Verwoestende brand legt Gennepse Martinuskerk in de as

Op 15 april 2019 werd de wereld opgeschrikt door een grote brand in de Notre Dame in Parijs, die zeer grote schade aan de kathedraal veroorzaakte. 6 eeuwen daarvoor, aan het begin van de 15e eeuw zo rond 1420 verwoestte een brand de Martinuskerk in Gennep.De„Neerlandia Catholica” vehaalt dat de kerk in de 15 de eeuw was verbrand en weer herbouwd. Het exacte jaartal is onbekend, maar omdat de grote luidklok van de Martinuskerk van 1434 dateert is het aannemelijk dat die gegoten werd voor een nieuw gebouwde toren, die tenslotte tot 1869 dienst bleef doen.

Op 15 april 2019 was er een verwoestende brand in de Notre Dame in Parijs
 
 
6 eeuwen daarvoor (rond 1420 is de aanname) stond de Martinuskerk in Gennep in lichterlaaie. De kerk had er in die vorm waarschijnlijk ruim 100 jaar gestaan. Het electriciteitshuisje stond er toen natuurlijk nog niet, maar heb ik erbij gezet ter orientatie. We weten uit de "Neerlandia Catholica" dat de kerk in de 15e eeuw is afgebrand. De grote luidklok dateert van 1434 en moet van na de brand zijn. Vandaar dat we kunnen afleiden dat de brand daarvoor en dus vermoedelijk rond 1420 moet zijn geweest.

Meer dan 400 brandweermensen bestreden de brand in de Notre Dame, met hoogwerkers, waterkanonnen en er werd zelfs gesuggereerd om blusvliegtuigen in te zetten. Niets van dat alles 6 eeuwen geleden bij de brand van de Martinuskerk. Er bestonden nog geen pompen en ook geen brandweer.

Van de burgers werd verwacht dat ze kwamen helpen. Water moest gehaald worden met leren emmers, die men in een rijtje door gaf. Het water werd gehaald uit de gracht naast de kerk. Men liet de leren brandemmers aan een touw zakken tot deze vol waren. Maar ook werd water gehaald uit de Niers. De 100 jaar daarvoor gebouwde stadsmuren vormen nu een belemmering om het water via de kortste weg uit de Niers te halen. De stadsmuren verhinderden dat en men moest naar de Nierspoort om bij het water te kunnen. Bij dergelijk gebrek aan middelen was de kans op een succesvolle blussing dan ook heel klein. Dat was normaal in die tijd. Uit laten branden en proberen te zorgen dat een brand niet overslaat op de naastgelegen bebouwing.

leren waterzak /emmer voor brandblussing

Gelukkig stond andere bebouwing ver weg, zodat er weinig gevaar was voor de overslag van de brand naar andere gebouwen. Dat zou wel het probleem worden in 1597 toen een grote stadsbrand het grootste gedeelte van Gennep in de as legde, maar niet de Martinuskerk.

Bij de brand van de Martinuskerk stonden de gebouwen aan de noordzijde van de kerk, bij de stadsmuur het meest dichtbij. Daar stond onder andere in de noord-oosthoek van de stad het bolwerk, waarvan de kruisgewelven en funderingen recent werden aangetroffen bij de vernieuwing van de stadsmuur op het kerkhof hield stand.

de in 2003 blootgelegde gewelven van het voormalige bolwerk

Hoe de brand ontstaan is, is onbekend. Blikseminslag?, een omgevallen godslamp of andere olielamp?, of een andere oorzaak?

Maar laten we eerst terug gaan in de tijd, waarom op deze plek een kerk gebouwd is...

De Martinuskerk stond naar schatting al 7 eeuwen op die plek.

Rond het begin van de jaartelling zag het landschap, waar nu Gennep ligt, er uit zoals links op de afbeelding. Een rivierplateau met stuifduinen tussen Maas en Niers en bij een doorwaadbare plaats in de Niers. Een prima vestigingsplaats voor mensen. Dichtbij water, op een hoogte en beschermd door het water. Het water dat voedsel verschafte, want zeker de Niers zat vol met vis. Vondsten uit de bronstijd en ijzertijd aangetroffen bij archeologische opgravingen laten zien dat mensen deze plek al vroeg gevonden hebben.

