Het wedervaren van Gennep in de 18e eeuw: moeilijke tijden voor Gennep

Wiel van Dinter vertelt een serie verhalen over het wedervaren van Gennep in de 18e eeuw; moeilijke tijden voor Gennep! (juli 2021)

OPMERKELIJK GENNEP IN DE 18 de EEUW (1)

Wiel van Dinter (juni 2021)

Keurvorst
Het stadje Gennep laat in 1700 een heftig bewogen eeuw achter zich. Het moest zich oprichten na een totale vernietiging door een alles verwoestende stadsbrand. En dan in 1614 en 1672 weer een vlammenzee die tientallen huizen en de oliemolen op de Niers in de as legt. In de nieuwe (18 de) eeuw is Gennep een Niersstadje, dat al meer dan 250 jaar deel uitmaakt van het hertogdom Kleef. Na de dood van de kinderloze hertog (1609) is Kleef toegevallen aan de Keurvorst van Brandenburg, residerend in het verre Berlijn. De ‘hoge regering' zetelt dus honderden kilometers verwijderd. De ‘stadhouder' neemt hem waar in Kleef.

Koning
De laatste keurvorst van Brandenburg, Frederik III, kroont zichzelf in 1701 tot Koning in Pruisen en blijft tevens hertog van Kleef en graaf van de Mark. Gennep wordt in het prille begin van de 18 de eeuw automatisch een stadje in het koninkrijk Pruisen. Staatshoofd is derhalve de tot koning getransformeerde keurvorst Frederik III, die gaat regeren onder de titel Friedrich I. Zijn onderdanen, kijkend naar zijn gestalte, geven hem de bijnaam “de kromme Frits”.
Frederik III (koning FrederikI van Pruisen)
Trauma
Vuur, water en oorlog hadden in de eeuw daarvóór een zware tol geëist. De catastrofale stadsbrand (1597), opnieuw de brand van 1614, en de derde vuurzee van 1672 hielden het trauma levend. Een gedenksteen in de Nierspoort (1658) herinnerde aan de ergste watersnood ooit in Gennep. En de horden huurtroepen die gedurende de hele eeuw dor het hertogdom trokken, richtten de economie in het zo welvarend, agrarisch land ten gronde.
bouwtekening van de NH kerk in Gennep
Gennep kreeg een juweel van een raadhuis, maar verloor zijn trots: de “ edele burcht, zo fier en stevig…”. De protestantse gemeenschap bestendigde de godsdienstvrijheid onder de gereformeerde keurvorst met het stichten van een eigen kerk op een prominente plek in het stadje (1663).
prent van Jan de Beijer van het stadhuis
prent van Bouttats van het Genneperhuis in de gloriedagen van het Genneperhuis

Grens
In de nieuwe situatie van 1701 blijft Gennep een grensplaats, nu in het Koninkrijk Pruisen. Voor bestuurszaken blijft Kleef, drie uur gaans, het eerste aanspreekpunt. Het buitenland (Boxmeer, Cuijk, Afferden, Nijmegen, Venlo) is even ver verwijderd als voorheen. Een jongeman die zich aan het soldatendom wil onttrekken, heeft wel familie of relaties ‘ôvver de streep'. De vader van de ondergedoken jongeling loopt onder Pruisen wel het risico in Wesel opgesloten te worden.

