Gennep aan het eind van de 18e eeuw: het blijven moeilijke tijden (deel I) |
Absolutisme en Oligarchie. Een paar heersen over allen. De tijd van horigen en lijfeigenen, waar de mensen "eigendom" zijn van en moeten werken voor de heersende macht. Eind van de 18e eeuw werd het Liberté, Égalité, Fraternité, Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap.
Zeker tot de Franse Revolutie was het de tijd van absolute heersers en van oligarchie. Het gewone volk had niets in te brengen. Men kende nog "horigen" of lijfeigenen (de landbewerkers). Maar in de 18e eeuw kwam de "Verlichting" en schreven, vooral Franse filosofen over een nieuw bestel, rechten van het volk, scheiding der machten en een begin van democratie. De ideeën en geschriften van Franse filosofen zoals markies de Concorcet, Jean-Jacques Rousseau, maar vooral Montesquieu, (bekend van de “Trias Politicas”, de scheiding der machten) leidde tot een groeiend bewustzijn van het volk en groeiend ongenoegen richting de adelijke, heersende klasse. Het leidde uiteindelijk ook tot de Franse revolutie, die ook zijn sporen in Gennep naliet. Frankrijk kende een standensamenleving van geestelijkheid, adel en daarnaast de burgerij en boeren. De burgerij leefden vooral in de steden en de boeren op het land. De boeren waren meestal horigen of lijfeigenen. De adel maakte met circa 400.000 personen minder dan 2% bevolking uit en de geestelijkheid met ongeveer 100.000 personen circa 0,5% tot 1%. De adel en de geestelijkheid betaalden geen belasting en hadden veel macht, met name de geestelijkheid. Circa 97% van de bevolking behoorde tot de boerenstand (rond 85%) en burgerij / ‘handelarenstand' (rond 12%), en moesten alle belastingen ophoesten Het was de verlichting was het begin van het einde van het absolutisme, van de oligarchie, waar een elite over het wel en wee van het volk besliste en zelfs op persoonlijke schaal over hun lijeigenen of horigen beslisten. Wat er toen in gang werd gezet was bepalend voor de geschiedenis van de eeuwen daarna: Liberté, Égalité en Fraternité. Einde aan het juk van de adel en de geestelijkheid. |
|
Montesquieu |
.Ook in Nederland, in de republiek der 7 provinciën rommelde het. Ook hier was sprake van absolutisme en Oligarchie, alhoewel de steden en dan vooral Amsterdam wel degelijk veel macht hadden, vooral vanwege hun handels- (en daardoor financiële) positie..
De (erf)stadhouder, prins Willem V (zoon van stadhouder Willem IV en van de dochter van koning George II van Engeland en Ierland) kreeg het zwaar te verduren tegenover de Staten-Generaal en het volk. Het volk kwam in opstand om de rechten die ze meenden te hebben, desnoods met geweld te garanderen. Zij noemden zich patriotten. Het kwam zo ver dat de stadhouder op 15 september 1785 de wijk nam, eerst naar Breda en later naar Nijmegen. Zijn echtgenote, Wilhelmina, (een zuster van de koning van Pruissen) werd op 28 juni 1787 door de patriotten nabij Schoonhoven aangehouden. |
|
Erfstadhouder Willem IV |
Haar broer, de koning van Pruissen was kwaad over de belediging die “Hollandse boeren” zijn zuster hadden aangedaan en eiste genoegdoening. Hij beval een leger samen te trekken in het hertogdom Kleef. Al op 8 juli, slechts 1,5 week later, kreeg het stadsbestuur van Gennep een schrijven, waarin opgave gevraagd werd, van het aantal stallen voor plaatsing van legerpaarden, en ook van de hoeveelheid hooi, stro, haver, rogge en gerst, die in de stad aanwezig was. Verder werd bevolen dat de heirweg in orde gebracht werd en dat de aanbesteding van het transport van alle fourage: - duizend één en zeventig rations per dag – op zo kort mogelijke termijn zou moeten gebeuren. Op 27 Juli werd opgave gevraagd van 't getal stookplaatsen binnen de stad. Gennep kon zich gereedhouden voor de inkwartiering van een bataljon en twee compagnies soldaten. (ca 1100 soldaten) |
|
Pruissen rond 1790. Geheel links (groen) het hertogdom Kleef |
Op 11 Augustus kwam bevel, dat al het koren, zodra het in de schuur verzameld was, onmiddellijk moest uitgedorst worden, zodat het direct leverbaar was de eerste opeising. Bovendien moest aangegeven worden, hoe groot de veestapel was en hoeveel bewerkte wol men had.
