Special: Jacques Builtjes over zijn tante "Striek-An"
Mijn tante “Striek-An” was een zuster van mijn vader en getrouwd met Grad Eijkmans.
Ze heeft een hele tijd gewoond vooraan in de Dr. Nolensstraat, schuin tegenover “Jan de Bekker” (Bernards).
Later is zij gaan wonen op het Genapium, vlak bij het toenmalig abonnezenkamp. Haar bekendheid heeft ze gekregen,
omdat ze in de verre omgeving haar “praktijk”uit oefende. Ze stond bekend als een “genezeres”die de pijn kon wegnemen.
Niet alleen voor mensen, maar ook bij dieren. Ik kan me nog goed uit mijn jeugd herinneren dat ze het erg druk had.
Het was bekend dat zij voordat ze ging “strijken” meerder keren de opmerking maakte: “Ik mag er niets voor vragen,
want dan werkt het niet”, met als gevolg dat de mensen juist haar wilde belonen in de vorm van “iets van het varken”
of bij de meer welgestelde met een klein geldbedrag. Zo heeft ze veel bij elkaar gestreken, ze had een bloeiende praktijk.
In mijn jeugd hadden wij het niet altijd zo breed en dat we soms “iets van het varken” meekregen, zoals bloed- en leverworst,
werd door mijn ouders erg op prijs gesteld en gewaardeerd.Persoonlijk geloofde ik indertijd niet dat zij daadwerkelijk instaat was pijn weg te nemen, hoewel ik soms twijfelde,
mede omdat mijn vader een soort gelijke gave had, hij kon namelijk wanneer iemand zich verbrand had, ook de pijn wegnemen.
Niet met strijken, maar in een andere vorm. Hij heeft geruime tijd voor zijn overlijden dit aan mij overgedaan,
vandaar dat ik er niet veel over kan zeggen. Op latere leeftijd ben ik over die dingen anders gaan denken en deze
twijfels zijn toegenomen feitelijk toen, na het overlijden van mijn tante, zij opgebaard lag, in een houding,
totaal verkrampt met de handen helemaal krom. Het was net of de pijn, die zij in de loop der jaren bij de mensen
had weggenomen en bij zich had gedragen, zich nu openbaarde en haar lichaam wilde verlaten. Normaal ligt een overledene
er vreedzaam bij, maar dit was niet om aan te zien. De spanning en de pijn waren voel- en zichtbaar.Wanneer ik haar naam hoor of lees, is dit het eerste waaraan ik terugdenk.
Jacques Builtjes