Onveilig
De Pruisische koning Friedrich I liet zijn gezag in den lande direct gelden. Hij trad streng op tegen al het geboefte dat sedert de voorbije eeuw het platteland onveilig maakte. De huurlegers lieten toen een spoor van ontslagen en gedeserteerde soldaten achter, die gewapend in groepjes afgelegen boerderijen overvielen en plunderden. Of overvielen vrachtkarren en eisten losgeld.
de kroning van koning Frederik I

Daarover de volgende keer meer.

de stamboom van Frederik III, die zich kroont tot koning van Pruisen en daarmee Frederik I wordt (bron: Wikipedia)

Frederik I van Pruisen
Overgrootouders
Johan Sigismund van Brandenburg (1572–1620)
8 1594
Anna van Pruisen (1576–1625)
Frederik IV van de Palts (1574–1610)
8 1593
Louise Juliana van Nassau (1576–1644)
Willem van Oranje (1533–1584)
8 1583
Louise d Coligny (1555–1620)
Johan Albrecht I van Solms-Braunfels (1563–1623)
8 1590
Agnes van Sayn-Wittgenstein (1569–1617)
Grootouders
George Willem van Brandenburg (1595–1640)
8 1646
Elisabeth Charlotte van de Palts (1597-1660)
Frederik Hendrik van Oranje (1584–1647)
8 1625
Amalia van Solms (1602–1675)
Ouders
Frederik Willem I van Brandenburg (1620–1688)
8 1646
Louise Henriëttevan Nassau (1627–1667)
Frederik I van Pruisen (1657–1713 (Friedrich I)

 

OPMERKELIJK GENNEP IN DE 18 de EEUW: Deel 2 Veiligheid

VEILIGHEID

Verordening
Friedrich I, de koning in Pruisen -en tevens hertog van Kleef- pakte als vorst de onveiligheid in zijn land rigoureus aan. Door middel van edicten, bepalingen en besluiten droeg hij de gemeentebesturen op de voorschriften nauwgezet uit te voeren.. Bij elk punt gaf hij de hoogte van de boete (in goudgulden) bij overtreding aan. Bij een te slappe houding van de magistraat volgde er ook voor deze een fikse geldboete! Dat was nieuw voor onze bestuurders!

Razzia
In het hertogdom moesten op onbepaalde tijden dievenjachten worden georganiseerd. De opgespoorden dienden in de vestingstad Wesel worden opgesloten. Voor het eerste vergrijp zes maanden, een tweede een jaar en een derde delict betekende levenslang. Mannen verrichtten dwangarbeid, vrouwen kwamen in een spinhuis terecht. Dat de staatsgrens niet waterdicht werd beschouwd, moge blijken uit het feit, dat Cuijk en Boxmeer (buitenland!) werden uitgenodigd mede dievenjachten te organiseren.

Organisatie
-Tijdens de dievenjacht sluit Gennep de stadspoorten om 20.00 uur en staat bij elke poort een wacht van twee gewapende burgers;
-de poort gaat alleen open bij aanwezigheid van deze burgerwacht;
-tijdens deze poortsluiting onderzoekt de stadsbode met vier manschappen uit de burgerij de huizen, winkels, herbergen, kelders, zolders en schuren.
de Nierspoort. Prent van J Bulthuis uit 1787
Rotten
Jaren later wordt deze onverhoedse klopjacht op dieven, bedelaars en zigeuners geperfectioneerd. Gennep wordt in 6 'rotten' (wijken) verdeeld. Aan het hoofd van elke wijk staat de rotmeester , die twee wachtmeesters met elk vier gewapende burgers aanvoert. De burgemeester moet van de inspectie en het resultaat ervan een uitgebreid verslag maken en naar Kleef sturen. Vaak vond zo'n onderzoek vier, vijf keer per jaar plaats. Meestal met als resultaat; niets, niemand gevonden .
de Maaspoort. Prent van J Bulthuis uit 1787

 

OPMERKELIJK GENNEP IN DE 18 de EEUW: Deel 3 Zondagsrust

Gennep, 1958

Op een zomerse zondagmorgen 1958 besluit ik de maaimachine uit het schuurtje te pakken om het gras te gaan maaien. Mijn vrouw vindt dat het gras van het gazon toch wel erg hoog staat. Even later ratelt het machinetje over het groen gewas en ziet het er een half uurtje later uit als een zacht groen tapijt.

