Herinneringen aan september 1944 (W van Dinter, deel IV)

Maasbrug
Een Gennepenaar die op familiebezoek op de Milsbeek was, komt maandagmorgen naar Gennep gelopen gelopen en zegt dat er in Plasmolen en op de heuvels blijkbaar hevig gevochten wordt. Hij heeft geen Engelsman gezien. Dan trilt plots heel Gennep van een geweldige knal. Al spoedig gaat het verhaal rond dat de Duitsers de spoorbrug opgeblazen hebben. Wat in 1940 niet gebeurde, is nu wel een feit Nu kun je alleen nog met een roeibootje de Maas over. Als je tenminste niet uit de boot geschoten wordt.

Op de vlucht
Later die dag hoor ik het verhaal van Gerda tegenover ons. Ze had met andere vouwen en meisjes op zondag moeten gaan graven aan de Oeffeltse kant van de Maas. Ze hadden meer in de lucht gekeken dan gegraven. Toen de zwermen bommenwerpers overkwamen en er bommen vielen, was iedereen, inclusief de Duitsers, gaan lopen. De soldaten waren terug geroeid en hadden hen in de steek gelaten. Zij waren de spoordijk opgekropen en over de smalle loopplanken van de spoorbrug terug naar Gennep gehold. De moffen waren weg, nu hoefden ze morgen gelukkig niet te graven. En de Tommies konden zo Gennep binnenlopen!

Goede hoop
Ik loop weer naar de Niersbrug. Er komen groepjes mensen aangelopen. Het zijn spitters die in Middelaar aan de Maas hebben moeten graven. De Duitse begeleiders hebben de benen genomen. En zij zijn door de Bloemenstraat terug gelopen naar Gennep. Volgens hen zijn de Tommies in de buurt van Groesbeek geland. Er wordt in de Plasmolense bossen flink geschoten. De Engelsen komen dus deze kant op en kunnen morgenvroeg hier in Gennep zijn. De Duitsers zijn allemaal richting Grunewald en Hommersum verdwenen. Het wordt langzaam schemerig. Het is stil in Gennep. Er hangt een sfeer van hoopvolle verwachting. Mensen lopen van het ene huis naar het andere, de avondklok lijkt niet meer te gelden. In de elektrowinkel van K. is niemand meer thuis.

Landing
Die nacht van zondag op maandag heeft Gennep niet veel geslapen. Vandaag zal het gebeuren. De geruchtenstroom komt op gang. De Engelsen zitten al op de Milsbeek. Maar dat wordt even later weer bestreden. Wel wordt het steeds drukker in de lucht met jagers. Een paar minuten later in de verte een zwaar geronk als gisteren. In groepen komen ze weer aanvliegen: tientallen transportvliegtuigen met een zwever erachter. Allemaal richting Groesbeek. Mensen op de Genneper Molen zien plotseling een groep naar rechts zwenken en de zwevers los laten. ”Die komen in ‘t Ven omlaag!”, schreeuwen ze. “Ja, het is achter de Roepaan!”

Gidsen
Zo krijgt de Operatie ‘Market Garden' haar eerste vergissing. De navigator heeft zich op de Vense korenmolen i.p.v. de Groesbeekse georiënteerd. De zweefvliegtuigen komen op een paar na veilig aan de grond. Drie doden worden bij een boerderij begraven, enkele gewonden blijven in Ven-Zelderheide achter. Omdat het Duitse leger niet te bekennen is, wordt de groep bemanningsleden door twee gidsen in de nacht van maandag op dinsdag naar de Zwarteweg gebracht en vandaar de weg omhoog richting Knapheide, het landingsterrein van de paratroepers.

Tommie
Woensdag lopen en rijden er opnieuw militairen door de Zandstraat. Nee, geen Engelse; de Duitsers zijn weer terug. Een bittere teleurstelling. De bevrijders komen (nog) niet. Met een daverende knal gaat weer een brugdeel de lucht in.

