Ik ben trots op je, pap! |
Intro:
Mijn vader is op 14 mei 1920 geboren. Hij studeerde bouwkunde aan de Koninklijke School voor Kunst, techniek en Ambacht' in Den Bosch. Hij had graag naar de technische universiteit in Delft gewild, maar dat was voor een simpele Gennepse jongen (financieel) niet haalbaar.
De school in Den Bosch heette op dat moment een MTS en was het hoogste beroepsniveau vóór het universitair onderwijs [foto MTS]. (In 1957 veranderde het onderwijs systeem en werd de MTS door Cals omgevormd tot tot HTS. Er kwam een nieuwe opleiding tussen die MTS werd genoemd). | |
Frans Teunissen op school in den Bosch |
Na zijn studie werd hij op 29 mei 1943 aangesteld als ambtenaar bij Bouw Woning en Welstandstoezicht in Noordoost Brabant met een salaris van fl. 95,79 per maand [aanstellingsbrief]. Na het opheffen van die regionale dienst in 1952, werd hij adjunct hoofd van de dienst gemeentewerken Land van Cuijk. Per 1 december 1953 werd hij aangesteld als directeur Openbare Werken van de gemeente Gennep als opvolger van H. Heijs. Zijn collega's in Brabant maakten een afscheidsgedicht. “Toch roepen wij proficiat, met uw benoeming in de stad”. [afscheidsgedicht] Als directeur Openbare Werken werd je indertijd ook meteen commandant van de (vrijwillige) brandweer van Gennep. En dat levert leuke verhalen op. Ikzelf ben geboren in 1955 en herinner me nog goed dat zijn brandweer-uitrusting voor in de gang hing. Er hing een bakelieten telefoon met draaischijf (nummer 476) aan de muur en daarnaast een kapstokje met 2 hoorns. Daaraan hing een werkelijk loeizware halflange leren jas, met daarboven de witte helm van de brandweercommandant. Wij moesten daar natuurlijk van af blijven. Maar (jongetjes hè) ik heb die jas een keer van die kapstok getrokken. Ik kreeg hem niet terug op de kapstok. Veel te zwaar. Het commentaar kunt u raden. Ik kreeg op mijn donder. |
|
Maar van de grootste brand, die hij als brandweercommandant meemaakte, heb ik niets meegekregen. Die gebeurde op 27 mei 1957, waarbij het nablussen duurde tot maar liefst 1 juni. Dat was de grote brand op de papierfabriek. Die brand leidde bijna tot de volledige verwoesting van de Page. De gevolgen zouden onoverzienbaar zijn geweest met het verlies van heel veel arbeidsplaatsen tot gevolg, want de Page was niet verzekerd voor bedrijfsschade. Het was wellicht het einde geweest van de Page. Dankzij een rapport van de commandant van de brandweer van Venlo, die ook ingeschakeld waren voor het bluswerk, hebben we een verslag van die brand. [Verslag brand door dhr. Woudberg, toen commandant van de brandweer van Venlo -archief Page]. En van dat verslag word ik extra trots op mijn vader.
In het verslag staan 3 voorbeelden, waaruit de brandweercommandant aangeeft dat er uitstekend gehandeld is en de juiste keuzes zijn gemaakt, die mede ertoe hebben geleid dat de brand niet het einde van het bedrijf Page betekende.
Dat is ten eerste het besluit van Frans om direct na een eerste verkenning te concluderen dat opgeschaald moest worden en dat de brandweerkorpsen van Venlo en Nijmegen moesten worden ingeschakeld.
Dat is ten tweede zijn plan en idee om door de slangen van de verschillende korpsen aan elkaar te koppelen op 800 meter afstand water uit de Niers te kunnen halen voor de blussing. De papierfabriek was namelijk niet voorbereid op een dergelijke brand en er was ook veel te weinig bluswater voorhanden. Het doorkoppelen was nog niet zo simpel omdat de koppelingen toen nog niet gestandaardiseerd waren.
Dat is ten derde zijn keuze om de brand de brand te laten en de aandacht vooral te richten op het behoud van de machinehal. Met meer dan 12 stralen van de brandweerkorpsen van Gennep, Venlo, Nijmegen, Boxmeer, Mill, Cuijk, Ottersum en de brandweer van de Zuid-Ooster is dat gelukt, waardoor de Page binnen enkele weken weer de productie kon hervatten en een groot baanverlies in Gennep en misschien het einde van de Page kon worden voorkomen.
Al met al was het succesvol. Er moest nog tot vrijdag 1 juni worden (na)geblust, maar het bedrijf werd gered. Al op woensdag kon Rijssenbeek aan de pers mededelen dat het bedrijf gered was en dat de productie over enige dagen zou worden hervat. |
Misschien is het dus wel aan mijn vader te danken dat ikzelf 16 jaar later gedurende mijn studietijd in de zomermaanden vakantiewerk kon doen bij de Page, 3 jaar in de 5 ploegendienst aan de PM5 en 1 jaar in de verwerking (verpakkingslijnen).
Die onkreukbaarheid, dat iedereen gelijk is, maar vooral dat behulpzaam zijn, daar ben ik eigenlijk nog veel trotser op, dan op het zijn van een capabele brandweercommandant. Maar het laatste is natuurlijk wel spannender.
Bij de herindeling per 1 januari 1973 kwam zijn rol als directeur openbare werken ten einde. Hij zat toen ook niet lekker in zijn vel. Als je volstrekt integer bent en ook nog empathie voor anderen hebt, dan heb je het als persoon waarschijnlijk zwaarder dan dat je vooral naar jezelf kijkt en meer flierefluitend door het leven gaat.
Frans Teunissen met zijn 2 oudste kinderen, Jos (links) en ikzelf (rechts) |
Frans met zijn karakteristieke haardos achter zijn bureau op het stadhuis. Hij zat op de 1e verdieping en uit zijn raam keek ie uit op de burgemeesters-woning (in 2020 villa Voss) |
In 1968 was Frans 25 jaar ambtenaar en werd dit gevierd in de Raadszaal van de gemeente Gennep. Vrouw, kinderen en een trotse opa waren er ook bij. |