De geschiedenis van het bedrijf Hendrix gaat terug naar 1930. In 1930 verschenen de eerste advertenties in het Boxmeersch weekblad, waarin Wimke Hendrix (Wimke de Körver) zich presenteerde als "ochtendvoerspecialist". Hij deed dit vanuit de voormalige agrarische eenmanshandel van zijn vader aan de Spoorstraat in Boxmeer. In dat jaar produceerde Wimke Hendrix 33 ton mengvoer. Het bedrijf aan de Spoorstraat in Boxmeer groeide snel. In 1939 produceerde het bedrijf 7422ton en had 100 werknemers in dienst.

     
Links op de foto zien we een luchtfoto van het toenmalige bedrijf aan de Spoorstraat in Boxmeer. Rechts van het bedrijf zien we de woning die Wim Hendrix rond 1937 liet bouwen, de vila "de Körver".
In 1937 koopt Wimke de steenfabriek "Het Kruispunt" in Oeffelt
In 1939 wordt een deel van een fabriek in Schoten (België) gekocht en verbouwd tot veevoederfabriek.

 

Dan vallen de duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnen en begint een moeilijke tijd voor Nederland, maar ook voor het bedrijf van Wimke de Körver. De nederlands mengvoederindustrie zakt compleet in elkaar (tekort aan grondstoffen, geen handel). Wimke de Körver zit niet bij de pakken neer en begint een specerijen-malerij annex surrogatenfabriek "de Körver" en wordt in de loop van de oorlog een van de voornaamste leveranciers in Nederland en levert oa aan gaarkeukens en huishoudscholen.

Tot 1974 is de produktie van surrogaten onder de naam "de Körver" doorgegaan. Links zien we een foto van de produktie in de specerijen-malerij van De Körver omstreeks 1947. Op de foto van links naar rechts: P Procureur, onbek., T Teerling, onbek., Dorus Daanen, Wim Daanen, H. Hendriks, J Pennings, J. van Glabbeek
Na de oorlog komt de fase van de wederopbouw. Wim en zijn broer Jan Hendrix kopen samen het fabriekscomplex van de voormalige Boxmeerse Bacon Company (Lion) aan het spoor (fabrieksstraat) in Boxmeer. De gebouwen dienen eerst hersteld te worden, maar in 1946 starten ze gezamenlijk Hendrix' Koel- en Vrieshuizen in deze gebouwen. In 1947 wordt het oude complex aan de Spoorstraat verlaten en verhuist ook de veevoederfabriek naar de panden aan de fabrieksstraat. In 1948 verkoopt Wim ook de steenfabriek in Oeffelt omdat hij contanten nodig heeft voor o.a. het betalen van de belastingen.
In 1949 werd het bedrijfje Nobilis-Handels-Onderneming overgenomen. In 1950 begon de produktie van dierlijke entstoffen en medicamenten voor het boerenbedrijf door Laboratoria Nobilis. Dit bedrijf groeit sterk uit. In 1961 verkoopt Hendrix Laboratoria Nobilis aan Organon/Akzo. Ook nu nog (2005) kunt u dit stukje historie van het Hendrix-bedrijf in Boxmeer terug vinden. Met het geld van de verkoop van Nobilis werd overigens de bouw van de fabriek in Heijen gefinancierd!!

Auto met zakgoed op het fabrieksterrein in Boxmeer

 

 

Opslagloods in Boxmeer

 

 

Het lossen (met mankracht) van de grondstoffen die over de Maas per schip werden aangevoerd. Hier lossen Willy Peeters, Guus Verblakt, Bert vd Hoogen, Jos Raafs, Janus Wolfers, Sjefke Janssen en Willy Ankersmit (vlnr) het schip bij de Loerangel (Boxmeer)
In de jaren 50 gaat het voorspoedig. Men verkrijgt het agentschap voor Hy-line (uit Amerika' en begint zelf fokkerij/activiteiten welke uitgroeien tot het tegenwoordige Euribrid concern. In 1954 wordt men zelfs hofleverancier )voor duivevoer aan prins Bernhard'

In 1960 was de omzet aan veevoeders gegroeid tot 88 duizend ton.

 

 

In 1949 was men aan de overkant van de Maas begonnen met het ontgronden van wat later de Paeplas zou worden.

 

We zien hier links het begin van deze ontgronding door de fa Paes. Rechts van de beginnende ontgronding zien we overigens de Dr Stiemensweg. Het latere industrieterrein ligt een stuk naar beneden, richting Heijen.

