Hoe Gennep verging in de stadsbrand van 1597, maar weer verrees |
door Wiel van Dinter
Na 1562
Het straten- en huizenoverzicht van Gisbert van Randwick uit 1562 (zie artikelenreeks Wie woont waar in Gennep in 1562 ) verandert in de jaren daarna nauwelijks qua omvang en structuur binnen de stadsmuren. In 1563 schudt heel Gennep op zijn grondvesten door een hevige, ‘n kwartier aanhoudende aardbeving. Het jaar 1589 brengt weer heel Gennep in beroering. Nu omdat de drost van Gennep, Diederik van Boetselaar, drost van Gennep, het vissen op de Niers tussen het Genneperhuis en de watermolen verbiedt. Hij ontneemt Gennep daarmee essentieel volksvoedsel. Burgemeester en schepenen klagen bij het hoge gerecht in Kleef en winnen de rechtzaak.
Oorlog Er gaat een veel ernstigere zaak een rol spelen. De spanningen tussen het Spaanse bewind over de Noordelijke Nederlanden en de gereformeerde adel aldaar monden uit in een langdurige oorlog (1568-1648) . Het aangrenzend hertogdom Kleef (zonder krijgsmacht) moet toezien hoe de legers van beide oorlogvoerende partijen bij tijd en wijle door het Kleefse land trekken, steden en dorpen bezetten en de weerloze bevolking dwingen te fourageren. Het agrarische hertogdom Kleef mèt Gennep raakt verwikkeld in een oorlog, die niet de hunne is. |
|
dit is een prent van Gennep Braun-Hogendorp uit de Atlas der steden van de wereld uit 1576. En dus een prent hoe Gennep er voor de stadsbrand uitgezien moet hebben. |
Soldaten
Heeft Gennep april 1597 weer een doortrekkende legertroep te herbergen? We hebben er geen archiefstuk van. De bevolking is gewend na zonsondergang geen open vuur te branden. Maar een stadswacht staat machteloos tegen nonchalante, zorgeloze soldaten, die ook nog een andere taal spreken. En het kan in april 's nachts nog behoorlijk fris zijn.
Vuurstorm De Gennepse deken haalt zijn kennis uit de inmiddels zoek geraakte parochiekroniek St.-Martinus door pastoor Emericus Krift (Gennep 1647-1695) . Als we het stratenpatroon en de huizen daar langs van 1562 in acht nemen, kan het bijna niet anders dan dat de tien overgebleven woningen de vrijstaande huizen in de buurt van de kerk (die ook gespaard bleef) zijn. In de vijf enge straten stonden de huizen dicht naast of tegen elkaar. Het merendeel was uit hout met leem opgetrokken en gedekt met stro of riet. De vuurstorm en vonkenregen deden in enkele uren hun verwoestend werk. In paniek vluchtte de bevolking de stad uit. In een paar uren verging Gennep in die aprilnacht. |
|
In die tijd was er nog geen stromend water en waren er geen pompen. De enige manier om water te krijgen was door die met dit soort waterzakken uit de Niers en de gracht te halen en die dan via een menselijke ketting naar de brandhaarden te brengen. Een bijna hopeloze onderneming |
deel 2
Evacuatie
De regering in de hertogstad Kleef kreeg de onheilstijding dat Gennep in brand stond, in de ochtend. De totale bevolking moest opgevangen worden. Voor het landsbestuur was dit niet de eerste stadsbrand in het hertogdom. Voor zo ver de daklozen geen opvang vonden bij familie buiten Gennep werd een totale evacuatie voorbereid. Het Gennepse stadsbestuur installeerde zich in de gespaard gebleven huizen en trad via de drost op het Genneperhuis in overleg met de hoge regering in Kleef over de ruiming van de chaos en hoe nu verder.Geldnood
De rooftochten van de doortrekkende buitenlandse legers vergrootten de chaos in het Kleefse landsbestuur, dat zelf in financiële nood geraakte. Centraal bestuur functioneerde nauwelijks nog. Stad en dorp waren door de vreemde legers steeds meer op zichzelf aangewezen.. De Gennepse stadsbrand was op een allerongelukkigst tijdstip gekomen.deel 3
Na de brand
Na de totale leegstroom van Gennep bij de stadsbrand van 1597 namen de achtergebleven leden van het stadsbestuur –zoals we zagen- intrek in de gespaard gebleven tien huizen in de nabijheid van de kerk (‘de kerkbuurt'). De drost op het Genneperhuis leverde een tiental soldaten, die dag en nacht de wacht betrokken bij de openstaande stadspoorten tegen ongewenste ‘bezoekers'. Landsdelen in de omgeving zorgden voor proviand. Kruisheren uit St-Agatha staken de Maas over voor het geestelijk heil van het groepje achterblijvers.