Woensdag daarop neemt meester Beckers mij in de schoolgang bij de mouw. Dat deed hij altijd als hij je apart wilde nemen. ‘Men' had hem verteld dat ik afgelopen zondag het gazon had gemaaid. Op zondag! Een onderwijzer moest toch een goed voorbeeld geven…......

Gennep, 1708
250 jaar voordien stuurt koning Friedrich I in Pruisen aan alle steden en dorpen in zijn rijk een verordening, die onmiddellijk na ontvangst in alle ‘bedehuizen' van de preekstoel moet worden voorgelezen. En dat drie opeenvolgende zondagen. En vervolgens telkens na drie maanden. Dit koninklijk edict heeft tot doel: handhaving en bevordering van de godsdienstigheid en zedelijkheid in het rijk. De hoge regering vindt deze aanmaningen noodzakelijk. En voegt meteen de strafmaat toe! De boetes varieerden van2 tot 25 goudgulden per geval.

Het team van 1958 v.l.n.r. : boven: Henk Dohmen-Gé Braam-Sjaak Goossens-Jan Thissen. zittend: Loed Janssen-Jan Dimmers-J.Beckers-G.Cup-Willie van Dinter

Rust
De zondag is de dag des Heren: godsdienstoefening staat voorop. Winkels stallen geen koopwaar uit en blijven gesloten. Op straat wordt niets gekocht of verkocht. Boetes lopen op van 2 tot 25 goudgulden (gg). Men gaat in hechtenis tot de boete is betaald.
Wanneer de begindatum van een jaarmarkt of kermis op een zondag valt, start het feest een dag later.

Opschik
Handenarbeid binnen of buiten is op zondag verboden (boete 5 gg per keer). Voor, tijdens of direct na de dienst wordt er in de herbergen geen eten of drank geserveerd, en niet gekaart of gekegeld (boete 2gg; de herbergier 5 gg). Als de klok voor een dienst luidt, dient men de wandelingen op de markt en op het kerkhof (!) te staken en zich naar de diens te begeven.
Bruiloften en doopfeesten moet men ingetogen en zonder opschik vieren met maximaal 12 paren. Het feest mag hooguit één dag duren(boete 25 gg).

Hups
Omdat ze tot buitensporigheid en excessen leiden worden afgeschaft en verboden: de vastenavondfeesten, het ontsteken van paasvuren, alsook het schieten en muziek maken op Nieuwjaarsdag. Op zon- en feestdagen is het schenken van bier of wijn na 21.00 uur verboden. Zo ook het vloeken en God lasteren. Het schijfschieten mag tot 21.00 uur duren. Daarna moeten de schutters zich rechtstreeks naar huis begeven. Het gebeurt immers, dat hupse meisjes zich bij hen voegen. Zogenaamd om de overwinnaar de zegekrans om te hangen. Het wordt dan diep in de nacht voordat iedereen, al dan niet alleen, vertrekt…

Preekstoel
Wat zal burgemeester Johan Albert Ebben gedacht hebben, toen hij deze verordening uit Kleef aangeleverd kreeg? Er waren gebruiken en tradities in Gennep die door deze bepalingen getroffen werden. Met het gemeentebestuur achter zich besloot hij het edict door te geven aan pastoor W. van Cluyth en dominee Von Erpers om het in hun kerk van de kansel voor te lezen. De magistraat zal de bepalingen als stok achter de deur gezien hebben bij optredende excessen of algemene protesten.

Verandering
Anno 2021 vinden we nog sporen van dit edict terug in het dagelijks leven. De WO 2 heeft een andere kijk op gebruiken, normen en waarden versneld. Om één voorbeeld in Gennep te noemen: de strijd om de openbare carnavalsviering eind 40er jaren van de 20 ste eeuw. En om winkels en horeca op zondag dicht te houden was een pandemie nodig. Gazon maaien op zondag....................