En al snel lagen twintigduizend soldaten te Kleef en in de omliggende plaatsen zoals Goch en Gennep. Ruim 20 jaar nadat de Picardiërs uit Frankrijk Gennep hadden verlaten, was Gennep weer het haasje. Aan het hoofd van deze troepen, trok de hertog van Brunswijk (Braunschweig), veldmaarschalk van Pruissen, op 13 september, Nijmegen binnen. Hij rukte daarna verder op, zodat de moed van de patriotten snel was gebroken en zeven dagen later keerde prins Willem V naar Den Haag terug. Dit wordt de “restauratie” (van de macht) genoemd. Ter ere van die overwinning van de Pruissen werd in Berlijn het welbekende Brandenburger Tor gebouwd. |
|
Karl-Wilhelm-Ferdinand-von-Brunswijk-Wolfenbüttel |
Gennep aan het eind van de 18e eeuw: het blijven moeilijke tijden (deel II) |
In Juni 1789 brak de Franse revolutie uit. Op 14 juli 1789 volgde de bestorming van de Bastille en op 26 augustus 1789 volgde de Verklaring van de rechten van de mens en de burgers.
Op 3 september 1791werd een nieuwe grondwet goedgekeurd door de Nationale Vergadering. De koning kreeg de uitvoerende macht, maar zijn macht werd wel flink ingeperkt. De Assemblée Nationale Législative kreeg de wetgevende macht en vormde de echte machtsfactor in het nieuwe Frankrijk. Maar het ging economisch nog steeds niet goed. Een van de mogelijkheden die landen dan hebben is om oorlog te gaan voeren, onder het voorwendsel dat het buitenland schuldige van de problemen is. | |
Europa in 1790. Gennep, maakt deel uit van Hertogdom Kleef, dat weer onderdeel is van het koninkrijk (Brandenburg-) Pruisen. |
En in april 1792 verklaarde Frankrijk dus de oorlog aan Oostenrijk. In eerste instantie veroverde het Franse leger delen van de (Oostenrijkse) Zuidelijke Nederlanden, het huidige België, maar niet veel later werd het Franse leger tot diep in Frankrijk teruggedrongen. Het koningspaar (de vrouw van Lodewijk XVI was Oostenrijkse) kreeg de schuld van verloren veldslagen: ze hadden de vijand in het geheim om redding gesmeekt en gehoopt dat de oude toestand (die van vóór de Revolutie) weer hersteld kon worden. Op 21 september 1792 werd het koningschap afgeschaft. | ||
1792: in eerste instantie zijn de Franse aanvallen succesvol en veroveren ze een groot deel van de Zuidelijke Nederlanden (dat bij Oostenrijk (Habsburg) hoort. 18 December 1792 valt een voorhoede, een compagnie franse jagers, honderd man sterk, vanuit Goch Gennep binnen. |
Maar de geallieerden slaan snel terug en het tij keert. |
De regering werd omver geworpen en de koning, Lodewijk XVI, werd met de guiotine onthoofd (21 Januari 1793). De grote Mogendheden (of beter hun heersers), Engeland, Pruisen en Oostenrijk konden dit natuurlijk niet over zijn kant laten gaan. Engeland, Nederland en Spanje sloten zich aan bij Oostenrijk en Pruisen om tegen Frankrijk ten strijde te trekken. De Oostenrijkers heroverden de Zuidelijke Nederlanden en drongen Frankrijk binnen. Frankrijk zelf werd intern een politiestaat, dat zich door een "schrikbewind" probeerde te handhaven. Het christendom werd tot een verboden geloof verklaard en de christelijke kalender vervangen door een geheel nieuwe. Priesters en bisschoppen werden massaal vermoord.