Wij jongens zwerven door het centrum. We zien gehelmde Duitse soldaten gewapend achter elkaar de Nijmeegseweg oplopen richting Milsbeek. Een half uur later horen we knetterend geweervuur en doffe ploffen. Dat moet bij Plasmolen zijn. Tegen zessen stapt een soldaat uit een legerwagen. De eerste Engelsman! Maar met een bebloed verband om zijn hoofd. Hij wordt het Norbertusgesticht binnen gebracht. Naar het ziekenzaaltje waarschijnlijk, waar jaren geleden mijn amandelen zijn gepeld. De eerste Tommie in Gennep is… een krijgsgevangene.

 

Wiel van Dinter, juli 2019

Nijmeegse vierdaagse in Gennep

maar dan 86 jaar geleden, in 1933.

Direkt na de oorlog zien we vierdaagselopers op de Baileybrug die over de Niers gelegd was door de Britten, nadat de Duitsers die in februari 1945 hadden opgeblazen bij de aanval van de Britten
1933. 4daagse lopers steken met de veerpont de Maas over op weg naar Gennep. Veerbaas Theunissen(?)
Vierdaagse lopers op de Gennepse markt. We zien nog de tramrails en rechts de markiezen van het toenmalige hotel de Kroon
Nijmeegse vierdaagse in Gennep

een kort album. Klik op een van de foto's voor dit album.

Korte filmimpressie van de doortocht van de Nijmeegse vierdaagse

 

Persoonlijke herinneringen aan september 1944 (dl 3)

Wiel van Dinter moet toen een jaar of 14 geweest zijn, in 1944, het jaar van de geallieerde invasie in Normandie, de opmars naar onze streken en hoe Gennep in september 1944 ineens frontstad werd. Hij vertelt erover en begint dan natuurlijk bij D-Day, 6 juni 1944.

Normandië
Toen de geallieerde troepenlandingen in Normandië (6 juni 1944) hier bekend werden, wist men in Gennep dat de oorlog binnen afzienbare tijd ten einde zou zijn. Rusland trok in het oosten richting Berlijn, de geallieerden zouden haast maken in het westen. De optimist wist het zeker: Kerstmis 1944 vierden we weer als vrije Nederlanders. De oorlog aan den lijve voelen, daar dacht hier alleen een pessimist aan…

Voortuitgang
De Duitse Nachrichten spraken de volgende weken van heldhaftige gevechten en consolidaties. Maar de oplettende Gennepenaren wezen er elkaar op dat de strijd om grote steden zich steeds verder terug naar het oosten afspeelde. En men keek elkaar veelbetekenend aan. De ‘mof' verloor steeds meer terrein. En Duits gezinde Gennepenaren werden van week tot week nerveuzer.

De opmars in Frankrijk gaat echter niet vlot. De geallieerden hebben geen Franse zeehaven in bezit. En het zware materieel kan niet via het Normandische strand aangevoerd worden. Zo verstrijken er weken, stabiliseert men de stellingen en duurt het langer dan gepland eer de Frans-Belgische grens bereikt wordt. In Gennep heeft men in de gaten dat de ‘Tommie' het Duitse leger met Kerstmis niet op de knieën heeft.

Vliegtuigen
In augustus krijgt Gennep het gevoel dat de ‘echte' oorlog dichterbij komt. De mannen hebben de bladeren van de tabaksplanten -hun eigen teelt- in de bakoven van het fornuis gedroogd, gefermenteerd en tot tabak gesneden. Overdag gaan tientallen zilveren stipjes door de lucht in oostelijke richting. 's Nachts worden Gennepenaren wakker van het dof gedreun van de eskaders overvliegende bommenwerpers op weg naar hun doelen in nazi-Duitsland. Soms daar tussendoor het geblaf van afweergeschut, wanneer de priemende vingers van de zoeklichten een vliegtuig als hun prooi hebben gevangen.

