GENNEPS VOLKSLIED
1898: Muziek: J.P.J.Wierts (Jan) - tekst: Hilgers
(melodie in midi)
Waar de Niers langs kronkel wegen bij een burcht de Maas ontmoet,
Wenkt U Gennep vriendelijk tegen, biedt U zijnen welkoms groet.
Eed'le burcht, zo fier en stevig, Genneps trots waart gij weleer !
D'Oorlogswoede beukte u hevig, thans ligt gij in puin ter nêer !
Hechte poorten, vestingmuren, stad met torens fraai omstuwd,
moest ook gij het schroot verduren door mortiermond uitgespuwd.
Wat ook valle af moog' verkeren, toch ons hart verandert niet;
Sint Norbertus blijven we eren, Zoon van Genneps grondgebied.
Veilig onder zijne hoede doen wij onzen plicht gestand,
immer naarstig, blij te moede, trouw aan God en vaderland.
Met elkaar in eendracht leven, vreedzaam, wars van twist en nijd,
elk zijn eer en rechten geven blijft ons streven te allen tijd.
Moet er hulp of troost opdagen, moet gedeeld in vreugd' of leed,
't zij bij vreemden of bij magen, Gennep is altoos gereed.
Gij, die Gennep zijt genegen, paart uw stem bij ons gezang;
klinke de echo luid ons tegen; ' Gennep leve, leve lang ! '
Muziek: J.P.J.Wierts (Jan), later alom bekend als pianist en componist van cantate's en kinderliedjes. Hij schreef b.v. de muziek voor het overbekende "Onder Moeders paraplu".
Tekst: A.H.Hilgers , destijds het hoofd der lagers school in Gennep en dirigent van het Genneps Mannenkoor. Hij dichtte het volkslied in 1898. De eerste uitvoering vond plaats bij de feesten t.b.v. de kroning van Koningin Wilhelmina.
Het Genneps volkslied werd/wordt altijd gezongen/gespeeld bij aubades/serenades t.g.v. feesten van het Koninklijk Huis, specifieke Gennepse huldeblijken; gouden bruiloften, inhuldigingen, priesterfeesten (neomist, jubilea) en officiële plechtigheden met sterk locaal karakter. Men neemt dan meestal strofe 1,2, en/of 8.
Met de "eed'le burcht (strofe 2) wordt het Maasfort " Het Genneper Huijs" bedoeld, een versterking aan de samenvloiing van de Maas en Niers en nu een ruïne. Dit fort kreeg landelijke bejkendheid als geboortehuis van de H.Norbertus van Gennep (1080), de latere aartsbisschop van Maagdenburg en stichter van de Orde der Prémonstratensers. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog belegerde Frederik Hendrik het Genneper Huijs (1614) en nam het na zes weken in.
In de historie heeft het lot van het stadje Gennep altijd samengehangen met de wederwaardigheden van het Genneper Huijs, 1500 meter noordwaarts buiten Gennep. Vandaar ook dat de Maasburcht in het Genneps Volkslied een duidelijke plaats inneemt. |