Herbouw
Na enkele weken kwamen er mannen terug van hun evacuatieplaats om te zien wat er van hun huis was overgebleven. Op last van de bewaking meldden zij zich bij de burgemeester en kregen ze toestemming uit de puinhoop van hun huis alles te verzamelen wat nog bruikbaar was. Ze overnachtten in tenten buiten de stad of bij boeren in de omtrek. In opdracht van de burgemeester moesten ze zich ook een dagdeel beschikbaar houden voor het begaanbaar maken van de straten in de stad. Zo werd er enkele weken na het grote vuur gesproken over plannen van wederopbouw. kaart van de situatie: Hertogdom Kleef, Spaans gebied (Brabant) en GeldernKleefs gebaar
Nu gingen de houthakkers aan het werk. Zij hakten de bomen om en zorgden dat de bomen verwerkt werden tot vervoerbare delen bij de brandgang. Een stadsdelegatiekwam de slagen hout controleren en fêteerden de houtkakkers gul op bier bij Bossmans. Ettelijke voerlui kwamen in actie om het hout in Gennep te krijgen. De transsportkosten bedroegen vele guldens . En het nodige bier. Gratis was dit hertogelijk gebaar dus geenszins!
deel 4Inkomsten
Het stadsbestuur van het platgebrand Gennep moest veel bouwkosten zelf financieren ondanks vele hulp van buiten. We zagen, dat alleen de bijna maandelijkse houttransporten handen vol geld kostten. De stad had -zo blijkt ui de reeds aangehaalde jaarrekening 1603- ondanks alles toch ook nog vaste inkomsten. Zo moest het landverkeer altijd door het stadje, en bracht daardoor 'poortgeld' op. Verder waren er inkomsten door pachtgelden, belastingen en accijnzen. Ook het kopen van burgerschap door nieuw inwoners en de waag (weeggeld) genereerden geld. Ten slotte leende de stad geld bij adellijke huizen in de omtrek en gemeenten in het Brabantse (Boxmeer).Bouwstop
De voortgaande oorlogstijd veroorzaakte steeds weer stilstand in de herbouw. Arbeiders uit de regio bleven soms wekenlang weg van de bouw, omdat de wegen onveilig waren en aanvoer van bouwmateriaal stokte. Het aantal bouwvallen langs de straten nam dus daardoor maar zeer langzaam af. Mensen besloten niet meer naar Gennep terug te keren of hadden geen geld om een schamel optrekje te realiseren.
Populair
De hertogelijke bestuurscrisis duurde voort tot 1609, toen hertog Johan Willem zonder opvolger stierf. Drie zwagers maakten aanspraak op de erfenis, onder wie de zwaargewicht Johan Sigismind, de keurvorst van Brandenburg. Deze eigende zich het hertogelijk deel Kleef (met Gennep) toe. Hij hield van aanpakken. Al voor een definitieve erfdeling liet hij zijn wapen op de stadspoort van Gennep bevestigen. Gennep maakte meteen van de gelegenheid gebruik en riep bij de keurvorst de hulp in om na 13 jaar een nieuw raadhuis te krijgen. De keurvorst zag een mooie gelegenheid populariteit te winnen. Johan SigismindGrunewaldCreatief
Keurvorst Johan Sigismund gaf het Kleefs bestuur opdracht een bouwmeester voor te dagen. De keuze viel op de reeds bekende Willem van Bommel uit Emmerik. Deze had zijn sporen al verdiend in Keppel, 's-Heerenberg en Venlo. Hij toog in 1610 via Goch naar Gennep en kwam over de Goghse straet (later: Picardie) bij de Sandtporten. In de poort bleef hij staan en keek de lange Zandstraat door met links en rechts nog open plekken tussen de nieuwe huizen. Ginds aan het einde van de straat zag hij een grote open ruimte met rechts de kerk en enkele verspreid liggende oude huizen. Daarachter de stadsmuur. Zijn creatieve geest zag meteen de ideale bouwplek voor het nieuwe ‘huis der stad'.Zicht-as
Hij liep opmerkzaam rondkijkend de Zandstraat in met op de open plekken nog de sporen van de fatale brand. Links midden in de straat de grote open ruimte met de nog aanwezige overblijfselen van het oude raadhuis. Aan het einde van de straat stond Van Bommel peinzend stil. Hij keek om en zag in de verte de Zandpoort. Ja, hij stond hier voor de ideale plek van bet toekomstig raadhuis. Het gebouw met daarvoor het marktplein was de afsluiting van de zichtas. Wie door de belangrijke Zandpoort Gennep binnenkwam, zag meteen het voornaamste gebouw, het centrum van de macht.