OPMERKELIJK GENNEP IN DE 18 de EEUW: Deel 4 De watervloed van 1740

Overlast
Wij berinneren ons nog levendig de winters van1993 en 1995, toen het Maaswater -en dus ook dat van de Niers- maar bleef stijgen en in Gennep alarmfase 1 ging gelden.. Het waterpeil steeg hoger dan tientallen jaren daarvoor. De Niersdijk brak, de onderkerk stroomde vol, het bejaardenhuis werd geëvacueerd, het leger schoot te hulp. Gennep was dagenlang landelijk nieuws. Er zijn nu al jongvolwassenen die deze paniekdagen slechts uit verhalen, films en literatuur kennen. En ook nu in 2021 en zelfs in juli, in de zomer dus, dreigt het hoogwater.
Hoe de Maas en Niers Gennep in de 18 de eeuw teisterden, vinden we opgetekend in kronieken en gemeenteverslagen. Hierna volgt hoe het water Gennep in 1740 in zijn ban hield.

Niers
Gennep heeft de Niers als zijn hechte vriendin: aan haar zijde kwam Gennep tot leven. Ze gaf Gennep water om te drinken, voedsel te laten groeien en bereiden. Ze leverde vis en waterkracht voor de molens. Ze bracht de schepen tot aan de brug. Vrouwen kregen van haar water om te wassen. En de Niers zorgde voor ondiepe plekken, waar de Gennepse kleinen konden pootje baden.

Maas
Gennep had vanaf zijn geboorte een tweede vriendin op afstand: de Maas . Deze was grillig van aard. Ze kon lieftallig zijn, maar ook nukkig, wispelturig. Als het buiig was, legde ze de Niers haa wil op en dreef ze het Nierswater terug stroomopwaarts. En de Niers liet zich -ondanks protesten van Gennep- de wil opleggen. Wanneer het maar bleef regenen, veranderde de lieflijke Maas in een boze fiurie, die het water om zich heen gooide. De Niers moest de waterwoede over zich heen laten komen. En Gennep kreeg het van twee kanten zwaar te verduren…

Gedenksteen
1740 was een buitengewoon koud en nat jaar.. Gennepenaren hielden bezorgd de woeste stroom van de Maas in de gaten. Op zaterdag 29 augustus was het zo ver: de Maas zwol en zwol. Ze zetten in één dag de uiterwaarden onder water. De boeren hadden uit voorzorg het vee al uit de weien naar de hoge heidegronden gebracht. Want het was zeker dat ook de woongebieden deze keer niet droog zouden blijven. De regen hield maar niet op. Genneps oudsten wezen naar de gedenksteen in de Nierspoort: de watervloed van 1658.

Heuphoogte
Het water was dit mensenleven wel vaker Gennep binnen gedrongen en de straten blank gezet. Maar dit jaar was extreem. In de zijstraten van de Zandstraat kwam het water boven heuphoog te staan. Bewoners verhuisden naar de zolder of zochten bijtijds met geit en varken hun heil bij familie buiten Gennep. En het waterpeil steeg centimeter na centimeter. De laatste kelders met opgeslagen wintervoorraad liepen vol. In de schuren met rogge, haver, boekweit en peulvruchten lag alles te bederven.

Een aak
December 1740 drong het water ook de parochiekerk St-Martinus binnen. Het kwam tot op het priesterkoor te staan. Hier bij de noordelijke stadsmuur stond toen al duizend jaar de katholieke kerk. (Werd het eerste kerkje hier gebouwd toen het schommelend klimaat in een droge periode verkeerde?) De Kerstdagen en de daget daarna werden de Eucharistievieringen op het stadhuis gehouden. Vrijwilligers voeren met een aak langs de nog bewoonde huizen om de mensen daar te voorzien van de meest noodzakelijke levensbehoeften als brood en water.
het water drong tot in de kerk door
Stadsmuur
Het hoogwater ging die weken dikwijls gepaard met hevige stormwinden. De noordelijke stadsmuur en die bij de Nierspoort zakten op meerdere plaatsen in, omdat de grond onder de fundamenten wegspoelde. De watermolems op de Niers liepen flinke schade op. De steunbalken onder de houten Niersbrug stonden op afknappen. Het stadje Gennep dreigde geïsoleerd te raken, want ook de Maas- en Zandpoort waren door water omgeven. Aldus gegevens uit het parochie- en gemeentearchief van Gennep.
 

historische hoogwaters, waarin 1740 (naast 1643) een duidelijke uitschieter naar boven is.