Op 7 October verzocht de burgemeester van Gennep aan de regering te Kleef om bijstand. Hij kon onmogelijk de hoeveelheid haver en hooi verschaffen, welke vereist werd voor de troepen, die of de stad doortrokken of er hun nachtverblijf hielden, of aan de Maas allerlei benodigdheden kwamen halen. Gisteren, zo schreef de magistraat, hebben wij 162 en vandaag nog 154 ratioenen moeten uitgeven.
In de zomer van 1794 sloeg generaal Moreau, aanvoerder van de voorhoede van het franse noorderleger, zijn hoofdkwartier te Gelder op en voor het einde van de herfst, was geheel het land van Kleef in de macht der Fransen.
Veel mensen waren stiekum blij met de komst van dè Fransen en de kans op verbetering van hun omstandigheden. Maar dat duurde niet heel lang. Wel beweerden de Fransen, dat zij niet als vijanden, maar als vrienden gekomen waren, om ook de bewoners onzer streken de zegeningen der "vrijheid, broederschap en gelijkheid" te brengen, maar die vrienden zagen er erg gehavend uit; de klederen hingen hun bij flarden om het lijf en hun schoeisel was allerellendigst. Daarbij waren zij zeer dwingerig en inhalig en de zegeningen, die zij mede brachten, bleken hoofdzakelijk te bestaan in uiterst drukkende belastingen. Half November werd in Kleef en later ook in Gennep, onder veel lawaai, de vrijheidsboom in de stad geplant. De kerken en scholen werden tot magazijnen ingericht en de schilden en wapenborden, die aan het koningschap herinnerden, afgerukt en verbrand. De openbare godsdienstoefeningen werden afgeschaft, de processiën en kerkelijke begrafenissen verboden, de beelden en kruisen omvergehaald. En Gennep moest leveren: broden en ander voedsel, hooi en stro voor de paarden. En de wapens moesten worden ingeleverd. De Republiek der 7 Provinciën werd in 1795 ook overweldigd en de stadhouder vluchtte naar Engeland. De Republiek kreeg de naam de Bataafse Republiek |
|
In 1795 droeg de koning van Pruisen het gebied ten westen van de Rijn (inclusief Gennep dus) voorlopig aan Frankrijk over, totdat een definitieve regeling gemaakt was. |
Bij de aanvang van het jaar 1795, verscheen van de "administration d'arrondissement" te Gelder een bevel: dat aan het franse leger geleverd moest worden: 25156 paar schoenen; en dat met de verschaffing daarvan belast waren: de adel, de geestelijkheid en de welhebbende ingezetenen; 't kanton Kleef kreeg de levering van 5600 paar schoenen voor zijn rekening. Gennep werd aangeslagen voor 1200 paar. Een schrijven uit Gelder van de 28ste Januari, wees nadere personen te Gennep aan, die het schoeisel moesten verschaffen. De verdeling was als volgt: Jan van Bergen 50 paar, Jan Derks 95 paar, Cobes van Bergen 120 paar, Dirk Janssen 59 paar, Jan Mooren 50 paar, Dirk van Dick 120 paar, Thon van Dick 100 paar, Fredr. Scholten 95 paar, Fred. Hasselmans 40 paar, Gradus Heesen 50 paar, Fred. van Bergen 85 paar, Manes Scholten 10 paar, Willem Emming 35 paar, Willem Ysermans 50 paar, Daniël Woldenberg 30 paar, Hemd. van Dick 100 paar, Thon Seegers 40 paar, Evert Reiniers 20 paar, Dirk van Duiren 15 paar en Rosenboom 15 paar. Al die schoenen moesten na acht dagen gereed zijn.