Toen in 1953, na de 2e wereldoorlog de huidige Martinuskerk gebouwd werd in de Blaotenkamp werden restanten gevonden van een Romeinse begraafplaats (nummer 1 op de afbeelding hierboven). Er werd veel Romeins aardewerk gevonden bij het uitgraven van de fundering. Een aantal van deze vondsten zijn anno 2019 nog te zien in museum de Crypte. Op de foto rechts een foto van een aantal van de vondsten. Deze begraafplaats is volgens de archeologen in gebruik geweest van ca 85 jr na Christus tot ca 225jr na Christus. Die datering werd gedaan aan de hand van voorwerpen en sieraden, die de doden in hun graf hadden meegekregen. Ook werd een vloertje van maaskeien aangetroffen.

 

 

 

Het zou logisch zijn dat dergelijke begraafplaats in de buurt van een nederzetting moet hebben gelegen. Of dit in de huidige oude kern geweest zal zijn? Maar wat is er na 225 na Christus gebeurd, toen er op die plek blijkbaar geen begravingen meer plaats vonden?

In het voorjaar van 1994 werd bij archeologisch onderzoek van een groot bouwterrein tussen het toenmalige bejaardenhuis en de Touwslagersgroes (nummer 2 op de eerdere situatietekening) opnieuw een begraafplaats gevonden. Archeologen concludeerden dat die begraafplaats waarschijnlijk tussen 400 na Christus en 700 na Christus in gebruik is geweest. Geheel rechts een aantal foto's uit 1994. De begraafplaats was blijkbaar verplaatst. Hieronder staan afbeeldingen van een aantal vondsten bij die opgravingen.

opgravingen Gennep west in 1994

Recente hoogtekaart van de omgeving waar de vorm die lijkt te wijzen op een romeins legerkamp te zien is.

In 1989 startte een groot onderzoek aan de Stamelberg/Maaskemp dat een voor Nederland unieke Frankische nederzetting bloot legde. Uit de vondsten en het onderzoek concludeerde men dat die nederzetting rond 375 na Christus gesticht zou moeten zijn. Er waren bouwwerken van 20 tot wel 60m lengte. Aardewerkvondsten dateren tot voorbij 600 na Christus. De locatie van deze nederzetting is bij nummer 3 op de eerder situatietekening. Nummer 3a geeft overigens de plaats aan waar op recente hoogtefoto's een duidelijk vierkant te herkennen is, hetgeen zou kunnen wijzen op de locatie van een Romeins castellum. Ook zijn er vermoedens over een Romeinse wachttoren die op de plek van het Genneperhuis gestaan zou hebben. Daar zijn Romeins tufsteen, Romeinse pannen en ander materiaal gevonden.

In 1993 werden bij opgravingen bij het Melkstraatje (nummer 4 op de plattegrond) bebouwingsresten gevonden, die gedateerd werden vanaf 500-600 na Christus tot wel 1200 na Christus.

De asterix op de plattegrond markeert de plek van de oude Martinuskerk. Het lijkt een volstrekt logische plek ook, want dicht bij een nederzetting. Helaas weten we weinig over eventuele bewoninging van de huidige oude kern zelf in de Romeinse tijd en daarna.

Het Katholieke geloof werd door de Romeinen naar onze streken gebracht, maar kwam pas echt goed op gang toen Clovis, koning van de Franken (466-511) zich liet bekeren tot het Christendom. Dat was het begin van het bouwen van steeds meer kerken. Rond 690 na Christus kwam Willibrord (± 658-739) die afkomstig was uit Northumberland naar de Lage Landen. In 695 werd hij in Rome door de paus gewijd tot aartsbisschop van de Friezen, met de opdracht onder dit heidense volk het geloof te prediken. Rond 700 na Christus was er verder Lambertus (ca 650-705 nC) bisschop van Maastricht die vele kerken langs de Maas heeft opgericht.

 

Of Willibrord of Lambertus bij de Martinuskerk betrokken zijn geweest zijn hooguit mogelijkheden of vermoedens en met de huidige kennis niet aantoonbaar. Door wie en wanneer precies de eerste parochie werd opgericht en een kerkje gebouwd is daarom onduidelijk en in nog de mist van het verleden verborgen. Rond 700 zal een rechthoekig paalkerkje het begin van de latere Martinuskerk zijn geweest. Deze paalresten zijn gevonden bij de opgravingen bij de sloop van de oude Martinuskerk in 1948, nadat de kerk door de gevechtshandelingen van WOII zwaar beschadigd was. Begin van de 8e eeuw is in een aantal geschriften gesuggereerd en gezien de voorgeschiedenis van bewoning in en rond die plek lijkt dat niet onaannemelijk. Wellicht is de begraafplaats bij dat kerkje een indicatie als vervolg op de begraafplaats in Gennep West. Na de bekering tot het Katholieke geloof wilde men immers bij de kerk begraven worden, omdat men die zag als poort naar de hemel.