OPMERKELIJK GENNEP IN DE 18 de EEUW: Deel 5 De 7 jarige oorlog van 1756-1763

Picardie

Oorlog
Friedrich I, koning in Pruisen en hertog van Kleef, beschouwde het hertogdom -500 km van Berlijn- als een wingewest, een welkome inkomstenbron voor de oorlogen die hij voerde. In 1756 sloot hij zich aan bij Engeland in een oorlog tegen Frankrijk en Oostenrijk. (Zevenjarige Oorlog 1756-1763).

Kostgangers?
De Fransen vielen uiteraard het onverdedigd land van Kleef -ver van Berlijn- binnen. Het stadje Gennep in het hertogdom zou zware jaren tegemoet gaan. Want Pruisen reageerde nauwelijks op de Franse inval. . Ravitaillering van de troepen vanuit het moederland kende de legers toentertijd niet; de bevolking in het gebied waar men doorheen trok of verbleef, moest maar voor voedsel zorgen en kwartier verschaffen.
Hoe ver het hertogdom Kleef van Pruisen af ligt blijkt uit bovenstaande kaart
Gasthuis
Gennep ondervond dat aan den lijve. 16 april 1757 marcheerden 2 bataljons van het Régiment de Picardie (duizend man sterk!) door de Zandpoort Gennep binnen. Het stadje met 180 woningen moest die groep kwartier verleen en raakte overbevolkt. De commandant eiste op het raadhuis onderdak: vier tot zes per woning, burgemeester, schepenen, dominee en pastoor niet uitgezonderd. De oude mannen in het gasthuis werden weggestuurd om plaats te maken voor 30 soldaten. Deze schier onhoudbare toestand duurde tot 30 april.
Picardië in Frankrijk
het Franse Picardië cavalerie regiment

Hospitaal
Gennep kreeg nauwelijks tijd om op adem te komen en de rommel op te ruimen. Half mei 1757 kreeg de burgemeester van het door de Fransen overgenomen gezag in Kleef het bericht, dat het Franse leger in Wesel een groot hospitaal had opgericht. Alle steden en dorpen moesten samen de inrichting aan bedden, kussens, lakens, dekens, stro, enz. leveren. Gennep kreeg een lijstje voor beddengoed en een aanslag voor de verzorging van de patiënten. De bodem van de gemeentekas kwam in zicht.

Wanhoop
Medio september 1757 meldt Kleef dat Gennep zich moet voorbereiden op de komst van escadrons ruiters van het Regiment de Picardie met hun paarden. Zij zullen in het stadje blijven overwinteren! Richt een magazijn in met stro, haver, hooi enz. De gemeenteraad in grote wanhoop. Want een gebouw geschikt voor een magazijn van dergelijke omvang is er niet. Afgezien van geld voor zo'n grote wintervoorraad. En ervaringen elders leren dat de Franse dwang geen medelijden kent. De raad en voornaamste burgers vergaderen met als uitkomst: zes welgestelde burgers zullen de stad geld lenen. Voor een magazijn zal de burgemeester in overleg treden met de commandant van de legertroep.