Oeffelt werd op 29 december 1801 in bezit genomen in naam van het Bataafsche Volk. De eeuwenlange band tussen Oeffelt en Gennep was ten einde gekomen. Gennep was Frankrijk en Oeffelt hoorde bij de Bataafse Republiek. Overigens ging Oeffelt pas in 1803 officieel deel uitmaken van wat heette de Gecedeerde Landen. Op 20 september 1805 werd door de raadpensionaris Schimmelpenninck bekendgemaakt dat de Gecedeerde Landen op 26 september 1805 bij het departement Bataafs Brabant zouden worden gevoegd.
Na de vergeefse poging om Rusland en tsaar Alexander op de knieën te dwingen zijn de Fransen en Napoleon nog steeds niet verslagen, maar wel danig verzwakt. Men heeft gezien dat Napoleon niet onoverwinbaar is, en men sluit de handen ineen in een nieuwe coalitie tegen de Fransen. Duitse nationalisten, aangevoerd door Pruisische nationalisten en Russische leiders, roken hun kans en kwamen in opstand door de hele Confederatie van de Rijn en Pruisen. In 1813 zou Napoleon nog een leger van ongeveer 400.000 Franse troepen weten te verzamelen, gesteund door een kwart miljoen geallieerde Franse troepen om te strijden om de heerschappij over Duitsland in een nog grotere campagne. Bij de zeer grote en bloedige Slag bij Leipzig (ook wel Volkerenslag genoemd), van 16 oktober tot 19 oktober 1813, werd hij verslagen. | |
Frankrijk wordt teruggedrongen |
Na de veldslag van Leipzig waarbij Napoleon verslagen wordt, wordt baron von Stein belast met het voorlopig bestuur van het onruimde Rijnland. Het Rijnland inclusief Gennep is een soort niemandsland geworden, want Pruisen heeft het gebied afgestaan aan Frankrijk en Frankrijk heeft zich teruggetrokken op zijn vroegere grondgebied. De vorsten van de overwinnaars overleggen hoe het nu verder moet. De voormalige verdreven vorsten, worden allereerst weer gerehabiliteerd als legitieme heersers. De Oranje-Nassaus zullen worden aangesteld over Nederland , hoewel zij daar voorheen nooit een vorstelijke positie hadden bekleed. Maar waar moeten de grenzen liggen? |
|
situatie na de overwinning op Napoleon in oktober 1813. |
Er werd druk overleg gevoerd tussen de vorsten. De lappendeken aan kleine staatjes wil men niet meer en het moet wat meer logisch gemaakt worden. De eigen belangen gaan daarbij bij alle deelnemers aan de gesprekken natuurlijk voorop. De burgers en de bewoners van al die gebieden hadden helemaal geen inbreng. Het "Ancien Regime" bepaalde alles, en dan vooral (de vorstenhuizen van) Engeland, Pruisen, Oostenrijk en Rusland. Het Congres van Wenen maakte alle sociale verworvenheden van de Franse Revolutie in alle landen ongedaan gemaakt. Geen volksvertegenwoordiging en geen vertegenwoordiging van de naties. Bijeenkomsten zonder burgerlijke vertegenwoordiging. Terug naar af. Maar wel werden een aantal verworvenheden van de Franse tijd dankbaar voortgezet, zoals het bevolkingsregister en de diensplicht.
Op 26 juni 1815 zetten alle gedelegeerden de goedkeurende handtekening onder het Verdrag van Wenen. Gevoelens van nationalisme en liberalisme waren compleet genegeerd. Herstel van oude structuren en herordening van Europa was het belangrijkst. Landen werden zomaar verkaveld of samengevoegd zonder rekening te houden met nationale gevoelens, maar puur uit strategisch oogpunt, machtsbalans en de belangen en wensen van vorsten. Men zag ook niet in, dat de krachten die in de Franse Revolutie waren losgebarsten ook elders boven zouden kunnen komen en ook daadwerkelijk boven zouden komen. Er was besloten dat een strook van 1000 roeden ten oosten van de Maas zou worden toegevoegd aan het Koninkrijk der Nederlanden. De Gennepenaar wordt Nederlander. |
|
Landen in 1815, na het Verdrag van Wenen |
Dat de vorsten bij het verdrag van Wenen volledig voorbij gegaan waren aan de wensen en verlangens van het volk, bleek al snel bij de Belgische opstand in 1830. Dit leidde tot de onafhankelijkheidsverklaring van het huidige België op 12 november 1830. De toenmalige provincie Limburg (Belgisch Limburg + het huidige Nederlands Limburg) werden bij België ingedeeld. Gennep was Belgisch geworden.
