toepasselijke naam "Helpt Elkander". In 2006 werd het 60 jarig bestaan gevierd met een tentoonstelling een etentje en een groot straatfeest, waarvan hieronder enkele afbeeldingen.
er werd toen ook een groepsfoto gemaakt met alle buurtgenoten in 2006. |
Ter afsluiting nog wat foto's van deze bijzondere buurt.
in 1926 stond ook de Pottenhoek onder water |
1955 sacramentsprocessie in de Pottenhoek |
1979, mijn ouderlijk huis |
blik vanuit de Pottenhoek (pleintje) richting Oliestraat |
1979 |
1975: mijn moeder heeft de was buiten hangen |
1985 |
2005 |
Samen 150 jaar |
Ik trof vandaag (woensdag 8 juli 2020) deze 2 Gennepenaren samen op een bankje aan. Theo Gartsen en Gradje Noij, samen 150 jaar. Aan het mijmeren over verleden, heden en toekomst in Gennep. Ze zitten niet ver van hun geboorteplek. Gradje is geboren in het pand achter hen, waar ie later zijn winkel had (het Zuivelhuis) en Theo is geboren aan de overkant, boven café Gartsen, ofwel de Zandpoort, op de overgang tussen Zandstraat en Spoortstraat.
De relatie van de nieuwe burgemeester met Gennep wordt ook steeds meer duidelijk en het houdt verband met een schoester in de Emmastraat...... Een album met foto's van Ton Teunissen staat op deze website. Daarom ook hier een link naar dat foto-album: special van Ton Teunissen
Na een Koning kan natuurlijk alleen nog maar een Teunissen ;-) |
Dat gaat natuurlijk over de nieuwe burgemeester van Gennep, de d66-er dhr Teunissen uit Venray. Geen familie trouwens. Weet niet of dat een nadeel of een voordeel is. Maar even serieus: verleden week is een informatiebord geplaatst bij de Joodse begraafplaats in Gennep aan de Davidlaan.
Er was nogal wat spierkracht en spitwerk nodig om de tafel geplaatst te krijgen afgelopen woensdag 1 juli 2020. En eigenlijk hadden we die tafel op een andere plek gedacht, aan het eind van de Zuid-Oosterlaan en de overgang tussen Julianalaan en Davidlaan. Maar tegenwoordig schijnt er zelfs voor iets dergelijks vergunning nodig te zijn en (nog gekker) moet de welstandscommissie zich er zelfs over buigen. In hun "onmetele" wijsheid hadden die blijkbaar bedacht dat de tafel aan de Davidlaan moest komen te staan. Tja, rare wereld leven we in.
Nog iets aardigs: de foto op de tafel is gemaakt door Frank. En bij het maken van die foto is de drone gecrasht in een boom bij de ingang van de begraafplaats. Zijn drone is nog steeds niet gemaakt, omdat het vanwege corona lastig is om aan de juiste onderdelen te komen. Voorlopig dus nog RIP voor de drone bij het maken van de foto van de begraafplaats. Wel toepasselijk. ;-)
Slot van het verhaal over de terugkomst in Gennep, mei/juni 1945 |
Door Wiel van Dinter, juni 2020
Werkverkeer
Vader was bankwerker van beroep. Hij werkte net als tientallen Gennepse arbeiders vanaf 1942 in de Duitse grensstreek. Daardoor ontliep iedereen de kans wegens de Arbeitseinsatz ergens ver weg in Duitsland gedwongen te werk te worden gesteld. De fabrieken in het grensgebied hadden ook een groot tekort aan mannelijke beroepslieden, omdat Duitse mannen als militair waren opgeroepen. Elke dag reed een trein met de pendelaars heen en weer van Gennep naar het werk in Goch, Uedem, Kleef enz. Met de geallieerde luchtlandingen (Operatie Market Garden, sept. 1944) ontstond in onze regio een chaotische toestand, werden bedrijven plat gebombardeerd en was er geen treinverkeer meer. Wij waren frontgebied geworden Er hing ons een onbekend fenomeen boven het hoofd: granaten, schuilkelder, evacuatie.