 

Wimke Hendrix heeft ook nu blijkbaar weer een vooruitziende blik en koopt in 1957 een terrein ten zuiden van deze Paesplas waar men in 1959 start met de bouw van een nieuwe veevoederfabriek. Gelegen aan het water en dus gunstig voor de aanvoer van grondstoffen vanuit de Rotterdamse haven.

 

Ook in de volgende jaren bleef het bedrijf sterk groeien en zich verder ontwikkelen met een veedoeder-divisie, een fokkerij-divie, de afdeling "de Körver" en vanaf de 60-er jaren ook een levensmiddelendivisie met kippenslachterijen (Pingo, Imvek), een varkensslachterij (Hendrix Vlees Druten) en vleeswaren (Stegeman, Wagemans). In 1963 volgde de uittreding van Wimke Hendrix en ging het bedrijf over op de 2e generatie.
De veevoederdivisie groeide sterk en was als vanouds goed in vinden van succesvolle vernieuwingen. Zo was het het 1e bedrijf dat overging op het leveren van veevoeder in bulk ipv als gewoon in zakken. Naast een grote efficiency-verbetering betekende het ook een behoorlijke verbetering van arbeidsomstandigheden. In Heijen werd een bulksilo gebouwd bij de veevoederfabriek. De groei ging gestaag door en in Heijen werd eerst de grondstoffensilo vergroot en werd in 1969 een 2e fabriek in bedrijf genomen, Heijen II, westelijk van de 1e fabriek. Ook bij deze fabriek werd later nog een extra grondstoffensilo gebouwd. Hendrix Voeders had uiteindelijk (in 1979) een hele serie fabrieken in oa Zwolle, Lochem, Oosterhout, Heijen (2 stuks) en Merksem. In 1979 werd het bedrijf overgenomen door het britse olie-concern BP. Het Hendrix-concern werd samen met het bedrijf Trouw International de basis van een nieuwe divisie van BP: BP Nutrition
BP Nutrition groeide sterk met overnames in Amerika, Engeland, Frankrijk, Noorwegen en Spanje. Rond 1990 had deze BP divisie wereldwijd meer dan 200 fabrieken en ruim 23000 man in dienst. Het hoofdkantoor verhuisde in 1989 van de Veerstraat in Boxmeer naar Antwerpen. Een van de "Business Units" van de divisie van de oude voederdivisie Hendrix'Voeders met de zetel in Boxmeer.
In 1993 besloot BP afstand te doen van de divisie BP Nutrition en begon men met de verkoop van onderdelen. Zo werd de divisie Petfoods (huisdiervoeding met merken als Doko en Dokat) verkocht aan Spillers en werd de levensmiddelendivisie met oa Stegeman verkocht aan Sarah Lee. Op een gegeven moment ging het Boxmeerse management onder aanvoering van Richard van Wijnbergen onderzoeken of het niet mogelijk was met een overblijvend rompstuk een doorstart te maken als een nieuw zelfstandig bedrijf. Dit lukte en werd het nieuwe bedrijf Nutreco mbv externe financiering. Hendrix Voeders was een van de kerndelen die aan de basis van dit nieuwe bedrijf lagen. In 1997 ging het nieuwe bedrijf Nutreco naar de beurs, konden de externe financiers hun centen incasseren en kon het bedrijf Nutreco (met Hendrix Voeders) aan een nieuwe groeifase beginnen. Daarna werd in Nederland het veevoederbedrijf UTD overgenomen en samengevoegd met Hendrix Voeders tot Hendrix-UTD, dat nu nog steeds de basis vormt van een van de Business Units (Hendrix) van Nutreco .
De fabriek in Heijen produceert momenteel nog volop. De jaarlijks geproduceerde hoeveelheid bedraagt zo'n 400 duizend ton (2/3 legpluivee-voer en 1/3 varkensvoer). Zet dit maar eens af tegen de hoeveelheden die zo'n 40jr geleden nog door het volledige bedrijf van de Körver werden geproduceerd .. De produktie vindt volledig plaats in de fabriek Heijen II, die in 1986 nog met een hypermoderne bulksilo was uitgebreid. De oorspronkelijke fabriek, Heijen I, wordt voornamelijk gebruikt voor de opslag van grondstoffen. Daarnaast worden in de gebouwen van Heijen I alle afzak-activiteiten voor Hendrix-UTD in Nederland uitgevoerd.
In 1961 lag Hendrix als een "eenzaam" bedrijf op het fabrieksterrein Hoogveld. Tegenwoordig zijn er veel meer bedrijven gevestigd. Toch blijft de veevoeder-fabriek van Hendrix beeldbepalend, alleen al vanwege zijn omvang en zeker nu de gebouwen recent in een nieuw, wat meer kleurrijk, jasje gestoken worden.