De (oude) Martinustoren

door
Wiel van Dinter

Begin 1869 startte men met de bouw van een nieuwe portaaltoren vóór de Sint Martinuskerk aan de Torenstraat (tot 1973: Kerkstraat). Komend jaar, 2019, is dat dus 150 jaar geleden. Reden om hier de geschiedenis van deze toren eens kort te beschrijven. Tevens een aansporing dit gedenkjaar niet ongemerkt te laten voorbij gaan.

Ganapja
Toren (en kerkschip) stonden op de plek, waar gedurende ruim twaalf eeuwen de katholieke erediensten plaats vonden. Vanaf de tijd van Sint Willibrordus (8 ste eeuw) was hier het centrum van het katholieke leven in de regio. In het eertijds Ganapja woonden toen enkele honderden mensen bij elkaar. In deze gekerstende kleine woongemeenschap was een gebedshuis op zijn plaats. Onder invloed van Sint Lambertus verrees hier een houten paalkerkje.

Groei
In de 19 de eeuw kent Gennep een aanzienlijke bevolkingstoename. Tussen 1820 en 1860 stijgt het aantal inwoners met 40%. De kerk uit de 17 de eeuw wordt te klein. Kerkgangers staan ‘s zondags soms tot onder de toren en zelfs buiten. De kerk vergroten is de enige oplossing. Maar hoe? Wat is de minst dure oplossing?

Op de oudste gravure die van Gennep bestaat, in de atlas "de steden van de wereld", zien we de Martinuskerk prominent aanwezig

Op deze plattegrond die gemaakt is van de archeologische opgravingen in 1948, is de fundering van de oorspronkelijke toren nog goed te herkennen

De keuze
De kerk ligt oost-west georiënteerd in een hoek bij de noordelijke stadsmuur. Uitbreiding naar het oosten betekent hier: een nieuwe apsis met herplaatsing van gebrandschilderde ramen, een nieuw priesterkoor, herplaatsing van altaren en de bouw van een nieuwe sacristie. Een kostbare oplossing dus.
Uitbreiding in westelijke richting leidt tot een nieuwe orgelgalerij en herplaatsing van het orgel. De oude, middeleeuwse klokkentoren moet worden gesloopt en een nieuwe kerktoren voor het aangebouwde deel van het kerkschip. De bestaande toren is al eeuwen oud, en heeft zijn beste tijd gehad. De sloop zal misschien een rijkssubsidie losmaken wegens instortingsgevaar. De ‘kerkfabriek' (kerkbestuur) kiest voor uitbreiding naar het westen.

Op deze foto uit ca 1874 (of eerder) zien we kapelaan Billekens, die toen ook directeur (dirigent) van de harmonie was

Aanloop
De eerste uitbreidingsplannen dateren uit 1860. Het kerkbestuur klopt aan bij de gemeente Gennep, het hertogdom Limburg en het bisdom Roermond om subsidies. Ambtelijke molens malen langzaam, heel langzaam. Er gaan jaren voorbij zonder toezeggingen. De gemeente schakelt wel een ingenieur van Waterstaat in. Deze rapporteert dat de bestaande toren een gevaar voor de openbare veiligheid wordt. Daarop wordt de toren in 1864 grotendeels afgebroken.

Financiën
De in 1862 te Gennep benoemde kapelaan Ger. Nic. Billekens tekent, beïnvloed door de bekende architect Pierre Cuypers, gratis een nieuwe klokkentoren, die voor het verlengde middenschip moet komen. Verdere bouwtekeningen, bestek en uitvoering vragen een bedrag van fl. 16.629. Met eigen geld (opbrengst van pachten), een subsidie van het bisdom, een parochie actie en van bij particulieren geleend geld besluit het kerkbestuur in 1869 niet langer te wachten. De bouwplannen worden gerealiseerd.