Oplossing
En half november trekken 86 ruiters met 226 paarden het stadje Gennep binnen. De commandant verschijnt op het stadhuis en begint met de inkwartiering. De officieren wil hij ondergebracht zien bij schepenen, de raad, pastoor en dominee. De manschappen dan 2 per woning. De paarden over de aanwezige stallen verdeeld. Geen magazijn? Hij heeft de oplossing: wijst uit het raam op het protestants kerkje. Is prima geschikt, ontruimen. Soldaten slepen de banken uit het zaalkerkje en deponeren die op het marktplein. Een deel van dit raadhuis wordt deze winter ingericht voor zieke soldaten. En hier beneden gaat dienen als gevangenis. De burgerij zorgt binnen een week voor de inrichting van een en ander…
prent van de Markt van Gennep met links de NH kerk, die als stalling voor paarden gebruikt werd. De prent is gemaakt door Jan de Beijer
Radeloos
Gennep gaat zuchtend en steunend de winter van 1757-58 door en ziet half maart de Fransen godzijdank het stadje verlaten. De rentmeeseter heeft de schuldenberg alsmaar zien groeien; hogere belastingen hebben geen effect meer. En dan in april overspoelen 2 compagnieën ruiters Gennep. De stad kan het niet meer aan. De bakkers zijn radeloos. Soldaten willen brood en slepen een bakoven naar de Molenberg bij de windmolen op de stadsmuur. Ze timmeren daar een provisorisch bakhuis en gaan met meel uit de molen zelf brood bakken voor het kampement op de Blatenkamp (nu: locatie PicaMare en scholencomlplex KEC). Het stadsbestuur is ten einde raad. Er gaat een ijlbericht naar Kleef: als er niet direct verandering komt, zal de hele burgerij de stad ontvluchten. De meer dan 250 militairen verlaten Gennep. Het bakhuis valt bij de eerste sterke storm van gammelheid in elkaar…
Prent van de windmolen op 1 van de torens van het gesloopte stadsslot Loonenstein. Hier werd het provisorische bakhuis gebouwd door de Fransen. Het enige dat nu nog aan deze molen herinnert is de naam "Molenstraat"

Adieu!
Het door de Franse legerleiding gedirigeerde gezag in Kleef ontziet Gennep wat aantal soldaten betreft. Maar tijdens de jaren 1759 -1762 blijven Franse legereenheden het stadje ‘bezoeken', raakt de bevolking – zoals heel het land van Kleef- totaal murw en verarmd. Begin 1763 verlaten de Franse troepen het hertogdom bij de vrede op 15 februari 1763. De Pruisen nemen het gezag weer over. De ambtenarentop draagt weer Duitse namen.

Spontaan
Op Pruisisch voorschrift moet de vrede feestelijk gevierd worden. In maart 1763 wordt er in Kleef een galadiner georganiseerd voor een 70 genodigde gasten. De stadsraad van Gennep krijgt opdracht daarvoor 20 kreeften en andere soorten vis te leveren. Elke stad en dorp moet ongedwongen feest vieren en het verslag ervan naar Kleef opzenden!

Kampement
In Gennep is iedereen opgelucht dat ze verlost zijn van de ‘fransoos'. Vrouwen mogen weer frank en vrij buiten lopen. Maar spontaan feest vieren na zeven jaren onderdrukking en bittere armoede? De stad zit met een schuldenlast van 30x het jaarbudget. Wat overblijft na de Franse overrompeling is een naam. De weg buiten de Zandpoort naar de zusterstad Goch - de Gochse straet -, is in de volksmond ‘Picardie Straat' gaan heten. Omdat ze langs een bezienswaardigheid voor de Gennepenaren loopt: het kampement van de Picardiërs, de soldaten van het Régiment de Picardie . En dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven (vgl. het transit camp in 1945).
Net als tijdens de 7 jarige oorlog was er in 1945 ook een groot kampenement in Gennep en wel van de geallieerden. Op de foto zien we een deel van het kampenement in de Maaskemp, maar ook elders in Gennep, inde Picardie (!!) op het veld van Blauw-wit en op nog andere plaatsen waren geallieerde soldaten gelegerd.