Bruinhemden
De Duitse soldaten worden zenuwachtiger en brutaler. In het stadje verschijnen nieuwe figuren in bruine uniformhemden, de NSDAP'ers, die een waar schrikbewind uitvoeren. Ze dulden geen tegenspraak, zijn op zoek naar (jonge)mannen voor de Arbeitseinsatz in Duitsland en voeren zonder meer Gennepenaren gevangen weg. Er wordt een avondklok ingesteld: wie zonder vergunning tussen 20.00 en 4.00 uur buiten is wordt eingesperrt. De inwoners ondervinden nu wat een razzia is: de bruinhemden dringen als machtswellustelingen bits commanderend de huizen binnen op zoek naar mannen, die dwangarbeid moeten gaan verrichten.

Westwall
Aan het oostelijk en westelijk front lijdt de Wehrmacht zware verliezen die bij gebrek aan reservetroepen en materieel niet meer aan te vullen zijn. Primair staat nu voor de Duitse bezetter in opdracht van de Führer de verdedigingslinie Westwall . Deze frontlinie moet de geallieerde opmars tegenhouden. Met totale inzet van mannen en vrouwen moet die linie onneembaar worden. Alle valide Gennepse mannen -en later ook vrouwen- moeten zich bij Hotel Van Bergen verzamelen. Ze worden onder begeleiding van oorloginvalide Duitsers naar de Maasoever gebracht om daar loopgraven en schuttersputjes te maken.

burgemeester van Banning in het officiële Limburgse burgemeesters-tenue

Van Banning
Wanneer het getal ‘vrijwillige' spitters in Gennep duidelijk onder het geschatte aantal blijft, melden enkele Duitse officieren zich 11 september 1944 op het Gennepse stadhuis en eisen van burgemeester Van Banning de boeken van het Bevolkingsregister. Als Van Banning bedenktijd vraagt om dit eerst met de gemeenteraad te overleggen wordt hij wegens tegenwerking op staande voet gearresteerd en in een militaire auto afgevoerd naar Kessel, waar hij aan een tankgracht te werk wordt gesteld. Met een list weet de ondergrondse hem in Goch uit de gevangenis te bevrijden en hem bij Vierlingsbeek over de Maas te roeien in het Brabantse. Zijn vrouw en kinderen op de Heijenseweg hebben uit voorzorg Gennep dan al verlaten en zijn naar IJsselstein vertrokken.

Beschieting

Half september hebben de schoolkinderen nog steeds vakantie. De scholen zijn ‘gevorderd' voor soldaten en krijgsgevangen die aan de Westwall moeten werken. De oorlog gebeurt voor Gennep in de lucht. Engelse jachtvliegtuigen speuren naar militaire doelen en nemen die onder vuur. De Maasbuurttram Nijmegen-Venlo heeft een nooddienstregeling en ontsnapt ook niet aan vliegtuigkogels: één dode en gewonden in Mook. Opgroeiende jongelui zien ademloos toe hoe de Hurricanes boven de Maaskemp een schip in de Maas in duikvlucht beschieten. Als de lucht veilig is, rennen ze de weien in op zoek naar de lege hulzen uit het toestel.

Ingelijfd

Gennep en de regio raken steeds verder van de buitenwereld afgesneden zonder krant en telefoon. Winkels raken door hun voorraad heen, bevoorrading is er niet meer. Via een enkele verborgen radio komen berichten door dat de Engelsen de Zuid-Limburgse en Brabantse grens vanuit België bereikt hebben. Hier in Noord-Limburg wordt het juk van de Duitse bezetter als maar zwaarder en het optreden steeds harder. En wat Gennep niet weet: het gebied oostelijk van de Maas van Mook tot Roermond is ingelijfd bij Duitsland en krijgt de wet voorgeschreven door een Gauleiter in Düsseldorf. De Duitse oorlogswetten gelden dus hier voortaan. Gennep krijgt een Ortskommandant, een officier die het Duitse gezag als ‘burgemeester' vertegenwoordigt. Hij neemt zijn intrek in de Emmastraat.