Uit de opgravingen in 1948 onder leiding van Glasema kunnen we veel opmaken, omdat de funderingen werden blootgelegd, die de geschiedenis van de oude Martinuskerk in de verschillende eeuwen "vertellen". Glasema c.s. constateerde dat de eerste vorm een eenvoudig rechthoekig zaalkerkje moet zijn geweest. In eerste instantie was dit een houten paalkerkje want de paalresten zijn terug gevonden.

Het rechthoekig paalkerkje had waarschijnlijk een afmeting van 6,5m bij 10,5m en werd later vervangen door een stenen zaalkerkje met globaal dezelfde afmetingen. De muren waren 50cm dik. De fundering werd gemaakt van maaskeien. Zie de foto rechts die in 1948 bij die opgravingen gemaakt is.

Daarna vergrootte men het zaalkerkje met een priesterkoor dat globaal 4 bij 4 meter inwendig bedroeg. Weer later werd dat priesterkoor nogmaals vergroot tot de volle breedte van de zaal van het kerkje en met een nieuwe diepte van 6 meter.

Tussen 1200 en 1250 werd baksteen ge-herintroduceed in Nederland door de kloosters (daarom ook de naam "kloostermoppen"). In deze streken, waar natuursteen schaars is, bood baksteen enorme mogelijkheden om te bouwen. Dat gebeurde ook in Gennep, maar nog niet voor gewone woningen. Dat moest Gennep tot schade en schande ondervinden bij de grote stadsbrand van 1597. Stadsmuren en belangrijke gebouwen zoals kerken werden vanaf die tijd gemaakt van baksteen metselwerk en afgedekt met pannen in plaats van met stro. Tot die tijd moest men voor steenachtige materialen ver zoeken. Tufsteen kwam bijvoorbeeld uit de Eiffel. We zien dit baksteen-werk terug komen in de oude Martinuskerk.

Rond 1300 na Christus had Gennep stadsrechten en kreeg het ook een stadsmuur (van bakstenen). Ook de Martinsukerk werk weer verder uitgebreid. Er werd aan de zuidkant een beuk bijgebouwd en het priesterkoor weer verder vergroot tot de vorm die het had bij de brand begin 15e eeuw. En dan zijn we weer bij die brand nu 6 eeuwen geleden aangekomen.

We kunnen uit de funderingsresten, die gevonden zijn bij de opgravingen in 1948, opmaken, dat de kerk er voor de brand als op de tekening rechts-boven uitgezien moet hebben. (al of niet met een toren. dat weten we niet). Nadat de brand uitgedoofd was kon de schade worden opgemaakt en dat was niet positief. Men besloot om op de oude fundamenten de kerk helemaal opnieuw op te bouwen, maar de kerk dan meteen ook groter te maken en bovendien een klokketoren te bouwen.

Er werd nu ook een zijbeuk aan de noordzijde gebouwd en het koor werd verder vergroot. De kerk zag er na de herbouw na de brand uit als op de tekening rechts-onder.

In 1434 was de herbouw gereed en kwam het sluitstuk. Er was nu een grote stevige klokkentoren en dus moest er een imposante luidklok gegoten worden.

Omdat Gennep een stad was, moest dat natuurlijk een imposante klok worden om de statuur van het stadje te benadrukken. Na een zoektocht werd een klokkengieter gevonden, die zijn intrek nam in Gennep. Het gieten van de klok moest ter plaatse gebeuren en zou enige maanden in beslag nemen.

de grote luidklok van de Martinuskerk, die anno 2019 nog in de toren van de huidige Martinuskerk hangt en waarschijnlijk het oudste nog in gebruik zijnde stuk in Gennep is

Na het gieten werd de klok in de klokkentoren van de nieuwe Martinuskerk gehesen en voor de 1e keer geluid. Het moet zonder twijfel een gebeurtenis van jewelste geweest zijn in die tijd.

Op de foto links zien we die grote zware luidklok hangen in de toren van de huidige (2019) Martinuskerk, geflankeerd door de 2 kleinere klokken uit respectievelijk 1662 en 1666 en die ook gegoten zijn naar aanleiding van een bijzonder voorval. Maar dat is weer een ander verhaal.

 

in deze plattegrond van die nieuwe Martinuskerk in 1434heb ik ingetekend wat de afmetingen en vormen van de afgebrande kerk waren.