Schets
Willem van Bommerl maakte zijn opwachting bij het stadsbestuur op de hoek van de Niersstraat. Tijdens het gesprek liet hij de bestuurders tekeningen zien van zijn gerealiseerde gebouwen. Hij schetste voor de heren zijn eerste ideeën voor Gennep: de situatieschets van de Zandstraat met het nieuwe gebouw en plein daarvoor. Hij tekende rechts van het raadhuis een nieuwe weg naar de kerk, en links een nieuwe weg naar de schuttersdoelen. Burgemeester Gerrit van Sambeck, rentmeester Jacob van Langen en de andere schepen enraadslieden waren enthousiast. De rentmeester vroeg om een kostenplan. De bouwmeester zou binnenkort met gedetailleerde plannen terugkomen. De stadsbode liep die week nog met een verslag van het onderhoud naar het landsbestuur in Kleef.Zie voor bouw vh stadhuis:
W.S. van Dinter, Het stadhuis van Gennep door de eeuwen heen. Gennep 1998. tekening van Jan de Beijer uit 1741 van het eveneens door Willem van Bommel ontworpen stadhuis van Venlo
SlotConflicten
Toen bouwmeester Willem van Bommel zijn bouwplannen ontvouwde, was de strijd om de erfenis van de laatste hertog van Kleef op diplomatiek terrein nog in volle gang. De keurvorst van Brandenburg hield zijn claim op het Kleefse gebied stevig in handen. Bij de eerste overeenkomst (Verdrag van Xanten, 1614) behield hij vooralsnog zeggingschap over het Kleefse gebied. Het stadsbestuur van Gennep moest zich voor alle hulp en steun tot deze niet onwelwillende keurvorst in Berlijn wenden. Ook de oorlog tussen de Republiek en Spanje ging ondertussen onverminderd door. De Republiek (de Oranjes) had in de keurvorst door familiebanden een sterke bondgenoot. Prins Maurits kon zich nu met zijn legers legitiem – zij het tegen betaling!- door het hertogdom Kleef bewegen. Voor de bewoners bleven het soldatenlegers, die zij moesten herbergen en voeden.Vertraging
De bouw van he nieuwe raadhuis begon dus in een tijd met onvoorspelbare oorlogshandelingen en troepenbewegingen tussen Spaanse en Staatse legereenheden. De aanvoer van bouwmaterialen was altijd onzeker. Wat over de Rijn Gennep als eindbestemming had, moest over de weg naar Gennep; en had vaak te lijden van overvallen door groepjes gedeserteerde/ontslagen soldaten, die losgeld eisten. Ook verkeer over de Maas kon weken lang stil liggen door een militaire schipbrug over de rivier. Zo bezette prins Maurits in 1614 het (Kleefse) Genneprhuis om het Maasverkeer voor de Spanjaarden in Venlo te ontregelen. Aanvoer voor de raadhuisbouw uit Z. Limburg en België (stenen, kalk, kolen) was daardoor maanden geblokkeerd.
Beeltenis
Geen wonder dat de bouw met horten en stoten vorderde en het gebouw pas omstreeks 1617 klaar was. Dan wordt pas een lijst besteld voor een beeltenis van keurvorst Johan Sigismund van Brandenburg, die de in gebruikname van de ‘raadskamer' zal symboliseren. Gennep is dan een gebouw van grootse allure rijk, dat tè groots en geldverslindend voor de enkele honderden inwoners zal blijken te zijn. Nog te veel open gaten langs de straten herinneren aan die nacht in april 1597. Maar Gennep is trots op zijn nieuwe hart met links en rechts een nieuwe straat, waar langzaam aan nieuwe huizen verrijzen. prent van Jan de Beijer (1741). Inmiddels was ook de NH kerk gebouwd, zodat het aanzicht van Gennep vanaf het midden van de 17e eeuw gekarakteriseerd wordt door de 3 torens. Martinuskerk, stadhuis en NH kerkNieuw
De Groete straet van 1562 kreeg geleidelijk een nieuw aanzicht, met huizen van steen, en een moderne naam: Sandtstrait . De straat mondde immers uit op het hoogste punt van de stad met altijd al de naam tSandt . De naam voor de nieuw aangelegde verbinding naar de St-Martinuskerk lag voor de hand: Kerckstraet . Het stadsbestuur had daar direct de nieuwe Waegh gepland. Met steun van Kleef verscheen het nieuwe gasthuis op de oude plek in de Holtstraet. Door gebrek aan bouwmateriaal duurde het meer dan 15 jaar voordat de door het vuur geteisterde stadspoorten weer bewoonbaar waren.
Eerste fase
In september 1614 brak in de Molenstraat opnieuw brand uit. Ee aantal nieuwe woningen aan de oostkant van de Zandstraat ging in vlammen op. Stopte een nog braak liggend deel van de straat het vuur vanzelf ? Wederom konden burgers opnieuw beginnen. En dat bij de vele open percelen, waarvan de eigenaars de herbouwkosten nog niet bijeen hadden. Maar toen het nieuwe raadhuis van Gennep in gebruik kwam, gaf dat een blijvende stimulans tot volledige wederopbouw van het nieuwe Gennep. 1758: Oudst bekende gravure van het stadhuis. Ets van P van Liender naar een tekening van Jan de Beijer uit 1641. Deze tekening wijkt iets af van de gravure en is inmiddels in Gennep's bezitEinde