de MaasBuurt Tram gaat de hoek om Markt-Niersstraat

MBS

De Maas Buurtspoorweg probeert met een nooddienstregeling de tram nog te laten rijden, al komt men zuidelijk van Gennep niet verder meer dan Wellerlooi. Drie keer per dag wordt het traject Nijmegen-Gennep gereden. Gennep-Wellerlooi eveneens drie keer. De haltetijden zijn bij benadering, want de machinist houdt het luchtruim in de gaten en rijdt als de lucht ‘schoon' is. Directeur Schaffers kan niet vermoeden dat binnen tien dagen de laatste tram gereden zal hebben.

In de lucht
In de week van de 10 de september is het veel drukker in de lucht dan anders. Er vallen bommen rond en in het Rijkswald. Jachtvliegtuigen schieten op alles wat militair aandoet. Op zondag 17 september is er om 6.00 uur een ‘stille Mis' voor de spitters aan de Westwall. Om 8.00 uur zie ik uit het raam van onze bovenwoning hoek Maasstraat-Markt alle mannen en vrouwen naar hun werkplek aan beide Maasoevers vetrekken. Ik maak de schuifraam open, hang naar buiten en kijk omhoog naar de lucht. Het wordt daar steeds drukker. Ik hoor in de verte bommen vallen en mitrailleurvuur. Er hangt een bijna voelbare spanning in de lucht. Ik laat het raam open staan, als moeder voor het ontbijt roept.

Uit de lucht
Na tienen loop ik terug naar het raam, want ik hoor een sterker wordend dof gedreun. Ik steun uit het raam en zie tientallen viermotorige vliegtuigen aankomen. Ze vliegen over, en even later begint een aanhoudende reeks ontploffingen richting Groesbeek en in het Rijkswald. De wordt het onwezenlijk stil. Ik loop de straat op. Ik tref Theo. We zijn het eens: deze bommen waren veel erger dan gisteren en eergisteren. Opnieuw geronk uit het westen. Een aanzwellend donderend geluid van een groep tweemotorige toestellen.
Zo laag heb ik ze nog nooit gezien. Van het lawaai trillen de ruiten in de sponningen en het hele huis trilt. We rennen de Markt op en zien Jeu schuin naar boven kijkend de Niersstraat in hollen. Wij sprinten hem achterna ook richting Niersbrug. Daar heb je vrij uitzicht. Er staan een paar mannen op het dak van de Genneper Molen en die wijzen naar het noorden. Wij zien daar ver in de lucht dat de vliegtuigen pamfletten uitgooien. “Nee”, roepen de mannen daarboven, “het zijn parachutisten!”

Gliders
“Nondeju”, roept Jeu, en hij wijst omhoog achter zich. Mijn mond valt open. Daar komen toestellen aangevlogen die een ander kleiner vliegtuig achter zich aan trekken. Een vliegtuig zonder motorgeluid, een zweefvliegtuig. (Het woord glider zullen we later leren.) Ongelooflijk, dat kan toch niet! Er komt een Duitse soldaat aanrennen, die over de brug stil staat, zijn geweer op zo'n glider richt en al vloekend het magazijn van het wapen leegschiet. Dit is echt anders dan het schieten op de kermis… Het donderend motorgeronk sterft langzaam weg, de luchtvloot is voorbij. Hier wordt het akelig stil. De mensen komen van het dak en zeggen dat ze de zwevers omlaag hebben zien afzakken. In de verte horen we een dof geluid van ontploffingen. In de Niersstraat staan mensen in groepjes druk met elkaar te praten. De Tommies zijn achter de Plasmolen geland. Ik loop naar huis. Ik krijg van mijn moeder op mijn kop. Het is al vier uur, ik ben het eten vergeten…

Op de foto links een luchtopname van gelande gliders tussen Plasmolen en Groesbeek. Daaronder een detail van die foto

gliders op de Langehorst

Fiets
Plotseling wordt het drukker op straat. Duitse soldaten komen Hotel De Kroon uitgerend, springen op de Markt in een auto en rijden vol gas de Zandstraat door. NSDAO'ers hollen luid schreeuwend tegen elkaar richting H.-Hartbeeld. Daar wordt bij ons op de deur gebonsd. Vader maakt open. Een Duitser met revolver in de hand staat in de deuropening. “ Fahrrad, schnell”, snauwt hij. En als vader wil tegenspreken richt hij het wapen op hem... Even later spurt hij op vaders fiets weg.