Bakoven
Nu we een paar dagen weer thuis in Gennep zijn, is van georganiseerd werk nog geen sprake. Iedereen is bezig zich in leven te houden, het huis in te richten en de ergste rommel op te ruimen. Ik word ingeschakeld: “Jong, doe eens dit, jong haal eens dat”. Vader repareert de kruiwagen, zodat alle troep vóór en naast het huis bijeen gereden kan worden, vlak bij de straat. Hij verlegt de afvoer van het gootsteenwater om het weer naar de zinkput te laten lopen. Hij fabriceert een nieuwe plaat in de bakoven van het fornuis. Nu kan moeder weer zelf brood bakken. Want je bent bankwerker of niet: hij heeft zelf een bakvorm voor het brooddeeg gemaakt. Hout voor het fornuis komt van opa's kippenstal, die toch half in elkaar ligt. En de kippen zijn spoorloos verdwenen.
Sjierp! Met de kruiwagen halen vader en ik drie bielzen van de kapot geschoten omheining van het spoorterrein. Vader had gezien dat meer mensen uit de Loodsstraat dat deden. Nu moest hij nog een spanzaag zien te lenen. Bij Noij lukte dat, want de mensen hielpen elkaar. Ik was weer de pineut: “Stevig vasthouden, jong.” Bij gebrek aan een zaagbok de balk op een laag muurtje gelegd, ik erop zitten en vader zagen. Opeens een schril geluid en een kort gebed van vader tot de Heer: de zaag zit op een granaatsplinter die hij niet gezien heeft. De zaagtand van de geleende spanzaag heeft het gelukkig overleefd. De tweede en derde biels wordt eerst zorgvuldig geïnspecteerd. |
Station Gennep, richting papierfabriek |
‘Niks train' Dan krijg ik een middag ‘vrij af' en ga ik met Johan, ieder gewapend met een paar appels, naar de seinpaal bij de papierfabriek. Tegen 2 uur komt altijd een troepentrein uit Duitsland. We zitten met een paar andere jongens en meisjes in de berm richting wachtpost De Mél te kijken. Daar moet de trein vandaan komen. Vanaf de kant van de papierfabriek zien we een soldaat aankomen. “Niks train today”, zegt hij, “tomorrow”. En hij steekt twee vingers op. Mijn Mulo-engels is goed genoeg om tegen iedereen te zeggen dat er vandaag geen trein komt en morgen twee. Of bedoelt hij: morgen om 2 uur. De soldaat steekt zijn hand uit, krijgt een appel en wandelt weer richting station. Wij druipen af. En tegen 3 uur horen we bij Johan thuis een locomotief fluiten. Daar is toch een soldatentrein uit Duitsland. We kijken elkaar aan: de Engelsman had zin in een appel… |
Fiets Ik heb op deze fiets maanden gereden. Zelfs in september 1945 naar de MULO in Boxmeer. Via Heijen en daar de Maas over met de roeiboot van Dolf van Dinter, de veerknecht van Beckers in het veerhuis. Maar dat is een ander verhaal. |
augustus 1945. De fietsenmakerij is rechts |
foto van de andere kant (in 2020 Doelen/Torenstraat) richting de Haspel |
geallieerde soldaten en nieuwsgierige Gennepse kinderen |
Een hele tijd geleden al werd het gebouw aan de Haspel gesloopt om de weg te kunnen verbreden. In 2017/2018 werd de riolering en de bestrating vernieuwd. Toen konden meteen de fundamenten van de oude pottenbakkerij worden opgegraven. Links staat Joop den Boer om een foto te maken.