Eigen bouw
Zo verrijst in dat jaar onder toeziend oog van de ontwerper kapelaan Billekens de nieuwe, neogotische toren voor het vergrote middenschip. Bij de fundering gebruikt men de eeuwenoude, beproefde methode van koeienhuiden. Daarop komt de nieuwe, slanke toren van 50 meter hoog te staan, gebouwd door Gennepse bouwlieden onder leiding van een Gennepse bouwmeester. ‘Half Gennep' staat te kijken wanneer een jonge timmerman met de torenhaan op zijn rug naar het topje van de torenspits klimt om de haan te bevestigen. Er gaat gejuich op als de jongeman weer met zijn voeten op de aarde staat. De deken complimenteert hem en geeft de onverschrokken werkman een zilveren gulden.
Roof
Deze toren van 1869 zou tientallen jaren de beproevingen van ons klimaat doorstaan. Aan zijn voet zouden jong en oud, rijk en arm, geestelijke en leek de kerk in en uit gaan. Voor de schipper op de Maas en de reiziger op het land was hij een herkenningspunt. Zijn klokken gaven het levensritme van de zon- en werkdagen aan. Begin december 1942 werden twee van de drie klokken op Duits bevel uit de toren geroofd om omgesmolten te worden tot oorlogstuig. Gelukkigerwijs ontsprongen zij dat lot en kwamen ze na de bevrijding weer terug in de toren.

Beukend geweld
Het zwaarst te verduren kreeg hij het in de frontmaanden van 1944-45 als doelwit van de beschietingen vanuit Brabant. De spits leek tenslotte gatenkaas, het metselwerk werd door inslaande granaten hevig gebeukt. Maar klein kregen de kanonniers hem niet. D 'oorlogswoede beukte hem hevig, maar na de bevrijding stond hij - zij het zonder de weerhaan- fier overeind.

Symbool
Toen de Gennepse burgers in de lente van 1945 terugkeerden van een gedwongen evacuatie, troffen ze de protestantse en katholieke kerk zwaar beschadigd aan. Het middenschip, de zijbeuken en de kinderkapel van de Martinuskerk waren grotendeels verwoest. Vraag was: wederopbouw ter plaatse of nieuwbouw op een meer centrale locatie in Gennep. Het kerkbestuur koos voor het laatste.
In 1954 werd de oude kerktoren een zwijgende toren, omdat de drie luidklokken overgeplaatst werden naar de nieuw gebouwde kerk aan de Zuid-Oostwal. De vraag doemde toen op: moet de oude toren nog blijven staan? Op aandringen van de bevolking bleef de toren, die geen kerktoren meer was, behouden als symbool voor de bakermat van christelijk leven op die plek in Gennep.

de 3 luid-klokken in de toren van de nieuwe Martinuskerk

Overdracht
Met geld van de oorlogsschaderegeling laat het kerkbestuur de zwaar gehavende kerktoren opknappen. Maar geld voor grondig herstel is er niet. De toren verpaupert gedurende de volgende decennia. In de meest kommervolle jaren groeien berkenstruikjes uit de galmgaten! In 1974 geeft het kerkbestuur het eigendom van de toren voor het symbolische bedrag van één gulden over aan de gemeente Gennep.

eschiedenistoren
De gemeentelijke monumentencommissie studeert op een plan de toren een voor toerisme aantrekkelijke, museale functie te geven. De gemeente zint op financiële middelen voor een inrichting als toonbeeld van cultureel-historisch erfgoed. Het lukt de gemeente in 2008 rijkssubsidie te krijgen voor een volledige restauratie van de oude klokkentoren. In 2009 en 2010 vindt die restauratie plaats en wordt het inrichtingsplan uitgevoerd. Op 2 oktober 2010 wordt de geschiedenistoren feestelijk geopend en heeft de voormalige kerktoren uit 1869 zijn nieuwe, interactieve functie als toeristische trekpleister in Gennep.

de toren in de steigers
de torenspits wordt terug geplaatst en het haantje wordt op de spits gezet op 19 mei 2010
en er was natuurlijk een hele ceremonie bij de opening van de gerestaureerde toren op 2 oktober 2010