 

Moeder staat lijkbleek te huilen en mijn zusje schreit mee. “Hij had je kunnen doodschieten”. Stomgeslagen sta ik naar dit tafereel te kijken. Dit is de eerste keer in mijn veertien jaar dat ik mijn moeder zie huilen. Het Duitse leger slaat in paniek op de vlucht…
Wiel van Dinter, juli 2019
1300 jaar Martinuskerk /-toren

 

Ontslag burgemeester de Koning: de verwarring neemt toe

de raad en het college in betere dagen in mei 2018

met het artikel van vandaag, 4 juli, in de Gelderlander (zie rechts). Of de Gelderlander zit er helemaal naast of de verwarring neemt alleen maar toe. Ik zet even wat (letterlijke) quotes uit het artikel in de Gelderlander op een rijtje:

 

Burgemeester de Koning

  • “Hij staat voor een raadsel waarom de wethouders het vertrouwen in hem hebben opgezegd.”
  • “Niet uit vrije wil, begrijp me goed”
  • ik moest weg van de vertrouwenscommissie
  • “ben bevolen om mijn vertrek op 1 juli kenbaar te maken”
  • “ik had genoeg te doen”
  • “Ik had heel graag veel langer uw burgemeester willen en kunnen blijven”

 

Wethouder Lucassen

  • “we hebben nooit gezegd dat de burgemeester moest opstappen”

 

 

Moet ik hieruit nu afleiden dat de burgemeester van de wethouders niet weg hoefde, maar dat hij weg moest van de vertrouwenscommissie (dus van de Gemeenteraad)???? Dan heeft de Gemeenteraad hem dus eigenlijk de laan uit gestuurd, en wel omdat er perikelen waren tussen wethouders en burgemeester.

Maar die perikelen zouden dan niet eerst, zoals normaal gebruikelijk, binnen het team (college), besproken zijn. De wethouders zouden direkt naar de vertrouwenscommissie van de gemeenteraad gestapt zijn zonder dit eerst te bespreken binnen het college? De burgemeester stelt dat ie voor een raadsel staat. Dan is het dus niet besproken ofwel de wethouders zijn niet duidelijk geweest ofwel de burgemeester heeft een blad voor zijn hoofd en heeft de signalen van de wethouders aan hem niet opgevangen. Dat ligt niet erg voor de hand want de burgemeester is al 7 jaar in functie en is in 2018 net herbenoemd. Is niet mediation overwogen? (al was het maar om duidelijkheid te scheppen voor alle partijen).

Dit hele verhaal en vooral de situatie die na het ontslag ontstaan is, geeft mij in ieder geval een indruk van gebrek aan professionaliteit. Een advies: ga met alle partijen (burgemeester, wethouders en raad) om de tafel zitten en overleg wat een gezamenlijke boodschap kan zijn zonder verdere schade toe te brengen aan individuele betrokkenen. En tenslotte: je hoeft geen vriendjes te zijn om te kunnen samenwerken. Samenwerken kun je zelfs met je grootste vijand (en dat is hier blijkbaar niet aan de orde), maar open 2-richting communicatie en goede afspraken zijn wel noodzakelijk.

Wat ook opvalt is de complete radiostilte bij de pers, afgezien van de Gelderlander. In de Gennepse krant helemaal niets behalve een enkele regel op de publicatiepagina van de gemeente en ook Gennepnews (news?) laat zich niet horen.