RIP: nog voor je 13e aan je einde komen |
Nog geen 13 jaar oud is de oude muziekschool en wordt alweer gesloopt door de gemeente. In 2007 werden miljoenen uitgegeven aan een jongerencentrum (waar de jongeren van Zowiezo gingen lopen) een muziekschool (die na een paar jaar werd opgedoekt), een tv studio voor Magic (nu blijkbaar te duur voor de Gennepnews) en een opgepimpte micro-sporthal als cultureel centrum (Picamare). (en een nieuwe tijdelijke sporthal is alweer gepland). Zie daar de wondere wegen van de politiek. Een kort terugblikje naar 2007 toen dit apart gebouw voor muziekonderwijs werd gerealiseerd.
Bangmakerij |
Op de projectgroep voor de lob van Gennep mag het nodige aan te merken zijn, maar wat Nee Tegen De Vloedgolf doet is naar mijn mening niks anders dan bangmakerij. En dan ook nog met aantoonbaar incorrecte filmpjes zoals een drempel die lager zou zijn dan wettelijke normdijk niveau en bij de schuif wordt niet aangegeven dat de dijken dan een stuk hoger zijn. Verder ook nog interviews op Gennepnews die met de grootst mogelijke onzin argumenten zoals een weg naar de schuif die over het gebouw van Emons heen zou moeten gaan en nog meer van die ongein. Als er 4700m3 wate per seconde in de Maas stroomt, dan staat er op de rijksweg voor Emons nog niet eens water op de weg. Ik heb daarom zelf snel een tweetal animaties in elkaar gezet van a) de oplossing met de wettelijke normdijken en b) de oplossing met de schuif. (ik acht de oplossing met de drempel niet echt realistisch). De projectgroep zou zich ook bij de feiten moeten houden. Ik hoorde zowel de Gennepse wethouder als de waterschap vertegenwoordiger in de stuurgroep stellen dat overal dezelfde 1/300 dijken zouden komen en dat is dus pertinent onwaar. De dijken aan de Brabantse kant van de Maas worden 1/300 en sommige trajecten zelfs 1/10000. De dijken in Limburg krijgen veelal een beschermingsniveau van maar 1/100. (je zou dus kunnen stellen dat die worden opgeofferd voor de lob, om de terminologie van de lob-activisten te gebruiken). Die bangmakerij vind ik uitermate kwalijk. De plannen worden voor een zeer, maar ook zeer extreem scenario gemaakt, met een kans dat het gebeurt van eens in de 300 jaar of zelfs eens in de 3000 jaar en er worden volstrekt valse voorstellingen van zaken gegeven!
En nog even dit: de nieuwe dijken worden voor een periode van 50 jaar gemaakt en worden dus gebaseerd op de verwachte waterstanden in 2075. Omdat men bang is dat er door klimaatverandering heel veel meer neerslag zal gaan vallen zijn de waterstanden waarvoor de nieuwe dijken ontworpen worden een stuk hoger dan voor de huidige situatie. Dat betekent dat de hoogte van de dijken bij een beschemingsniveau van 1/300 in 2075 ongeveer gelijk zijn aan een beschermingsniveau van 1/3000 in 2020. In 2020 betekent 1/300 bescherming tegen 3578 m3 in de Maas en in 2075 is dat ineens 4109m3 in de Maas geworden. (in 2020 hoort bij een beschermingsniveau van 1/3000 een waterhoeveelheid van 4113 m3).
Een van de grote problemen in de hele discussie is het verschillende taalgebruik. Het waterschap en de rijksoverheid gebruikt vakjargon en gewone mensen gebruiken normale spreektaal. Meest duidelijk is het verschil bij de term "overstroombare" en "niet overstroombare dijken". In het ene geval betekent het dat voor de berekening van de waterhoeveelheden en de waterstanden rekening gehouden wordt met het overstromen van dijken. In eht 2e geval wordt gedaan alsof de dijken oneindig hoog zijn en dat er dus geen waterverlagend effect is vanwege het feit dat die dijken overstromen. In het hoofd van "normale" mensen blijft dan hangen dat men in het 1e geval opgeofferd wordt en dat men in het 2e geval absoluut veilig is, terwijl het om dezelfde dijken en precies dezelfde bescherming gaat.
de oplossing met de wettelijke normdijken |
de oplossing met de schuif |