Pas op 19 april 1839 werd de vrede getekend tussen het nieuwe land België en Nederland. De provincie Limburg werd opgedeeld in een Belgische gedeelte en een Nederlands gedeelte. En zo werd Gennep weer Nederlands. Dat opdelen had nogal wat voeten in aarde. Koning Willem I was zwaar teleurgesteld maar had weinig keus omdat de grote mogendheden achter de splitsing stonden. Het nieuwe koninkrijk België kreeg ook een groot deel van het toenmalige Luxemburg, maar dat gaf problemen in Pruisen. Luxemburg was namelijk ook lid van de Duitse Bond en De Pruisen wilden niet zomaar akkoord gaan met dit verlies. Een oplossing werd gevonden door de Nederlandse provincie (en hertogdom) Limburg (met uitzondering van Maastricht en Venlo) lid van de Duitse Bond te maken. Gennep werd zo niet alleen binnen het hertogdom Limburg en Nederland geplaatst, maar ook binnen de Duitse Bond. Dit lidmaatschap eindigde op 23 augustus 1866 met het verdrag van Praag. Einde duitse bond. Pruissen annexeert oa Hannover en Hessen en wordt definitief de bovenliggende partij in Duitsland, hetgeen weer leidde tot de oprichting van het Duitse keizerrijk (onder aanvoering van Pruisen) in 1871 |
||
Belgie (3) verkreeg deel van Luxemburg (4) en voor compensatie werd het Nederlandse Limburg (2) ook lid van de Duitse Bond. |
de Duitse Bond (voorloper van de huidige Bondsrepubliek) en de ontwikkelingen tot 1871 (ontstaan van het Duitse Keizerrijk) |
Het waren inderdaad roerige tijden voor Gennep. Niet alleen werd Gennep te pas en te onpas door buitenlandse legers overvallen en moest zwaar betalen voor onderdak, voeding enzovoorts, maar Gennep werd ook nog eens:
tot 1795: Pruisisch
van 1795-1801: bezet door Frankrijk
Vanaf 1801: Frans
Vanaf 1814: behorend tot de generaliteitslanden (onduidelijk wie het zou worden)
Na 1815: Nederlands
Na 1830: Belgisch
Na 1839: Nederlands.(en ook nog bij de Duitse Bond horend)
Na 1866: alleen nog maar Nederlands.
In een vreemde, want bij elkaar geraapt Hertogdom Limburg, dat niet eens als volwaardige provincie werd beschouwd.
Om de inkwartiering en de last voor Gennep beter te begrijpen hieronder 2 kaarten. De 1e van de ligging van Gennep in het hertogdom Kleef en de 2e kaart van begin van de 19e eeuw toont de bebouwing van/in Gennep. Gennep had toen tussen 180 en 185 meestal kleine woningen.
ligging van Gennep en Genneperhuis in de 18e eeuw. Aan de overzijde van de Maas lag Oeffelt, dat bij Gennep hoorde |
Kadastrale tekening van Gennep aan het begin van de 19e eeuw (vandaar ook de Franse teksten). Gennep herbergde toen minder dan 200 gezinnen. De Zandpoort en de Nierspoort waren in de franse tijd afgebroken. De Maaspoort stond nog op deze tekening, maar zou later ook gesloopt worden. De windmolen die midden van de 19e eeuw zou afbranden stond nog op de vroegere toren van slot Loonenstein (circel rechts, boven het woord Feuille). |